Archivering » Boeken » Hé, is dat Westfries? » Pagina 7-9
Reeds jaren lopen we met het plan rond, een boekje samen te stellen ter aanvulling van het onderwijs
in de Nederlandse taal voor Westfriezen. De hoofdzakelijke inhoud van het werkje zou dan moeten zijn:
specifiek Westfriese woorden, uitdrukkingen en zegswijzen, die door de meeste Westfriezen niet als
dialectisch worden aangevoeld. Van dit plan vindt u in dit boekje de neerslag.
Bij het gebruik van het Nederlands door Westfriezen, hoort men nog vele verholen Westfriesismen, zelfs
van gestudeerden. (Men leze de brief op blz. 11,
geschreven door een Westfriese, die stellig de bedoeling
heeft gehad goed Nederlands te schrijven, maar die toch een dertigtal Westfriesismen laat insluipen.)
In de conversatie en correspondentie met mensen uit andere provincies geeft dit moeilijkheden. Als men
zichzelf mistrouwt inzake het juist gebruik van het Nederlands, ontstaat een zekere terughoudendheid,
een spreek- en schrijfvrees. Een bewuste vergelijking van het dialect met het Nederlands lijkt ons
daarom van groot nut. Reeds in de lagere school kan hiermee een begin worden gemaakt, vooral in de
hogere klassen. Hiervoor is een boekje onmisbaar. Over stof en inkleding van een zodanig boekje hebben
we lang nagedacht en met belangstellenden van gedachten gewisseld. Het was zeer moeilijk een keuze te
doen uit de veelheid van stof, die we in de laatste jaren verzamelden. Immers, minder gangbare, verouderde
en alleen in zeer beperkte kring gebruikelijke woorden en uitdrukkingen konden voor dit doel geen dienst
doen.
We besloten eindelijk tot het geven van het Westfriese woord, de uitdrukking of zinsconstructie in een
eenvoudige zin met de 'vertaling' of een bemerking erbij. We stelden niet de gehele zin in dialect;
het zou de aandacht te veel afleiden van het woord, enz., waar het om gaat. En het gaat slechts om de
(dikwijls verholen) Westfriesismen.
Ondanks ons nauwkeurig wikken en wegen zult u in het boekje waarschijnlijk verscheidene woorden, enz.
missen, die u er wel in verwacht had, terwijl u andere liever geschrapt zou zien. U bedenke dan, dat -
zoals gemeld - de keuze zeer moeilijk was en dat een leerleesboekje niet te veel mag uitdijen.
Vele woorden, uitdrukkingen en verschijnselen, die we vermelden, komen ook buiten West-Friesland voor,
soms elders in Noord-Holland, soms zelfs daarbuiten (liggen-leggen, kunnen-kennen, tonen-tenen, enz.).
Terwille van ongeschoolde gebruikers hebben we grammaticale termen en moeilijke fonetische aanduidingen
zo veel mogelijk vermeden.
Om niet misverstaan te worden, vestigen wij er de aandacht op, dat wij met dit werkje geenszins een
poging-tot-moord op ons Westfries dialect bedoelen. Integendeel, het is onze moedertaal en die is ons
zeer dierbaar! Maar de Westfries moet zich ook buiten zijn gewest kunnen uitdrukken; hij moet twee-talig
zijn en moet de verschillen tussen de beide talen kennen. Hieraan een steentje bij te dragen - dat is
het doel van ons pogen.
Het werkje lijkt ons, behalve voor Westfriezen van herkomst ook van groot nut voor personen, die van
elders in het gewest komen wonen en het dialect moeten leren verstaan. We denken hierbij aan geestelijken,
medici, leraren, onderwijzers, verslaggevers op vergaderingen, enz.
Bij behandeling in het hoogste leerjaar van de lagere school hebben wij ervaren, dat met vijf à
zes nummers per week, slechts ongeveer een kwartier gemoeid is. De gehele stof is dan gemakkelijk in
een schooljaar door te nemen.
Opmerkingen, voorstellen tot wijziging of aanvulling van de zijde van gebruikers of belangstellenden
zullen door ons gaarne in overweging worden genomen.
Misschien zullen enkelen, door kennisneming van de inhoud, geïnspireerd worden tot een verdere,
meer diepgaande speurtocht in onze Westfriese taaltuin.
Aan allen, die ons bij de samenstelling van dienst zijn geweest door het aandragen van één
of meer bouwsteentjes of door hun opbouwende kritiek, brengen wij hier onze oprechte dank. In dit verband
denken wij vooral aan Mw. Dr. Jo Daan, hoofd van de afdeling dialectologie van de Kon. Ned. Akademie
van Wetenschappen te Amsterdam, die de moeite heeft willen nemen, het handschrift van dit boekje als
deskundige onder de loupe te nemen en het een geleidewoord mee te geven. Door haar kanttekeningen
verstrekte zij ons waardevolle wenken en gegevens. Onder haar deskundigheid mogen samensteller en
gebruikers zich veilig gevoelen.
De belangstelling en bemoediging, die wij mochten ondervinden van het bestuur van het Historisch Genootschap
'Oud West-Friesland', zijn voor ons een grote stimulans geweest. De voorzitter was zo welwillend, een
inleidend woord aan dit boekje mee te geven in 'passende' taal.
De secretaris, de heer H. J. Avis en het bestuurslid de heer D. Nieuwpoort hebben ons voortdurend terzijde
gestaan op de voor ons onbekende weg 'van handschrift tot boekwinkel-etalage'. Voor hun vele reizen
en trekken, corresponderen, corrigeren, adviseren en besprekingen betuigen wij hun hier onze oprechte
dank. De illustrator Jan Pannekeet verluchtte het boekje met een aantal pentekeningen.
Moge dit bescheiden werkje er toe bijdragen, dat onze Westfriezen zich juist(er) leren uitdrukken in
het Nederlands, wanneer dit voor hen noodzakelijk of wenselijk zal zijn.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.