Archivering » West-Friesland toen en nu » Deel 11. Sporen in het landschap » pagina 8-11
De Burghorn, gelegen ten westen van Schagen, is één van de oudste polders van Nederland. Omsloten door de Valkkogerdijk, Oudedijk en Nieuwedijk ligt daar een stuk land met een eeuwenoude geschiedenis. Het was ‘Willem de Bastaard’, heer van Schagen, die in 1456 het octrooi kreeg om de Burghorn te bedijken.
Het betrof zo'n driehonderd hectare slikland dat na diverse dijkdoorbraken en de daarbij horende overstromingen buiten de naar het oosten verlegde Westfriese Omringdijk was komen te liggen. De bedijking rond dit gebied maakte Burghorn tot een zogenoemde ‘aandijkingspolder’. De eerste polders door drooglegging van een waterplas ontstonden pas een eeuw later, na de introductie van de watermolen.
Zware overstromingen plaagden Schagen in de 12de en 13de
eeuw. Zoals in 1170, toen alle dijken ten westen van de plaats
het begaven. Het doorgebroken zeewater stroomde tot in
Schagen zelf en verwoestte er de kerk. Ook de dijk tussen Sint Maarten en Schagen was weggeslagen.
De Schagenaars wonnen een deel van het verloren land terug
door een nieuwe dijk aan te leggen. Nu is dat de Oudedijk, die
langs de westelijke nieuwbouw van Schagen loopt. Wat er
overbleef was een hoek slikland, Burghorn genoemd.
In 1248 was het weer raak. De dijk brak, precies in de hoek
waar al sinds de vorige overstroming de Schagerwiel lag. Dit
keer werden de landerijen ten zuiden van Schagen getroffen.
Weer dichtten de bewoners het gat in de dijk, maar ze waren inmiddels berooid en niet groot in aantal.
Dat was de povere ‘heerlijkheid’, zoals Willem van Beieren die
aantrof na zijn benoeming in 1427 tot heer van Schagen. De
bastaardzoon van Albrecht van Beieren nam het op zich om verbetering te brengen in de plaatselijke omstandigheden.
Waarschijnlijk zag Willem daarbij de nabijgelegen Valkkoog
als voorbeeld. Ook dit land was eerder na vele dijkdoorbraken
en overstromingen verlaten door de bewoners en als slikland
blijven liggen. Dergelijke stukken onbewoond land waren
eigendom van de grafelijkheid geworden en werden
‘Valkenlanden’ genoemd.
Het gebied behoorde dus aan de graaf van Holland, die het in
1335 ter beschikking stelde aan vluchtelingen uit Gawijzend,
het verdronken dorp ten westen van Medemblik. Zij richtten
het land opnieuw in en bouwden er zelfs een kerk.
De heer van Schagen kwam met vergelijkbare plannen voor
Burghorn. Op 2 januari 1456 verleende hertog Philips I hem
octrooi tot ‘het bedijken van de gevaarlijke inham Burghorn’.
Tevens mocht Willem zich heer van Burghorn noemen.
Vervolgens bouwde men tussen Sint Maarten en Hemkewerf
een dijk (de Nieuwedijk) die sterk genoeg was om het
zeewater uit De Zijpe te kunnen weerstaan – ook bij een zware
storm. Om kosten te sparen werd de grond voor de dijk uit de
nabije omgeving gehaald, zelfs uit een brede strook direct aan
de binnenkant van de dijk.
Dit afkleien van het land werd te naaster laghe en ter minste scade uitgevoerd. Oftewel: zo dichtbij mogelijk, maar zonder
dat het kwaad kan. Dwars door de polder legde men een
centrale weg aan: de Burghornerweg. Kades binnen de polder
zorgden ervoor dat de waterstand in de diverse delen op een
goed peil kon worden gehouden. De afwatering van de polder
moest echter plaatsvinden in de richting van Schagen. Daar
waren ze niet blij met al dat extra water in hun sloten en
vaarten, met menige ruzie tot gevolg.
Heer Willem liet zelf het eerste huis in de Burghorn neerzetten.
Daarna werden er meer woningen gebouwd en in 1462 gaf Willem zelfs rechten, vryheden ende privilegien aan de
inwoners van ‘Burchhorne’. Daarmee kregen ze stederecht, net
als eerder al een aantal andere kleinere West-Friese plaatsen.
Van de Stede Burghorn is niet veel overgebleven.
Een vervallen sluisje nabij Camping Burghorn. (Foto TM)
Op oude
kaarten is tot 1619 nog het eerste huis van de heer van
Burghorn te zien. Kort daarna zal het zijn afgebroken. Ook
van de andere bewoning uit vroeger eeuwen resteert weinig,
de kleine polder telt slechts enkele boerderijen. Maar in de
zomer stijgt het aantal inwoners spectaculair, wanneer het
hoogseizoen is op de Camping Burghorn, sinds 1961 in de
polder gevestigd.
Tijdens de Landinrichtingswerken in de jaren negentig van de
vorige eeuw hoefde men nauwelijks iets te veranderen aan de
eeuwenoude hoofdstructuur van de polder. Daardoor kon dit
stukje poldergeschiedenis vrijwel ongeschonden bewaard
blijven.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.