Bibliotheek » De Speelwagen » 1946 » No. 2 » pagina 41-42
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
1e jaargang,
1946,
No. 2,
pagina 41-42.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: Mns.
Het lijkt vreemd, maar in officiële stukken staat te lezen:
Wie op Zondagmiddag een uiltje knapte kreeg een bekeuring.
De afpersingen, waaraan de ingezetenen der Kennemerdorpen blootstonden van de zijde der dienaren
van den Baljuw van Kennemerland, waren dermate, dat de besturen der dorpen zich tot de Staten van
Holland wendden met het verzoek, daar een einde aan te maken. Dit geschiedde in 1601.
De besturen der dorpen wezen er op, dat de inwoners de algemene bepalingen omtrent de Zondagsrust stipt
in acht namen, doch dat zij niettegenstaande deze plichtsbetrachting voortdurend werden lastiggevallen
door de dienaren van den Baljuw, indien zij noodzakelijke kleine bezigheden op Zondag verrichtten en
dat deze vervolgingen in strijd waren met de opvattingen in alle andere delen des lands, omtrent het
niet werken op Zondag.
Zij wezen er daarbij op, dat de genoemde dienaren de vervolging op onbehoorlijke wijze uitvoerden,
hetzij met, hetzij zonder voorkennis van den Baljuw.
Het was de dienaren er niet om te doen om de zaken voor de vierschaar te brengen, doch om zelf de boete
te bepalen en in ontvangst te nemen (vermoedelijk ten bate van hun eigen zak). De bekeurden werden
geprest in de een of andere herberg te onderhandelen. De inwoners gaven daar vaak gevolg aan, omdat
zij anders voor het gerecht moesten verschijnen, waarvoor zij vaak een lange en vermoeiende tocht
moesten maken en dan bovendien door verzuim van hun werk ernstige schade leden.
Van de zogenaamde vergrijpen waarom het ging, werd in het verzoek aan de Staten een dertiental opgenoemd.
Hier volgen er enkele van:
1. Het op Zondag groente uit de moestuin halen en aal uit de korven om die dag te eten.
2. Het sluiten van hekken op Zondag om te voorkomen, dat de paarden niet uit de weide liepen.
3. Het op Zondag zitten slapen, omdat zij geen goede werken deden.
Allicht, dat zij eens indutten. Zij mochten op Zondag zo goed als niets doen en zullen dus wel eens
slaap hebben gekregen. De Staten van Holland vonden het ook te bar en bij besluit van 18 Mei 1601 werden
de Kennemers in het gelijk gesteld en werd bepaald, dat zij niet meer bekeurd mochten worden voor het
binnenshuis verrichten van werkzaamheden op Zondag en van dezulke buitenshuis, welke noodzakelijk waren.
Voorts werd bepaald, dat voor het verrichten van werkzaamheden op Zondag in verband met het hooien of
met de oogst, toestemming kon worden verkregen van den naastbijwonenden bestuursambtenaar.
Mns
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.