Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 22-23

1.5 Tussen water en wind

De omringdijk als grens

In de voorgaande tekst is verschillende malen de term ‘West-Friesland’ gebruikt.
Wat moet daar onder worden verstaan? De begrenzing van deze streek heeft bijna net zo veel wijzigingen ondergaan als het land zelf. Omstreeks 800 jaar na Christus, toen de Zuiderzee nog niet gevormd was, noemde men het gebied tussen het Vlie en het Zwin (in Zeeuws-Vlaanderen): het westen van Friesland. Hier gold de zogenaamde ‘Lex Frisionum’ (Friezen Wet) die voor het hele Friese gebied van kracht was. In 1064 werd dit gebied als Westflinge aangeduid. Zoals we al zagen, traden in die eeuwen zulke veranderingen in de bodem en de waterstand op, dat het nodig was om dijkjes op te werpen teneinde het in cultuur gebrachte land tegen overstroming te beschermen. Met het tracé van de omringende dijken kreeg het gebied een duidelijke begrenzing. Hoewel Texel en Wieringen om bepaalde redenen in de 14e eeuw ook nog tot West-Friesland werden gerekend, was het, vooral na de doorbraak van de Zuiderzee, gebruikelijk om de thans nog bestaande omringdijk als grens aan te houden.
In de loop der eeuwen moesten de Westfriese dijken… In de loop der eeuwen moesten de Westfriese dijken steeds hoger worden gemaakt en zwaarder verdedigd. Deze kostbare constructies gingen de financiële draagkracht van veel onderhoudsplichtigen te boven. Zij ‘staken de spade’, hetgeen inhield dat ze hun bezit prijs gaven.

Bijzonder Bestuur

Het gebied van West-Friesland was moeilijk toegankelijk en het is misschien wel daarom dat de bewoners zich zo onafhankelijk van de rest van het land voelden en een opmerkelijke vrijheidsdrang toonden. Geschiedschrijvers als Busken Huet stelden die vrijheidsdrang in een nogal ongunstig daglicht door de Westfriezen af te schilderen als een troep altijd vechtende hufters (vrij vertaald) die geen gezag wensten te erkennen, noch van de graaf, noch van de kerk. Nu is overigens wel aan te nemen dat de activiteiten van de wereldlijke en kerkelijke overheden ook niet altijd even nobel waren, zodat men niet naar hun komst behoefde te snakken. Floris V, graaf van Holland, slaagde er echter in om in 1289 de Westfriezen te onderwerpen. Aan deze onderwerping was veel strijd voorafgegaan; enkele honderden jaren lang hadden de Westfriezen zich met hand en tand, met spa en knuppel verdedigd tegen activiteiten van de verschillende Hollandse graven. Zij voelden zich vrije mensen die best in staat waren om hun eigen roer recht te houden. En dat was ook wel noodzakelijk. Immers na het ontstaan van de Zuiderzee omstreeks 1150 was er geen verbinding meer met Friesland, terwijl ook de communicatiemogelijkheden over land met Holland minimaal waren. Door het dalen van de veenbodem en het rijzen van de zeespiegel werden de bewoners genoodzaakt om de in eerste instantie opgeworpen terpen met lage dijkjes te verbinden, dan wel grotere gebieden met dijken te beschermen. Dat kon nooit het werk zijn van zelfstandig werkende landeigenaren, daarvoor was de opgave veel te omvangrijk en te lang van duur.

Buitenechtelijke kinderen -bastaards- kwamen… Buitenechtelijke kinderen -bastaards- kwamen (vroeger) bij de adel veel voor. "'n Bewois dat de kirrel goed gezond is" meenden de Westfriezen. Eén van de bastaard-broers van Jacoba van Beieren kreeg van haar de heerlijke rechten van de Hoogwouderban. Een aantrekkelijke bron van inkomsten waaraan hij het afgebeelde huis overhield.

Landeigenaren uit een buurschap werkten samen, maar ook buurschappen met buurschappen. Zoiets kon niet zonder regels, te meer omdat geschillen ontstonden over wie nu welk deel van een dijk of een weg moest onderhouden. De dijk werd verdeeld in partjes, meestal van zes meter. Verhoefslaagd noemde men dat. Opmerkelijk is dat die maat van zes meter eveneens gehanteerd werd (en nog wordt!) bij het verdelen van percelen grond waar een huis op gebouwd kon worden.

Er waren soms merkwaardige redenen om zich aan de dijkplicht te onttrekken. Andijkers weigerden om onder mensen uit Grootebroek te werken, alleen al omdat er verschil in geloofsovertuiging was en als gevolg daarvan verschil in mentaliteit. Anderzijds trok men wel weer samen op toen in de kerstnacht van 1638 zware beschadigingen bij de Fluithoek ontstonden. Honderden mannen moesten een sleuf hakken in het ijs tussen Broekerhaven en Andijk om daardoor palen te kunnen vervoeren die voor het dijksherstel nodig waren.

 


Hé, is dat Westfries?

632. Ik verskeurde (scheurde) m'n nieuwe mantel aan 'n spijker, ik was er beloord van (kapot, erg teleurgesteld).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.