Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 6. Het zeegat uit » pagina 3
Door de strategische ligging aan zee speelde West-Friesland vanouds een hoofdrol in de geschiedenis van de Nederlandse scheepvaart. In de Middeleeuwen kwamen de eerste West-Friese havenplaatsen als Kolhorn en Enkhuizen tot bloei dankzij de haringvisserij.
De opkomst van de overzeese handel maakte West-Friesland tot een belangrijk knooppunt van binnen-
en buitenlandse handelsroutes. De regio leverde niet alleen handelsproducten en zeelieden, maar bracht
ook mensen voort die tot dewereldtop zouden gaan behoren op het gebied van de scheepsbouw en navigatie.
De Nederlandse handelsbelangen op zee waren zo groot dat de Nederlanden in de 17de eeuw vrijwel permanent
in oorlog waren. Tot circa 1650 met de Duinkerker kapers, die de bondgenoten waren van aartsvijand Spanje.
In de tweede helft van die eeuw met de Zweden en Engelsen die tevergeefs de Nederlandse hegemonie op zee
trachtten aan te tasten. In de Franse tijd (1795-1810) verloor Nederland haar positie als zeemacht.
Latere pogingen om de visserij en handel in West-Friesland weer op het oude niveau te krijgen, liepen
op niets uit. In eens belangrijke zeesteden als Hoorn, Enkhuizen en Medemblik herinnerden alleen de
oude monumenten nog aan de Gouden Eeuw.
Met de opkomst van vooral het watertoerisme wordt de waarde van deze historische monumenten en de
gunstige ligging aan het water herontdekt.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.