Bibliotheek » De Speelwagen » 1946 » No. 3 en 4 » pagina 78-79
Brak los in Monnikendam en draafde de Zeevang door naar Hoorn....
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
1e jaargang,
1946,
No. 3 en 4,
pagina 78-79.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: Jan A. Wit.
Een van de merkwaardigste, maar ook aardigste verhalen, die ik van mijn ouden vriend Daniel Spaarman te
Kwadijk - helaas is de man te vroeg overleden - hoorde, is dat van de oorsprong van vele gemeentewapens,
waaraan een stier schuld heeft.
Zoals ik het van hem hoorde, geef ik het weer, doch men beschouwe het als een aardig verhaal, dat alle
historische waarde mist en slechts qua sage waardering verdient.
"In de tijden, dat in Monnickendam nog een klooster stond, waarvan het platte dak geweldige afmetingen
had, stond op een morgen een monnik met droeve blik te kijken naar de omliggende landerijen, waarop het
gras was verdord. Dit speet hem temeer, daar er bij het klooster een stier liep, die voor veel geld was
gekocht, maar nu, door gebrek aan voedsel, sterk begon te vermageren.
De monnik keek in het rond om een graziger plekje voor het dier te vinden. Daarbij viel plotseling zijn
blik op het dak van het klooster, waar welige plukken gras bij neerhingen. Een idee schoot door zijn
hoofd. Waarom den stier niet op het dak gezet?
Hij rende naar binnen, riep de raad bij elkaar en nadat zij een middag en een avond erover hadden
vergaderd, werd besloten, in de vroegte van de volgende morgen den stier op het dak te hijsen.
Reeds vroeg die volgende dag werd de hijsinstallatie in orde gebracht. De stier werd gehaald en met
touwen vastgebonden. Het gehele klooster was uitgelopen en trok en hees en de stier schoot de lucht in.
Maar of het nu door een verkeerd vastgemaakt touw kwam, of dat er een touw brak, men weet het niet, doch
de stier raakte los, kwam op de grond terecht en stoof door de verschrikte kring van monniken de
stadspoort uit. Een der monniken volgde hem met een knots, doch kon het dier niet inhalen. Dit is de
reden, dat de stad Monnickendam tot heden ten dage in haar wapen een monnik met een knots voert.
De stier sloeg de weg in naar Edam, waar hij tegen de avond aankwam. Hij legde zich, door vermoeidheid
overmand, te slapen op een groot stuk weiland, dicht bij het Herenlogement. De sterren fonkelden helder
boven zijn hoofd. Vandaar het Edammer-wapen: een stier op een groen veld met drie gouden sterren erboven.
Later bouwden de Edammers op deze plek hun vermaarde Grote Kerk.
Toen de morgenschemering aanbrak, begaf de stier zich weer op pad. Hij rende naar Middelie, waar de
kikkers zo vreselijk schrokken van de wilde gedragingen van het beest, dat zij huizenhoog uit de sloten
te voorschijn sprongen. Mag dit de reden zijn, dat het dorp Middelie in zijn wapen drie kikkers
voerde?1
Doch de stier lette niet op de door hem veroorzaakte onrust en rende op het dorp Oosthuizen aan, waar een
der magistraten hem schijnbaar in de weg stond, want hij vloog recht op hem af en stak een van zijn horens
door de knijpbril van den goeden man. De Oosthuizers vonden dit feit van zoveel belang, dat zij in hun
wapen - waarover zij reeds lang twistten - een knijpbril met één glas vastlegden.
Nog had de stier geen rust. Hij vloog op de stad Hoorn aan, waar hij zo'n geweldige haast had, dat hij met
zijn horens tegen de muur rende. Eén der horens brak af en vloog een eind de stad in. Of de burgers
den stier hebben gevangen, vermeldt de historie niet, maar dat Hoorn de gebroken horen in haar stadswapen
opnam, is een feit, dat men alledag nog bewonderen kan."
Jan A. Wit
1 Het tegenwoordige wapen van Middelie bevat twee hooihoopjes met een klaverblad in het midden. Wie weet wanneer dit wapen hier is ingevoerd? Het kan niet lang geleden zijn. En waarom? Ik kon er geen gegevens van verkrijgen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.