Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 3. Altijd bedrijvig » pagina 32-37
‘Zuurkool maken is ons vak – en meer dan dat’, zeggen ze bij Kramer in Zuid-Scharwoude. Een uitspraak, die is
gebaseerd op meer dan een eeuw ervaring. In 1890 begon Gert Kramer met het inmaken van witte kool in een
schuur achter zijn huis. Daar werd de basis gelegd voor G. Kramer & Zonen bv, tegenwoordig de grootste
zuurkoolproducent van Nederland.
Achter het monumentale kantoorpand aan de Voorburggracht 141 ligt de moderne zuurkoolfabriek, waar op een topdag zo'n honderd ton witte kool wordt verwerkt.
Al vier generaties lang maken de Kramers zuurkool. En de vijfde generatie komt er aan. Toch was Gert Kramer aan het
einde van de 19de eeuw niet de eerste zuurkoolmaker aan de Langedijk. Het waren Duitse ondernemers, zoals Grelinger en
Jansen, die al in 1878 in Noord-Scharwoude een inmaakfabriek begonnen voor groenten en witte kool. Op die plek,
Voorburggracht 301, staan nu nog de monumentale gevelrestanten van de voormalige Noord-Hollandsche Conservenfabriek Peter Verburg.
Ook de zuurkoolfabriek ‘De Nederlanden’ in Noord-Scharwoude
(1885-1919) werd opgericht door een Duitser. Enkele andere namen uit het rijke Langedijker zuurkoolverleden zijn de
zuurkoolfabrieken De Nijs, ‘Nieuw Leven’, Houtkoper/Stenneberg en Hart & Co. Deze laatste,
opgericht in 1903 in Oudkarspel, groeide uit tot de grootste zuurkoolfabriek in
Europa. Via een overname door Luycks kwam het bedrijf in handen van Kramer & Zonen, maar Hart & Co produceert
ook nu nog steeds onder eigen naam zuurkool aan de Voorburggracht 489 in Oudkarspel.
Sinds 1995 is nog een tweede (voormalige) zuurkoolfabriek eigendom van Kramer & Zonen: Vezet in Warmenhuizen.
Opgericht in 1914 door Cor Wagenaar en in 1955 overgenomen door Vezet, de Verenigde Zuurkoolfabrikanten. In
de jaren zeventig stopte men met de zuurkoolproductie en specialiseerde het bedrijf zich in kleinverpakkingen van
versgesneden groente. Tegenwoordig is Vezet marktleider op dat gebied.
Nadat ook de zuurkoolfabrieken Succes in Avenhorn en Rustenburg in Opperdoes van het toneel verdwenen, bleef Kramer & Zonen als enige grote zuurkoolproducent over in West-Friesland.
Dat Duitse ondernemers de eerste zuurkoolfabrieken aan de Langedijk begonnen, is wel te verklaren. Aan het einde van
de 19de eeuw was er al export (per trein) van witte kool naar Duitse zuurkoolfabrieken, omdat er blijkbaar meer vraag
was dan de eigen koolteelt daar kon bieden. De Duitsers bedachten dat het goedkoper zou zijn om zuurkool te gaan
produceren in de streek waar de witte kool geteeld werd: de Langedijk.
Daar was tot die tijd zuurkool een thuis ingemaakt product, maar door de komst van de eerste fabrieken veranderde dat
snel. Voortrekkers, zoals Gert Kramer, volgden het voorbeeld van de Duitsers. De zuurkoolexport kreeg nog een duwtje in
de rug toen Duitsland rond 1900 de eigen koolteelt ging beschermen met een importheffing op verse kool. Met als
gevolg een grotere vraag naar zuurkool uit Nederland. Daar moest dus meer witte kool aangeplant worden en zo kon
Langedijk uitgroeien tot dé koolstreek van Nederland.
In het najaar, koôlhaalderstoid bij uitstek, kan iedereen dat zelf zien – en ruiken – langs de binnenwegen van Langedijk en
omstreken. Maar wel voorzichtig zijn, want die wegen worden vaak glad door de modderlagen, die de tractoren met hun
aanhangwagens vol kool op het wegdek achterlaten.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.