Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 6. Het zeegat uit » pagina 10-15
In 1988 maakte de beeldhouwster Sophie Hupkens (1952) in opdracht van de gemeente Enkhuizen een groepsstandbeeld ter herinnering aan de twee belangrijkste pioniers op het gebied van navigatie die Nederland heeft gekend: Lucas Jansz Waghenaer en Jan Huygen van Linschoten. Het beeld staat op de plaats waar de Van Linschotenstraat en Wagenaarstraat samenkomen.
Zijaanzicht met Linschoten voor de wereldbol en Waghenaer met de kaart.
(Foto TM)
Lucas Jansz Waghenaer werd omstreeks 1533 in Enkhuizen geboren. De vroegste stukken noemen hem een
‘ervaren piloot ende stuerman’ en hij bewees zijn zeevarende tijdgenoten een grote dienst
met het uitgeven van de eerste gedrukte zeeatlas de Spieghel der Zeevaerdt (1584-85). De kaarten van
de kust die Waghenaer in zijn atlas verwerkte, waren volstrekt uniek en bestreken globaal het gebied
tussen Finland en Cadíz (Spanje).
Ten dienste van de schippers waren profielen van de kustlijn toegevoegd en de kliffen, rotsen en
zandbanken aangegeven die hun schepen in gevaar zouden kunnen brengen.
De Spieghel kreeg meerdere vertalingen. In Engeland
gebruikte men Waghenaers naam zelfs als synoniem voor de
atlas met zeekaarten. De vertaling van de Spieghel, The Mariner's Mirrour (1588), heette daar in de volksmond de
Waggoner. En nog in 1700 werd een Wagoner of the Great
South Sea uitgegeven, hoewel Waghenaer zelf nooit één kaart
van de Stille Oceaan had getekend.
De tweedelige Spieghel was te kostbaar om daadwerkelijk
mee aan boord te nemen. Het vermoeden bestaat dat
schippers en stuurlieden voor vertrek gegevens overnamen uit
het werk.
Na 1592 kon men ook gebruik maken van Waghenaers
handzamere Tresoor der Zeevaert. In de Tresoor blijkt voor de eerste maal ook iets van de Hollandse interesse voor de vaart
op Oost-Indië. In een bijlage waren allerlei gegevens
opgenomen afkomstig van de Enkhuizer stuurman Dirck
Gerritsz Pomp, alias Dirck China.
Hij was stuurman in Portugese dienst en de eerste Nederlander
die Japan en China bezocht. Dirck beschrijft China als ‘een seer
ryck landt van Gout, Edel gesteente, alderhande syde, Perlen
[…] Goutdraet, Muscus en van al dat men mach bedincken’.
Het zou geen enkele moeite kosten een schip vol te krijgen
met handelswaar. Deze laatste zinsnede moet als muziek in de
oren van de Hollandse kooplieden hebben geklonken.
Het is aan de wereldreiziger Jan Huygen van Linschoten te danken dat de route naar de Oost daadwerkelijk werd bevaren. Van Linschoten kwam ter wereld in Haarlem, maar
bracht een deel van zijn jeugd in Enkhuizen door. Hij werd op
jonge leeftijd naar Sevilla gestuurd om het vak van koopman
te leren. Via enkele omwegen kwam hij in 1583 terecht in Goa,
een Portugese kolonie in India.
Van Linschoten was toen in dienst van de Portugese
aartsbisschop en vanuit die positie had hij gelegenheid de
zeden en gewoonten van het land ‘ende andere dingen’ te
onderzoeken. Deze andere dingen waren de zeemansgidsen
met allerlei routebeschrijvingen van Portugese schippers die Goa aandeden. Van Linschoten heeft volgens zijn eigen
zeggen deze gidsen zeker vijf jaar lang ‘met grooter
neersticheyt ende correctie bijeen vergadert’.
Na een afwezigheid van twaalf jaar zette Van Linschoten weer
voet aan wal in Enkhuizen. Waghenaer en de stadsdokter
Paludanus ontvingen hem met open armen. Waghenaer had ter vervolmaking van zijn Tresoor gebruik gemaakt van de
brieven die Van Linschoten naar zijn ouders had gestuurd en
Paludanus was bijzonder geïnteresseerd in de rariteiten die
Van Linschoten uit India had meegebracht.
Het was ook een aantal ambitieuze Amsterdamse kooplieden
niet ontgaan dat er iemand in Enkhuizen woonde met een
schat aan informatie over vaarroutes naar Oost-Indië. Na thuiskomst had Van Linschoten het voornemen zijn gegevens
over de vaart naar de Oost direct uit te geven, maar de
publicatie werd uitgesteld. Ongetwijfeld na enige onderhandelingen.
Toen de eerste vloot naar de Oost onder Cornelis de Houtman
in april 1595 uit Nederland vertrok, had hij het Reys-Gheschrift van Van Linschoten in manuscriptvorm onder de arm. De eerste
reis naar de Oost zou financieel nog geen groot succes
worden, maar aan Van Linschoten heeft dit niet gelegen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.