Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 92-94
Door de toenemende welvaart werkte het voorbeeld van de wat sierlijker uitgevoerde boerderijen
aanstekelijk op de boeren.
In het woongedeelte werd de houten weeg vervangen door een stenen muur (Desondanks bleef de uitdrukking
‘in de weeg legge’ voor iemand die tegen de wand van de bedstee moest liggen, tot aan vandaag van kracht).
Er kwamen kunstig gemetselde schoorstenen en fraai bezegelde schouwen. Onder langs de voet van het rieten
dak werden drie of vier rijen dakpannen gelegd en niet alleen om constructieve redenen.
Een zeer fraai gebruik van dakpannen kwam in zwang met het aanbrengen van zogenaamde spiegels.
Een gedeelte van het rieten dak werd met soms rechte, soms gebogen begrenzingen weggelaten.
Het vrijgekomen dakgedeelte werd veelal met zwart verglaasde pannen gedekt. De aldus ontstane dakspiegel
werd boven het woongedeelte aangebracht en dat zou, volgens onbewezen veronderstellingen, mede zijn
gedaan ter beperking van het brandgevaar.
De details van riante stolpboerderijen, zoals schoorstenen, gootlijsten en
voordeuren, getuigen van een vakmanschap (zelfs meesterschap) dat goed vorm wist te geven aan opdrachten
uit een wat ruimere beurs.
Evenmin bewezen is het gezegde dat de blauwe of witte band, die aan de onderkant van de muur werd geverfd,
boze geesten af zou schrikken, dan wel dat de hartvormige slotplaten bij een sleutelgat een levenssymbool
zouden zijn. Of men dan in het ‘hartje’ van de pleedeur ook een levenssymbool moet zien?
In hoeverre symboliek of traditie een rol speelden bij het gebruik van de voordeur is niet duidelijk
te zeggen. Het bekende rijmpje zegt: ‘De dode en de bruid gaan de voordeur in en uit’, hetgeen betekent
dat de deur slechts opengaat als een bruidspaar het huis betrekt of als een dode wordt uitgedragen. In
de praktijk van de verdere ontwikkeling van de stolp kreeg die voordeur meestal een wat daagser functie.
In de tweede helft van de vorige eeuw werden veel boerderijen vernieuwd. Er moest ruimte komen voor
betere kaasmakerijen en voor rijtuigen.
Het uiterlijk van de boerderij veranderde in zijn hoofdvorm nauwelijks meer; de architectuur van de
gevels, waarin geruime tijd een stadse invloed viel aan te wijzen, was weer in handen van de
plaatselijke vaklieden. Toch gingen die ook met de mode mee: uitgezaagde sierranden aan dakkapellen
en goten, gestucadoorde omlijsting rond ramen en terugliggende voordeuren met glasruitjes deden hun
intree.
Veranderingen in het uiterlijk komen ook vandaag nog voor. Niet dat er nieuwe stolpboerderijen worden
gebouwd, maar sinds het woord nostalgie van een wat ranzig smaakje is voorzien, wordt onder die noemer
rondgewoed met ‘restauraties’ aan bestaande panden.
Alles wat de doe-het-zelf winkel aan lompe raamroeden, oudbakken luiken, hardhouten voordeuren en
plastic balkenplafonds kan opleveren, wordt met veel enthousiasme en weinig historische kennis
aangebracht. Bij voorkeur gelijmd. De tijden veranderen, West-Friesland met hen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.