Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 67-69

3.6 Wie is de Westfries

De kerk in het midden

Een regel die in West-Friesland lang heeft gegolden.
Zoals al eerder opgemerkt verliep de kerstening hier niet zo vlot. Illustratief is het, waarschijnlijk verzonnen, verhaal over koning Radboud. Hij wilde slechts tot christen gedoopt worden, als hem de verzekering werd gegeven dat hij na zijn lood bij zijn heidense familie in het Walhalla of daaromtrent zou worden opgenomen. Toen de priester hem had verteld dat volgens de laatste berichten in het Hiernamaals geen ongedoopten waren aangetroffen, koos Radboud toch maar voor een, toekomstig, verblijf in de familiekring. Hij trok zijn voet (z'n bien, zegt de Westfries) weer uit het doopvont en ging over tot de dingen van de goedendag. Zijn voorbeeld zou stimulerend hebben gewerkt voor een aantal Westfriezen die met de verandering van Walhalla in Hemel vooralsnog niet veel op hadden.


Kerktorens zijn na de Napoleontische tijd veelal eigendom van burgerlijke gemeenten geworden. Men kon er brandslangen in drogen en geboefte in opbergen. Voor het kerkgebouw zelf kwam steeds minder emplooi waardoor onderhoud achterwege bleef. In een gelukkig toeval, zoals in Wognum, bracht een fraaie restauratie redding.

Opmerkelijk is dat de kerken die later werden gebouwd groot van omvang waren. Voor het onder dak brengen van een klein aantal gelovigen zou men met de helft van de ruimte hebben kunnen volstaan. Zouden religieuze neigingen dan toch materiële hebben overheerst?
Veel kerkgebouwen werden in Gothische stijl opgericht. Ze werden meestal uitgevoerd met houten tongewelven, ter besparing van gewicht. Een een-beukige, kruisvormige plattegrond kwam veel voor. De reformatie, de overgang van het Katholieke naar het Protestantse geloof, deed de kerk wel, maar de bevolking niet op zijn grondvesten schudden. Lange tijd leefden de onderscheiden groeperingen in vrede totdat er weer ‘zo'n donderhond’ als Sonoy roet in het eten gooide. Hij ‘kraakte’ in Grootebroek met zijn manschappen het huis dat de zusters van het Elisabethsconvent uit angst voor de komst van de geuzentroepen hadden verlaten. Sonoy roofde het pand leeg en voer per schuit af, richting Medemblik. (De Tolweg was nog niet aangelegd.) De zusters keerden niet terug en men besloot van het klooster een weeshuis te maken. Bij latere generaties bleef het gevoel bestaan van: ze hebben ons iets afhandig gemaakt. En dat gaf volgens pastoor Voets, beschrijver van de Grootebroeker historie, nog wel eens de nodige wrijving.

Het valt op dat in de vorige eeuw in veel gemeenten het oprichten van bijzondere scholen, naast de openbare, vaak het drijven is geweest van de geestelijkheid. De bevolking liet meerdere malen luid en duidelijk weten niet van dit soort scheurmakerij gediend te zijn, evenmin als men ervoor voelde om op aanzeg van pastoor te bedanken voor het lidmaatschap van verenigingen als de maatschappij tot Nut van het Algemeen.

De Beeldenstorm is in deze streek maar van windkracht 2 geweest. Een aantal kerken, zoals de afgebeelde kerk te Aartswoud, herbergt daarom nog interessante zaken. Een nieuw soort Beeldenstorm ontstond toen kerkbesturen, door financiële nood gedwongen, koperen doopbogen, lezenaars, lichtkronen of koorbanken te gelde maakten.

De invloed van de geestelijkheid was echter zo groot dat katholieken en protestanten als afzonderlijke bevolkingsgroepen gingen opereren. De tegenstellingen werden dermate scherp dat ze zich in economische zin gingen openbaren. Om toenemende ‘verroomsing’ tegen te gaan, bepaalden sommige erflaters dat hun bezit nooit in katholieke handen mocht overgaan. Er werd zelfs een vereniging tot behartiging van Protestantse belangen opgericht die probeerde landerijen en huizen te behouden voor niet-katholieken. Positieve kanten aan dit wat enge gedoe waren dat de groepen hun eigen identiteit leerden kennen om er vervolgens ook naar te handelen. In de huidige tijd zijn veel verschillen, die zich soms tot wat buiten de werkelijkheid staande tegenstellingen hadden ontwikkeld, afgevlakt. Voor de totale gemeenschap veelal een winst, voor de onderscheiden delen meestal niet, omdat er niet iets gelijkwaardigs voor in de plaats is gekomen. Ook wat dat betreft is er thans weinig reden meer om te spreken over Holland en West-Friesland als twee fundamenteel van elkaar verschillende gebiedsdelen. Beide landsdelen zijn opgenomen in de met vaart optredende verandering genaamd ontkerkelijking.


De dominee, de dokter, de notaris, drievuldig beeld van al wat wijs en waar is. Aldus de dichter Greshoff. Hun huizen zoals het afgebeelde uit Abbekerk, waren markante punten in veel dorpen. Een aantal raadhuizen vertoonde hiermee overeenkomsten (Wognum, Westwoud, Warmenhuizen, Berkhout).

 


Hé, is dat Westfries?

26. Jongens, niet zo klammen (ruzie maken)!
Twee klammers, twee schuld.

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.