Archivering » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 13: Westfriezen en hun dagelijks leven » pagina 300
Je kon ze ook laten belezen. Dan werd er een bezweringsformule uitgesproken. Een neusbloeding stopte door een sleutel in de achterkant van de nek te leggen. Kiespijn ging over door te spoelen met brandewijn of jenever. Een kruidnagel in de holle kies stoppen was ook een probaat middel. Oorpijn verminderde als men warme slaolie in het oor liet lopen of een gekneusd koolblad op de schelp legde. Wie verkouden was, moest een ei zo'n 48 uur in de azijn laten liggen en daarna klutsen met suiker. Eén lepel deed wonderen! Maagklachten verminderden door kalmoeswortelthee te drinken. ‘Sprôse’ lippen (ruw, gebarsten door de kou) werden ingesmeerd met verse reuzel of uierzalf. Behalve de haarlemmerolie gebruikten ook veel mensen de ‘fisselpot’ van Klaas Ursem (1802-1883) uit Nibbixwoud. Dat was hét middel tegen etterende, onnatuurlijke kanalen in de huid. De onsmakelijke pasta is nóg steeds verkrijgbaar; de bereidingswijze is een goed bewaard familiegeheim.
In de late Middeleeuwen bevonden de stookplaatsen in de woningen op het platteland zich in het midden van de ruimte op een stenen gedeelte van de lemen of aarden vloer. Het was een ondiepe kuil, de kolk genoemd, die bedekt was met haardijzers. Hierop brandde een vuur van takkenbossen, turven of gedroogde koemest.
AFBEELDING(EN) NOG NIET BESCHIKBAAR =
Rechtsboven: Sinds het begin van de 19de eeuw is het recept voor de fistelpot in handen van de familie
Ursem uit Nibbixwoud. Een fistel is een wond aan de huidoppervlakte, meestal het gevolg van een ontsteking.
De wond is nauwelijks te genezen, maar zieke Westfriezen vertrouwden op de fistelpot. Fistelboer Klaas
Ursem (1867-1959) hield onder andere spreekuur in Hoorn, Schagen en zelfs in Amsterdam. Zijn zoon Jan
(1902-1966) stond met de fistelpot elke dinsdag op de markt van Purmerend. (A.A.G. Smit, Wognum)
Onder: Korte tijd hebben de inwoners van Kolhorn geprofiteerd van de ansjovisvangst. Met het inpolderen
van de Wieringermeer in 1930 en de aanleg van de Afsluitdijk twee jaar later was het gedaan met deze
broodwinning. De ansjovis kon niet meer zijn paaiplaatsen in de voormalige Zuiderzee bereiken. Op de
foto zit een groepje ansjovisplukkers aan het kanaal naar Lutjewinkel. Men rust even uit, 't is konkeltoid:
tijd voor de ochtendschaft. (A. Wit, Nieuwe Niedorp)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.