Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 78-80
Schaalvergroting, concentraties en efficiency. Veel handelingen
hebben zich de laatste tientallen jaren met deze oogmerken voorgedaan.
Grenzen van gemeenten en waterschappen waren honderden jaren vrij stabiel
geweest, maar reeds voor de Tweede Wereldoorlog rees twijfel aan het nut
van de stabiliteit. Verschillende studies werden gemaakt, besproken en verworpen.
Totdat door krachtige druk van het provinciaal bestuur de
concentratie van waterschappen kon beginnen. Dit leidde uiteindelijk tot
de oprichting van ‘West-Friesland’ en ‘Groot-Geestmerambacht’ zijnde de
twee instellingen die binnen de omringdijk waterschapstaken uitvoeren.
Vergelijkbare ontwikkelingen deden zich voor bij de gemeenten maar ook in
het onderwijs en het culturele leven: samengaan enerzijds en verbreding
van het aanbod anderzijds.
Zonder trafo's geen stroom, zonder stroom geen centrale brandmelding.
Door kleine eenheden samen te voegen, hoopte men de steeds groter
wordende technische en bestuurlijke problemen beter te kunnen oplossen.
Kon vroeger een belangrijk deel van de zorg voor de waterhuishouding
worden overgelaten aan de molenmeesters van kleine polders, kon een
pientere timmerman al gauw de taak van een gemeenteopzichter waarnemen, in
1950 veranderde alles in West-Friesland zo radicaal dat iets dergelijks
niet meer op de oude vertrouwde manier kon gebeuren. Ruilverkaveling zette
niet alleen landschappelijk het land op zo'n kop, maar had, door de gelijk
optredende bedrijfssanering, ook economische en sociaal grote invloed.
Er werden tientallen kilometers nieuwe wegen aangelegd, gemalen gebouwd,
beplanting aangebracht. Vrijwel alle dorpsstraten werden omgewroet ten
behoeve van riolering, kabels en aardgasleidingen. Er kwamen ondergrondse
buizen waardoor het rioolwater naar zuiveringsinstallaties werd geperst,
terwijl anderzijds transportleidingen voor drinkwater dwars door onze streek werden ingegraven.
Er is nogal wat veranderd sinds de spuitgasten uit Niedorp ‘per torenklok’
werden opgeroepen om de door Jan van de Heiden in 1695 geleverde spuit te bemannen.
Ziekenzorg werd eveneens geconcentreerd: het ziekenhuis in Enkhuizen verdween en tussen de overgebleven
instellingen in Hoorn, waar het Streekziekenhuis ook al een fusie was van Stadsziekenhuis en ‘de Villa’,
verschenen steeds meer samenwerkingsovereenkomsten. Zelfs ziekenvervoer, brandpreventie en brandbestrijding
werden in groter verband uitgevoerd. Een merkwaardige ontwikkeling deed zich voor bij de zorg voor bejaarden
en geestelijk gehandicapten. Was het in de jaren zestig nog gebruikelijk dat burgemeesters van de toen
veel kleinere gemeenten elkaar begroetten met de vraag: ‘En, heb jij je bejaardenhuis al?’ in de toekomst
zou die vraag wel eens kunnen luiden: ‘En, ben jij je bejaardenhuis al kwijt?’ De gedachte aan verzorging
van mensen die hun hele leven hard hadden gewerkt en als dank daarvoor ten minste een ‘onbezorgde oude
dag’ konden genieten was, als reactie op het armenhuis, zeer begrijpelijk.
Economische motieven leidden tot het stichten van tehuizen voor 80 tot 120
inwoners en soms nog meer. In de afgelopen jaren werd echter de nadruk
gelegd op het zoveel mogelijk zelfstandig blijven van ouderen en niet
alleen om economische redenen.Men ging dus weer af van de weg die tot grote
concentraties had geleid. En daarmee ook van de pijnlijk duidelijke
indeling van de maatschappij in groepen, die leder hun door de staat
voorgeprogrammeerde en stellig erg goed bedoelde en uitgevoerde huisvesting hadden.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.