Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 13: Westfriezen en hun dagelijks leven » pagina 303
Brood was belangrijk, maar het eten van vlees op den duur niet minder. Er werd veel geslacht. Nog
altijd wordt november de slachtmaand genoemd, vroeger wás het met recht de slachtmaand. Als de
winter in aantocht was, zorgde menigeen dat hij het nodige vlees ‘onder de pekel’ kreeg.
Ruim dertig jaar was Heertje Peerdeman (1903-1979) in dienst van de gemeente Bovenkarspel,
in de eerste plaats als omroeper, maar ook als als huurophaalder, belastingcontroleur en in de
zomermaanden als badhuisbeheerder. Om hem er een beetje knap bij te laten lopen, kreeg Heertje van de
gemeente een donker paken een pet.
(AWG)
Speciaal voor de slachtmaand werden dieren vetgemest; meestal een varken, soms ook een koe. Wie niet
alleen een heel varken kon betalen, kocht er één samen met een ander. Het was het handigst
als de slachter aan huis kwam. Dat voorkwam gesleep en tijdverlies bij het verwerken. Het bloed werd
in een teil opgevangen om er bloedworst van te maken. De haren werden weggeschroeid of met kokend water
afgekrabd. Vervolgens werd het opengesneden dier op een ladder gespannen om het een nacht af te laten
koelen. Dat kwam de houdbaarheid van het vlees ten goede. De volgende dag werd het varken in stukken
gesneden: spek, karbonades, ham. Het vlees werd gezouten en laag voor laag netjes in de pekelkuipen
gelegd. Na enkele weken werden de hammen eruit gehaald en te drogen gehangen. De darmen werden
schoongespoeld en gebruikt om worsten te stoppen. Deze werden met een houten stop gesloten en daarna
gekookt.
De eigenaar van het dier gaf de ingewanden vaak weg aan arme mensen om ze op te bakken. Zelfs de kop
bleef niet onbenut. Gekookt, van botten ontdaan en gekruid met kruidnagel leverde die hoofdkaas op.
De ‘vinke’, ofwel kaantjes die na het vetsmelten overbleven, werden op een snee roggebrood
gedaan. Het spreekt vanzelf dat de kwaliteit van het vlees na verloop van tijd minder werd.
Soms hadden de mensen plotseling een meevaller. Als er bijvoorbeeld een koe verdronken was, deed de
slager na keuring het vlees snel als vrijbankvlees van de hand.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.