Archivering » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 18: Westfriezen en hun buren » pagina 421
De hemel strafte deze broedermoord met overstromingen. En in het huilen van de storm klinken nog altijd de jammerklachten van de moeder door.
Tussen Wieringen en Wieringerwaard ten slotte, vonden vissers in 1772 een verdronken kerkhof.
Reuzengraven, dachten ze. Nee, aldus de Zijper regent mr Rutger Paludanus twee jaar later: er lagen
gewone mensen. Maar de muur die Paludanus zelf vond, bleek niet afkomstig van legendarische verdronken
steden als Grebbe, Leeuwenhorn, Lamoer, Lagerdoes, Schulphorn en Gawijzend, maar de rest van een
middeleeuwse dijk, voorloper van de huidige Westfriese Omringdijk.
Alleen maar verhalen? Ten dele. Want de kern lijkt duidelijk. Door zware stormvloeden in de twaalfde
en dertiende eeuw waren de veenruggen tussen Medemblik en Staveren zo ernstig aangetast dat de invloed
van de Noordzee tenslotte reikte tot de Veluwe. Circa 1250 was de brakke Zuiderzee geboren. West-Friesland
was een ‘eiland’ geworden, waarvan de bewoners geïsoleerd woonden ten opzichte van
het ‘stamland’ Friesland. Friezen en Westfriezen gingen daarna hun eigen weg en vervreemdden
van elkaar.
Al vóór het jaar 1000 probeerden de Hollandse graven hun gezag uit te breiden over gebieden
die strategisch aan riviermondingen lagen of de zeeweg door de Zuiderzee beheersten. Hoogtepunt van
deze ontwikkeling was de regering van Floris V (1256-1295). Zo kwamen Waterland, Kennemerland, Wieringen,
Texel, West-Friesland, het Gooi, Amstelland in Hollands bezit.
Deze ontwikkelingen gingen vaak gepaard met grof geweld. Tegenover de guerrilla van de Westfriezen
pasten de Hollanders een tactiek toe die vaak het karakter had van strooptochten. Rond 1166 kregen
‘die van Scaghen’ er van de Hollanders van langs. Uit veiligheidsoverwegingen hebben toen
de bewoners van de nabijgelegen terp Avendorp hun munten in de grond verstopt. Bij opgravingen in 1892
werden ze teruggevonden: 1200 muntjes van een zelfde type, mogelijk omstreeks 1150 in Alkmaar geslagen.
Aanvankelijk hadden de grafelijke troepen weinig succes. Nog in 1256 moest graaf Willem II zijn
onderwerpingspoging met de dood bekopen. Maar toen eenmaal door landverlies elders een deel van het
vruchtbare West-Friesland aan het open water van de Zuiderzee was komen te liggen, werd het lot de
graven gunstiger. Floris V greep zijn kans in 1288, toen tijdens een stormachtige winter de dijken
doorbraken en heel West-Friesland onder water stond. Zijn secretaris Melis Stoke schreef enthousiast,
dat de (West-)Friezen nu maar eens een toontje lager moesten zingen.
De ‘buur’ Holland was bezetter geworden. In Medemblik, Alkmaar, Wijdenes en Eenigenburg
werden dwangburchten gebouwd. De dijken werden hersteld en de Westfriezen kregen als onderworpenen een
boete opgelegd van 18.000 Hollandse ponden.
AFBEELDING(EN) NOG NIET BESCHIKBAAR = Linksboven: Christiaan Sgrooten (1530- 1603) tekende
als landmeter in Spaanse dienst alle landen waarover koning Filips II regeerde. Zo ook de belangrijke
scheepvaartroute door de Zuiderzee naar Amsterdam.
(ARA)
Rechtsboven: De Schermeer werd tot in de 20ste eeuw met 52 molens bemaald. De molens werden gebouwd
en onderhouden door de timmerbazen, zoals Coen Nierop, links op de foto uit omstreeks 1910. Naast hem
zijn familie.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.