Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 2. Typisch West-Fries » pagina 12-15

2.2 Stoomgemaal bij Medemblik

De voortdurende strijd tegen het water

Een stoer uitziend gebouw, aan de voet van de Omringdijk, even ten zuidoosten van Medemblik, richting Wervershoof. Dit was het stoomgemaal van de Vier Noorder Koggen. Het is nu het Nederlands Stoommachinemuseum.


Stoomgemaal Vier Noorder Koggen aan de Oosterdijk 4 te Medemblik kort na de voltooiing in 1907. (WFA)

Tot in de jaren zestig van de 19de eeuw werd het Ambacht van West-Friesland, genaamd de Vier Noorder Koggen, droog gehouden door 24 watermolens. Daarvan stonden er vijftien ten zuidoosten van Medemblik: het laagste punt van het Ambacht. Van die 24 watermolens is er nog één over: de kogge molen Westuit 7 bij Aartswoud, eigendom van de Stichting De Westfriese Molens. In de omgeving van het stoommachinemuseum zoekt men naar fundamenten van de vijftien molens, die daar hebben gestaan.
In 1863 constateerde het bestuur van het Ambacht dat de bestaande bemaling voldoende was ‘zoolang de noodige windkracht aanwezig is en het water in de Zuiderzee niet te hoog staat’. De boeren in het Ambacht dachten er anders over en in november 1869 kregen de molens bijstand van een stoomgemaal.
In 1882 achtte de dijkgraaf het noodzakelijk om er een tweede gemaal bij te bouwen, maar pas in oktober 1906 kon die tweede watermachine, gevoed door zuiggasmotoren, in gebruik worden genomen. Daaraan voorafgaand had het bestuur van het Ambacht 24 jaar lang gediscussieerd over de vraag wat de goedkoopste oplossing zou zijn. Twee jaar na het in gebruik nemen van die tweede machine werden de 24 overbodig geworden molens te koop aangeboden.
In 1923 maakte het zuiggasgemaal plaats voor een stoomgemaal. De vier pompen, die toen binnen de muren stonden opgesteld, hielden het Ambacht droog tot in de jaren zeventig van de 20ste eeuw. In het ruilverkavelingsplan voor de Vier Noorder Koggen was een nieuw gemaal ingetekend nabij Onderdijk, met daarin twee pompen met een capaciteit elk van 270 kubieke meter water per minuut. Eind december 1977 werd het in gebruik genomen.
Het stoomgemaal werd Stoommachinemuseum. Maar in tijden van hevige regenval kunnen de boeren in het Ambacht – dankzij vrijwilligers – nog op hem rekenen.

Veel land te winnen

De Westfriese Omringdijk omspant een oppervlakte van bijna 60.000 hectare. Vooral in het westelijke deel was het aanvankelijk een natte boel.

De pijp van het stoomgemaal aan de achterzijde van het complex. (Foto TM)

De strijd tegen het buitenwater was gewonnen, die tegen het binnenwater kon beginnen. Stukjes land werden met een kade omgeven en het teveel aan water met primitieve middelen geloosd. Maar het bleef behelpen. Tot in 1408 twee mannen uit Alkmaar, Floris van Alkemade en Jan Grietenzoon, er in slaagden om ‘mitter molen water weg te malen’. Met behulp van een scheprad werd het overtollige polderwater naar een hoger niveau – de zee of een boezemwater – geschept.
Er viel binnen de Omringdijk veel land te winnen. Vronermeer, Kleimeer, Schagerwaard, Wogmeer, Baarsdorpermeer en Bennemeer waren meren waarop het bij storm kon spoken.
Zij vormden een bedreiging voor het land rondom. Met drooglegging werd niet alleen de veiligheid gediend, ook de landbouw belangen voeren er wel bij. In 1631 werd het omvangrijke binnenmeer De Grote of Huijgen Waert drooggemaakt. Bij die drooglegging waren 47 windmolens betrokken. De Waert ofwel de Heerhugowaard is de grootste droogmakerij in het West-Friese gebied.
Ook het uitgebreide stelstel van binnendijken getuigt van de strijd tegen het binnenwater. Namen als Zwaagdijk, Bobeldijk, Spierdijk, Grote Zomerdijk, Lutkedijk, Noorddijk, Huigendijk, Tolkedijk, Langedijk, Oudijk, Blokdijk vertellen hun eigen verhaal. In de periode 1550-1650 werd een landwinst geboekt van ruim 8000 hectare.
Rond 1650 was West-Friesland af. Een agrarisch gebied, dat voldeed aan de menselijke maat van die tijd, waarin het paard de actieradius van de mens bepaalde. Molens bleven eeuwenlang nodig om droge voeten te houden. Totdat de windkracht vervangen werd door stoomkracht. Het Stoommachinemuseum toont de geschiedenis van die energievoorziening. Op gezette tijden draait de originele ketel en blaast als vanouds zijn stoom af.


Het stoomgemaal in 2009. Het gemaal biedt na 1989 huisvesting aan het Nederlands Stoommachinemuseum, maar het stoomgemaal werkt nog steeds. Het wordt enkele dagen per jaar tijdens de Stoomdemonstratie-dagen onder stoom gebracht. (Foto TM)

 


Hé, is dat Westfries?

484. Aan de lucht te zien kon 't morgen wel 'ns snei-jagen (sneeuwen).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.