Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 109-110

5.5 Bouwers en Tuinders

Nooit om de vierkante, maar altijd om de ronde

Zo luidt de uitdrukking die aangeeft dat het in het Westfriese leven om het geld draait. Met het oog op de hiervoor geschetste ontwikkelingen en veranderingen een begrijpelijke constatering. Vooral toen de streek en de steden zich begonnen te ontwikkelen en het economische leven zo ingewikkeld werd, dat niet met eenvoudige ruilhandel kon worden volstaan, begon het geld een steeds grotere rol te spelen. En het was en bleef een kunstje om er aan te komen. Boeren, die als de eerder beschreven man uit Winkel, gewend waren om zichzelf te redden, kwamen, toen de gouden tijd van vóór 1880 voorbij was, vaak geld tekort om in de herfst een koe te kopen, terwijl een bouwerman zich geen voldoende pootgoed kon aanschaffen. Goede raad was vaak erg duur, mede omdat door de voorafgaande rijke tijd de saamhorigheid niet zo erg was ontwikkeld. De staatscommissie die in 1890 over de toestand in de landbouw rapporteerde wees daar al op.

In de afgebeelde boerderij uit Hem was het eerste Westfriese Rabo-'kantoor’ gevestigd.

Tegen de eeuwwisseling, onder druk van de verslechterende omstandigheden, begonnen coöperatieve veilingen en zuivelfabrieken terrein te winnen. Zij kampten echter met een tekort aan geldmiddelen. Particuliere banken verschaften geen leningen aan kleinere bedrijven zodat er, naar Duits voorbeeld niet veel anders overbleef dan gezamenlijk een bank te stichten. Een boerenleenbank. Een aantal van deze banken ging landelijk samenwerken in twee overkoepelende organisaties, die uiteindelijk één geheel vormden in de zogenaamde Rabobanken. Veel Westfriezen hebben hun beste krachten gegeven aan het organiseren van het landbouwkredietwezen. De in Hoorn geboren dr. van Aalst, de latere voorzitter van de Nederlandse Handelsmaatschappij, was een van hen. De man van wie gezegd werd dat hij schitterend raak en verbluffend mis kon tasten, leverde zijn bestuursaandeel op de juiste, rake wijze.
Vrijwel alle coöperatief georganiseerde activiteiten werden op het platteland door een Boerenleenbank of een Raiffeisenbank gefinancierd. Aan- en verkoopverenigingen, maalderijen, zuivelfabrieken, veilingen, fokverenigingen, dorsverenigingen, waterschappen en verzekeringen behoorden tot de klantenkring.

Na de Tweede Wereldoorlog waren de verwachtingen niet hoog gespannen. Het duurde tot 1950 eer de spectaculaire groei van de coöperatieve banken een aanvang nam. West-Friesland bleef achter, ging zelfs nog tot 1953 door met het wat enge separatisme op formele en/of godsdienstige grondslag toen banken in Ursem, Oterleek en Andijk werden gesticht. Dat de achterstand ondertussen ruimschoots is ingehaald, blijkt wel uit het feit dat in Oostelijk West-Friesland alleen al 24 vestigingen zijn.

Op voorstel van pastoor Bosman werd in Hem… Op voorstel van pastoor Bosman werd in Hem in 1897 de eerste Boerenleenbank in West-Friesland opgericht. Directeur werd J. Koopman, die ervaring had in het uitlenen van geld. Als hij ‘zitting’ hield stond hij met zijn rug naar de klanten en overhandigde zonder om te zien het gevraagde bedrag met als enige tekst: ‘assie’.
Mensen die hij minder kredietwaardig vond kregen alleen ‘nei’ te horen. Geen prater van huis-uit.


 


Hé, is dat Westfries?

499. Wie de buul ('t geld) heeft, is baas.
(Wie de geldbuidel, de portemonnee heeft, die heeft de macht).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.