Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 8. Tuinders, bollenbouwers en saetluyden » pagina 24-29
In Andijk houdt een machtig gebouw de dijk als het ware in een omklemming. Het is 125 jaar oud en op de gevel staat de naam Het Grootslag. In dit gebouw bevonden zich vroeger de pompen en hun krachtbronnen voor de bemaling van de polder Het Grootslag. Het gemaal heeft veel betekend voor de ontwikkeling van de tuinbouw in dit gebied.
Eeuwenlang was tuinbouw bedrijven in West-Friesland ook leren leven met het binnenwater, de poelen en moerassen, en
strijd leveren tegen het buitenwater, dat regelmatig overlast veroorzaakte met overstromingen. Aan de strijd tegen het
buitenwater kwam in de eerste helft van de 13de eeuw een voorlopig einde door het sluiten van de dijk die als een ring om
West-Friesland ligt. In de 15de eeuw deden watermolens hun intrede in Het Grootslag. Die waren hard nodig voor een
diepere ontwatering die met gewoon spuien onmogelijk was.
Maar men bleef afhankelijk van de wind en de capaciteit was soms onvoldoende zodat wateroverlast een probleem bleef, vooral voor de tuinbouwgewassen. Alhoewel er rond 1840 dertien molens in de polder stonden, bracht stoom uiteindelijk de gewenste uitkomst.
In 1843 werden dertien molens in de polder Het Grootslag voor het kapitale bedrag van 60.000 gulden
omgebouwd tot toen moderne vijzelmolens, een belangrijke innovatie die meer capaciteit gaf. Maar toen
kwam de stoommachine.
‘Het punt kwam ter sprake in een vergadering van hoofdingelanden van 19 October 1861. Toen werd
voorgesteld om een proef met een stoomgemaal te nemen als steun voor de overige molens. Dit…ontmoette
hevigen tegenstand van de conservatieve heeren Neefjes, Pool, Koopman, Stapel en Renkema. Zij verzetten
zich met alle kracht’. Deze rijke veehouders zaten met hun grote bedrijven vooral op de hoge
gronden, waar ze ook in natte tijden konden grassen en hooien. ‘Gelukkig echter was de meerderheid
er voor.
De praktijk heeft de tegenstemmers in het ongelijk gesteld. Op 19 November 1861 werd besloten om een
hulpgemaal te zetten te Andijk, dit ter vervanging van de drie oude Enkhuizers molens. De kosten bedroegen,
ruw genomen ƒ 27.000,-. Het werd in 1863 in gebruik genomen. De drie molens brachten ƒ 1858,-
op voor de sloop’.
(Citaten uit: P. Noordeloos en J. Morsink, Geschiedenis van den polder het
Grootslag)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.