Archivering » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 18: Westfriezen en hun buren » pagina 430
En wat te zeggen van de dorpen Oudendijk en Beets, gelegen langs de sloten waarlangs de Beemster
zijn uitgeslagen polderwater op zee loosde. Iedere herfst stonden de dorpen onder water, want de
uitwateringen hadden te weinig capaciteit. Het hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in
Kennemerland en West-Friesland, de beheerder van de grootste boezem van Noord-Holland, kon daar weinig
aan veranderen. Immers, de boezem, die in 1550 nog 40.000 hectare omvatte, was een eeuw later tot een
kwart teruggebracht. En doordat het water dat uit de polders werd geslagen ergens heen moest, drukten
de lasten op steeds minder vaarten en het enige meer dat na 1635 resteerde, het Alkmaardermeer.
De klachten over het waterpeil van de Beemsteruitwatering stammen al uit 1611, toen de Beemster amper
droog was. Alkmaar en Hoorn hadden over die uitwatering behoorlijk geruzied. Hoorn wenste ter wille
van zijn scheepvaart een brede sloot die recht op de stad aanliep. Alkmaar was er op tegen. Toen beide
rivalen het eindelijk eens werden, kwamen de bewoners van Oudendijk en Schardam met bezwaren omdat de
sloot huns inziens te breed werd, waardoor hun landerijen onbereikbaar waren geworden. Ze eisten 22
wagenbruggen en vijftien voetbruggen (over een lengte van vier kilometer). Dat werden er uiteindelijk
vier vaste wagen bruggen en vier beweegbare bruggen, door de Beemster te onderhouden.
Hoe breed de sloot ook was geworden, al het uitgeslagen Beemsterwater kon ze niet bevatten.
AFBEELDING(EN) NOG NIET BESCHIKBAAR = Boven: Zijpe (1597), Beemster (1612), Purmer (1622),
Warmer (1626) en een aantal Waterlandse droogmakerijen in een collage van deels bestaande kaarten die
Henricus Hondius voor een grote atlas bestemde die in 1630 in Amsterdam verscheen. Heerhugowaard en
Schermer lagen toen nog open. Die werden pas ingepolderd in respectievelijk 1631 en 1635. (ZZM)
Onder: Jan Adriaenszoon Leeghwater (ca. 1575-1650) uit De Rijp was een veelzijdig man. Behalve dat hij
in de 17de eeuw betrokken was bij het inpolderen van de diverse grote binnenwateren, zoals de Beemster,
was hij ook ontwerper van gebouwen, zoals het raadhuisje van Graft.
176. Die auto gaat nog wel 'n tijdje mee. Die moet je niet wegskoiten (ver beneden de waarde van de hand doen).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.