Bibliotheek » De Speelwagen » 1951 » No. 5 » pagina 159
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
6e jaargang,
1951,
No. 5,
pagina 159.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: J. Deutekom-Berkhout Pd..
Westfriese spreekwoorden en gezegden
Op uw vraag” Wie kent er nog meer?” zend ik u als geboren Langedijkse enige spreekwoorden en gezegden, die hier nog en ook elders in N. Holland worden gebruikt.
1. Zachies an den breekt ut lointje niet.
2. Mit twei biene in ien kous zitte.
3. Kramde nappe kenne ut langste mee.
4. Bai wie en waai om, wordt of werd hier gebruikt als gezegde wanneer
iemand b.v. een voorval vertelde, maar zo breed en uitvoerig dat men
zei: nou, nou die gaat ok bai wie en waai om.” Hoe men aan deze
uitdrukking komt, weet ik niet.
5. Ze zet un gezicht as zeuven dagen slecht weer.
6. Ze zet un gezicht as ouwe lappe.
7. Om de hier en gunter niet!
8. Zo kaal as een luis.
9. Zo slecht as katoen van un cent (per el).
10. De hen zakt nei de ben, is een gezegde, dat b.v. uitdrukt:
Wanneer men langere tijd getrouwd is dan schikt de een zich hoe langer
hoe meer naar de ander. De oorsprong zal wel zijn, dat de kip zich
schikt naar de mand, die zij als legnest of broednest gebruikt.
11. Zoo skeif as een skietskuit, werd b.v. gebezigd wanneer men een
„jurk” past en de rok of 't jakje scheef uitviel. Volgens van
Dale is een schietschuit een pakschuit in geregelde beurtvaart of een
gewone roeiboot, die van onder voorzien is van een paar schenen en voor
de overtocht over niet al te sterk buitenijs gebruikt wordt.
12. Zo dronken as un kanon.
13. Hoi gooit ok un duit in 't zakje.
14. Hai leit 'm ok niet deur de migge pikke.
15. Zai heb ok puur snot in 't neuske.
16. Veul geskreeuw maar weinig wol.
17. Ze hep Iefke en Aafke om werd gebezigd om aan te duiden dat een
meisje of vrouw alle mogelijke opschik, versierselen, had aangebracht.
18. Die hep ok puur iepkus is een uitdrukking die bedoelt dat hij of zij
zich heel graag aanstelt. Bij kinderen zegt men b.v. wanneer ze beginnen
te huilen voor ze nog gewassen worden „hoor us gien iepkes” .
Of bij een meisje of jongen die zich nogal „deftig” voordeed
in de ogen van de dorpsgenoten, zei men: wat hep zoi of wat kroigt hai
un iepkus.
19. Ze heb kap en dek op.
20. Je magge um niet in 't ootje nemen.
Noordscharwoude.
J. Deutekom-Berkhout Pd.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.