Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 5. Droge voeten » pagina 30-33
Het verhaal wil dat de Zeswielen langs de Hoornsevaart bij Alkmaar/Oudorp is vernoemd naar de zes raderen van drie overhalen die hier ooit zouden hebben gestaan. Alle boeren uit de Langedijk gingen met volgeladen schuiten via deze route naar de markt in Alkmaar. De overhalen met elk twee grote wielen werden gebruikt om hun boten over de dijk te slepen. Op deze plek stonden zes strijkmolens.
De zes strijkmolens maakten deel uit van een serie van veertien
molens die na de drooglegging (1625-1631) van de Heerhugowaard de waterhuishouding in westelijk West-Friesland op peil
moesten houden. Behalve deze zes stonden er ook nog vier
molens bij Rustenburg en vier ten oosten van Oudorp.
De zes molens bij Oudorp, die eenvoudigweg werden
aangeduid met de letters A tot en met F, waren bovenkruiers.
Dat wil zeggen dat de kap in de wind kon worden gedraaid.
Zoals bij de meeste Noord-Hollandse molens zat het kruiwerk
in de molen en niet buiten, zoals bij de Zuid-Hollandse molen
met een kruiwerk aan de ‘staart’.
Al in 1688 ging molen F in vlammen op. Deze werd niet
herbouwd, kennelijk kon men toe met vijf molens. Deze
situatie bleef bestaan tot 1941. De aanleg van het kanaal
Omval-Kolhorn en een grootscheepse herziening van de
boezemsystemen maakten de vijf molens overbodig. De
gevolgen waren jammerlijk.
Molen A werd gesloopt. Het Openluchtmuseum in Arnhem
was op zoek naar een Noord-Hollandse watermolen en kon
deze goed gebruiken. De molen werd gedemonteerd en in
Arnhem opgeslagen. Tijdens oorlogsgeweld ging de molen
daar verloren. De nog vier overgebleven molens stonden stil.
De kaden vervielen, de kolken werden gedempt. Vlak langs de
molens kwam een fietspad, er was immers geen gevaar meer
van draaiende wieken.
In de jaren negentig van de vorige eeuw vergaderde men
langdurig over de toekomst van de molens. De provincie – eigenaar van het viertal – zag ze als monumenten die
uitsluitend geschikt waren om er in te wonen. Maar wel tegen
een nogal hoge huur.
Molenliefhebbers streefden naar volledig herstel. Met de
bedoeling de molens weer te laten draaien en indien mogelijk
ook te laten malen. Er volgde nog meer overleg en de tijd
verstreek. Er werden onderdelen uit molen C gesloopt om te
gebruiken in molen D. Onverlaten stalen het koper van de
bliksemafleider in molen C.
Vandalen staken in het voorjaar van 1999 deze molen in brand.
Inmiddels waren in 1998 de molens met een behoorlijke
bruidsschat overgedragen aan de ‘Molenstichting Alkmaar’ en
kon de restauratie stevig ter hand worden genomen.
Het fietspad werd nu met bochten om de molens gelegd,
zodat de wieken weer konden draaien. Bomen en struiken
verdwenen. Onder de enthousiaste vrijwilligers meldde zich
molenaar Aggie Fluitman die toestemming kreeg om in molen
C te gaan wonen en deze te laten draaien.
Helaas, met kerstmis 2004 werd opnieuw brand gesticht en
ging de pas gerestaureerde en nieuw ingerichte molen geheel
verloren. Aggie was al haar spullen kwijt. Met groot
doorzettingsvermogen nam men het werk opnieuw ter hand.
In 2008 was het zover dat alle vier de molens konden draaien
en molen C zelfs weer kon malen.
176. Die auto gaat nog wel 'n tijdje mee. Die moet je niet wegskoiten (ver beneden de waarde van de hand doen).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.