Archivering » Boeken » Hé, is dat Westfries? » Pagina 100-101
661. M'n vrouw kreeg op 'r verjaardag 'n nieuwe stofzuiger. Dát was in de emmer
(dat was in de roos geschoten, dat vond ze fijn)!
Gerrit is bij de ouders van z'n verloofde erg in de emmer (in de smaak, ze lopen met 'm
weg).
662. Heeft jullie Hans al verkering?
Nee, maar hij lingert wel wat op dat meisje van Cor Wagemaker. Als je over haar praat,
dan kijkt ie pruimig en muiterig (vrolijk, opgewekt). Maar ik weet niet
of zíj Hans wel hebben wil; hij is zo'n pluut, zo'n magere skrook,
zo'n òpeten ventje, zo'n breidenmíg (min, mager, onooglijk
kereltje). Als ie over dat meisje praat, dan kan ie 't zo heerlijk opbochelen (prijzen).
Hij verzorgt zelfs z'n uiterlijk al beter; deze week moest ik 't poddeheer in z'n nek al
wegknippen (de nekharen).
663. Vader is al bijna tachtig, maar hij skottert (loupt) nog dagelijks vijf kilometer
naar en van de kerk. En moeder zit nog elke dag te ribben of: rippen
(naaien). 't Is nog 'n talie van 'n woif ('n forse, sterke vrouw). En 't is geen
smerige tod (ze is proper). Ze kunnen goed rondkomen, want vader heeft altijd goed verdiend
en z'n centjes niet verbarreld (verkwist, verbrast). Z'n buurman komt elke dag bij 'm
om 'n roukie ('n praatje onder gezellig roken). Zo'n roukiesgast vindt vader
leuk. Ze vinden hun kleinkinderen wel wat reurig (druk, al te levendig). Alleen Anneliesje,
die handige smeerhoorn (vleister), kan 't niet verbruien.
664. Let op de overbodige s in:
Verders (verder, overigens) was er geen nieuws.
Je doet veels te veel zout in de aardappelen.
Verders (tenslotte) veel groeten van tante.
665. Ik wou de hond vangen, maar ik kon 'm niet begaan (pakken, grijpen). Zij liep op
'n drafje, maar ze kon de rijdende bus toch niet meer begaan (bereiken, inhalen).
666. Toen buurvrouw hoorde, dat ze 'n prijsje had gewonnen in de staatsloterij, was ze helemaal
onthikt (opgetogen, zichtbaar blij).
667. Niekje komt met erg vuile kleren uit school en zegt: Bartje Barrel heeft me volgooid
met prut (geheel begooid met modder).
668. Zit niet de hele tijd aan 't tafelkleed te froezelen (frommelen).
669. Vader: Jongen, laat je die tweedehands auto niet aansmeren!
Zoon: Dat heb gien last, hoor (dat gebeurt niet, heb daar geen zorg over, ik laat me
niet beetnemen).
670. Ik heb er al 'n heel (hele) tijd over nagedacht.
Ik hoorde er in 't groot van op (grotelijks).
671. Hoe voldoet je nieuwe wagen?
Uitstekend, 't is 'n hele best (heel beste).
672. Keessie van drie jaar kan niet te lang alleen in de kamer met kleine Toosje. Ik heb altijd vrees
dat ie dat kind 'n ramp ofwinnen zal (haar pijn doen bv. door haar te slaan).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.