Archivering » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 18: Westfriezen en hun buren » pagina 432
Daarbij kwamen diverse andere financiële verplichtingen waaronder een schuld aan voorschotten van 80.000 gulden, en tenslotte nog de lonen voor 52 molenaars, twaalf timmerlieden, acht sjouwerlieden, enkele metselaars, een zeilmaker, een bode en natuurlijk de beloning voor de bestuursleden (sinds 1752 vergaderden zij in het Noorderpolderhuis nabij Schermerhorn), de veertien poldermeesters, de beide schoolmeesters en vier brandmeesters.
Al in de dagen van Filips van Bourgondië, graaf van Holland tussen 1428 en 1467, was de
belangstelling van het landsbestuur gericht op versterking van de zwakste plaatsen aan de Noordzeekust.
Drie grote dijken, de Hondsbossche, Pettemer en Helderse Zeeweringen, zijn in onze tijd het resultaat
van de eeuwenlange zorg.
Het zijn vooral de schurende zeestromingen die tot problemen langs de kust aanleiding gaven en geven:
duinafslag en terugdringen van de kustlijn. Bij de Hondsbossche, aanvankelijk bestaande uit een reeks
smalle duinen tussen Petten en Camperduin, verdween toen al jaarlijks drie-en-een-half à vijf
meter duin in zee. Tussen 800 en de Sint Elisabethsvloed van 1421 betekende dat meer dan één
kilometer.
AFBEELDING(EN) NOG NIET BESCHIKBAAR = Rechtsboven: Het vroegere dorpje Callinge lag
oorspronkelijk op een eiland: 't Oghe. Het dorp werd vele malen verplaatst als gevolg van vele stormen.
In 1597 werd met het inpolderen van de Zijpe Callantsoog weer verbonden met Noord-Holland. Op de foto
badgasten omstreeks 1900 op het strand van Caliantsoog. (C. Modder, Aartswoud)
Onder: De kaart van Jan Spruytenbergh en Hendrik de Leth uit 1730 van de Hondsbossche Zeewering (het
noorden is rechts) is vaak herdrukt om de wapens van de nieuwe bestuurders van het hoogheemraadschap
in ‘het sieraad’ te laten prijken. De huidige Hondsbossche Zeewering sluit links ter hoogte
van het gehucht Camp aan bij de duinen en loopt in een bijna rechte lijn onder het oude Petten (rechtsboven)
door, waar ze weer overgaat in de duinen. Het tegenwoordige Petten, het vierde van die naam, ligt ver
landinwaarts vergeleken met zijn voorgangers. Het oudste Petten is in 1421 tijdens de Sint Elizabethsvloed
weggevaagd. Vierhonderd mensen zijn toen verdronken. (ZZM)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.