Bibliotheek » De Speelwagen » 1946 » No. 3 en 4 » pagina 80-81
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
1e jaargang,
1946,
No. 3 en 4,
pagina 80-81.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: G. T. Vermeer.
Wij, mensen, zijn geneigd schoonheid, die wij dagelijks om ons heen zien, achteloos voorbij te gaan.
Want het dagelijkse wordt zo gemakkelijk het alledaagse, wij zien het niet meer, omdat het zo
„vanzelfsprekend” is.
Hoe weinigen van ons zien nog de schoonheid van de oude Hollandse stadjes, waarin wij leven, van een
edel gevormde gevel, een toren-silhouet tegen een bewogen wolkenlucht. Was dit alles altijd een bezit
voor ons geweest, dat wezenlijke gevoelens van warme sympathie wakker hield, dan zou er veel meer
bewaard en veel minder voor goed bedorven zijn.
Dit besef bezielde de oprichters van de vereniging Oud-Edam, toen zij begonnen de hoofden bijeen te
steken. Ook zij liepen (en lopen nog) te vaak achteloos door onze stad, zozeer bezig gehouden door
eigen dagelijkse zorgen, dat zij geen oog hebben voor hun omgeving. Maar er was iets, dat hen van hun
medeburgers onderscheidde: zij waren zich er op sommige ogenblikken van bewust.
En dit inzicht heeft het aanzijn geschonken, aan de vereniging Oud-Edam, die, wat na het voorgaande
niet vreemd meer klinkt, zozeer de aandacht heeft getrokken van personen, die niet of niet meer ter
plaatse wonen, omdat men immers het gemis moet voelen, om de waarde van dat alledaagse in te zien.
De ogen openhouden voor de schoonheid van onze omgeving en het schijnbaar dode historisch voor ons doen
leven, ziedaar het verenigingsprogramma in a nutshell. Dit hoeft niet te leiden tot star
oudeheertjes-conservatisme, tot het aanmoedigen van oud-Edam-imitaties bij nieuwbouw. Niet daardoor
brengt men zijn medemensen tot belangstelling voor het historisch gewordene. Wat wij wensen is een
alom levende. belangstelling voor en liefde tot de omgeving, waarin wij zijn opgegroeid. Met chauvinisme,
met bloed en bodem, heeft deze liefde voor het„land van herkomst" niets te maken.
Wij waren zo gelukkig in het Edams Museum al een centraal punt te vinden, van waar uit wij konden gaan
werken. De bezettingstijd bood daartoe weinig gelegenheid. Nu kan er begonnen worden en binnenkort zullen
drie leden van Oud-Edam mede het museum besturen.
Wij zullen trachten van deze gezellige rommelkamer het eerste plaatselijke museum te maken, dat zijn
bezoekers systematisch wegwijs maakt, als zij wensen de schoonheid van de stad te leren kennen.
Hoe wij het ons voorstellen en wat wij ervan terecht brengen, wij hopen er u te dezer plaatse rekenschap
van af te leggen.
Tot de volgende keer, lezers.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.