Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 8. Tuinders, bollenbouwers en saetluyden » pagina 48-51
Landbouwonderwijs, voorlichting en onderzoek. Met deze drie pijlers wilde de Nederlandse regering aan het eind van 19de eeuw de landbouwcrisis te lijf gaan. Daarom werd in 1890 in Hoorn een proefstation voor veevoedingsonderzoek geopend. Het hoofdgebouw staat nog steeds aan het Keern.
Omstreeks 1875 raakte de Nederlandse landbouw in een crisis
als gevolg van goedkope invoer van vlees en vooral graan. Al
gauw kwam de roep om protectie, maar de regering weerstond
die en liet een staatscommissie de gedrukte toestand
onderzoeken. Die commissie adviseerde tot een rijksbeleid om
de landbouw te leren zichzelf te helpen. Dat kon het beste
door het opzetten van een systeem van landbouwonderwijs (O),
voorlichting (V) en onderzoek (O). Het bekende OVO-drieluik,
dat in 1890 van start ging. Zo werden al in 1890 drie proefstations geopend, waarvan één in Hoorn. Na lang aandringen,
onder meer vanuit West-Friesland met burgemeester H. J. Avis
(1868-1943) van Midwoud als belangrijke pleitbezorger, werd
de tuinbouw in 1895 bij dit stelsel betrokken.
In 1897 verrees in Aalsmeer de eerste Rijkstuinbouwwinterschool. In 1914 kwam ook in Hoorn, aan de Bontekoestraat,
een gebouw dat huisvesting moest bieden aan een
Rijkstuinbouwwinterschool. School en conciërgewoning
waren gebouwd in een bijzondere neorenaissance-stijl met
Jugendstil elementen. Helaas werd het gebouw in 1984 afgebroken maar iets van de stijl is nog te herkennen aan de
nabijgelegen toenmalige Rijks Hogere Burgerschool (nu
onderdeel van het Atlas College) met conciërgewoning die van
1911 dateert. Naast deze scholen werd in de loop van de tijd
ook een stelsel van lagere tuinbouwscholen tot stand gebracht
die door de verschillende landbouworganisaties werden
aangestuurd. Iedere zuil kreeg zijn eigen scholen. Zo werd op
12 november 1929 in Grootebroek de eerste lagere tuinbouwschool in Noord-Holland geopend. Het was een roomskatholieke
school, onder bestuur van de katholieke Land- en Tuinbouwbond LTB. Daarnaast kwamen er regionale
voorlichtingsdiensten en regionale proeftuinen. In de zomer
van 1984 opende prins Claus de nieuwbouw van de Rijks
Middelbare Tuinbouwschool. Die stond aan de Blauwe Berg in
Hoorn en was de rechtsopvolger van de oude Rijkstuinbouwwinterschool die niet lang daarna onder de slopershamer viel.
De school maakt tegenwoordig onderdeel uit van het
Clusiuscollege, samen met scholen in Heerhugowaard,
Schagen, Grootebroek, Alkmaar, Castricum en Purmerend.
De directeur van de Rijkstuinbouwwinterschool was Rijkstuinbouwconsulent en gaf als zodanig leiding aan een team van bedrijfsvoorlichters. Daarnaast was hij directeur van de regionale proeftuinen die veelal aan de winterschool waren verbonden. Hij was dus als het ware de spil en de verpersoonlijking van het OVO-drieluik. Op 1 september 1923 werd ir. C. Rietsema (1893 -1967) als zodanig benoemd in Hoorn, waar het enige Rijkstuinbouwconsulentschap in West-Friesland was gevestigd. Hij heeft tot zijn pensionering in 1958 veel gedaan aan de ontwikkeling van de tuinbouwbedrijven en de ontwikkeling van het onderwijs, onderzoek en voorlichting. In maart 1950 promoveerde hij tot doctor in de Landbouwwetenschappen op het proefschrift Agrarische Bedrijfsvormen in Hollands Noorderkwartier.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.