Archivering » West-Friesland toen en nu » Deel 12. Rond kerk en kroeg » pagina 4-7
De oude herberg De Moriaan valt meteen op in de bocht van de Dorpsstraat in Warmenhuizen. Tussen de Oude en Nieuwe Ursulakerk is het gebouw al eeuwen een plek om tot rust te komen. Tot in de 19de eeuw konden reizigers er hun paarden drenken, voeren of verversen als zij op weg waren naar steden als Schagen of Alkmaar. De Moriaan is één van de oudste nog functionerende horecabedrijven in Nederland. De doorrijstal voor de paarden bestaat al jaren niet meer, maar een kop koffie of een goed diner is er, ook na de uitslaande brand in 2000, nog altijd te krijgen.
De oudste vermeldingen dateren uit het eind van de 16de eeuw.
In 1624 wordt gesproken van 't huis waar t Moeriaenshoof
uithange, een uithangteken dat nog steeds te zien is. Maar
waarom hangt er een moriaanshoofd aan een geveltje in
Warmenhuizen? Daarvoor doen verschillende verklaringen de ronde. Het meest aannemelijk lijkt het verhaal dat de Moor
het symbool was voor lekker, maar vooral bijzonder eten. Dat
zou met name vrouwen aanspreken, want zoals Bredero
juffrouw Agnietjen al in zijn blijspel Het Moortje liet zeggen: Mij was weleer geseyt en ick recht heb onthouwen, Dat die
Morianen zijn genegen seer tot vrouwen. Ook tabakszaken en apothekers gebruikten de Moriaan als aankondiging voor de
bijzondere producten die ze verkochten.
En je kunt er inderdaad lekker eten. De Moor belooft niets te veel. In de afgelopen decennia is de restaurantfunctie voor
De Moriaan steeds belangrijker geworden en zwaait een chefkok
de scepter in het pand. Dat was in het verleden anders.
Natuurlijk kon je er een versnapering of een lichte maaltijd
krijgen, maar het was vooral een café. Vanzelfsprekend heeft
het pand veel uitbaters gehad en in Warmenhuizen en
omstreken was de uitspanning vooral bekend onder de naam
van degene die het bestierde. Zo ging je een borrel halen in café Slikker of een potje biljarten bij Jan Harberts. Daarnaast
waren bruiloften en partijen een belangrijk onderdeel van de activiteiten in het bedrijf.
Een jaarlijks hoogtepunt voor het café is vanouds de kermis
van Warmenhuizen. In drie dagen wordt het grootste deel van
de bieromzet voor het hele jaar gehaald. Oorspronkelijk was
de kermis, afgeleid van het woord kerkmis, een feest ter
gelegenheid van de sterfdag van de plaatselijke kerkheilige.
Naast een hoogmis met gebed en zang in de kerk werd er een
feest in het dorp georganiseerd. Zang en dans, lekker eten en
drank maakten het tot een dag waar de hele dorpsbevolking
naar uitkeek. Het was de kans om je uit te leven en vooral ook
om een partner te vinden. Men genoot van allerlei
kunstenmakers en er waren tenten met ‘zeldzame mensen’: dwergen, reuzen, vrouwen met baarden, noem maar op.
Kwakzalvers deden hun best hun handel tegen allerlei
kwaaltjes aan de man te brengen.
In de loop der tijd werd het drinken van een stevige borrel
echter steeds belangrijker. In de 19de eeuw hielden dominees
donderpreken vlak voor kermis om de mensen te waarschuwen tegen excessen. Allerlei keuren en ordonnantiën
werden uitgevaardigd om de overlast te beperken. Bepalingen
met zinsneden als …dat de tyd tot 't houden van Kermissen … zonder eenige toestemming, onbehoorlyk word verlengd, en
daar door de losbandigheiden desorder vermeerderd. Dat was
reden dat … zy, welke, vóór of náá den hiervoor bepaalden
tyd der Kermis aan deeze luidruchtige vermaaken hebben
deelgenomen, ieder met eene boete van drie guldens zullen
worden gestraft.
In de meeste West-Friese dorpen werd de kermis volop
gevierd. En ook aan het begin van de 21ste eeuw is deze traditie nog springlevend. Het fenomeen kermisborrel is aan het feest toegevoegd. Een kermisborrel wordt georganiseerd
door een groep mensen en men houdt dat festijn in de open
lucht. Soms word je ervoor uitgenodigd, maar vaak ook is
iedereen welkom om te drinken, te eten en ‘mooi an te zitten’.
De deelnemers deponeren meestal een geldelijke bijdrage in
‘de pot’, de sfeer is ongedwongen en informeel.
De interieurs van de cafés in het dorp, en dus ook van De Moriaan, worden voor de kermis zo goed als gestript. Alles wat niet nagelvast in het pand zit, wordt verwijderd en elders opgeslagen zodat de kermisvierders hun gang kunnen gaan. En dat drie dagen lang van 's ochtends vroeg (eerste deun) tot diep in de nacht (het afkratten). Er worden onwaarschijnlijke hoeveelheden bier weggewerkt, maar op één of andere manier blijft het een feestelijke gebeurtenis met vooral achteraf sterke verhalen. Het is het feest van om zes uur 's ochtends bitterballen frituren op straat met je pas gewonnen frituurpan (inclusief afgetapte stroom van de draaimolen) of van een, door de drank wat moeizaam, gesprek met de broodnuchtere pastoor die om zeven uur 's ochtends zijn hond uitlaat, tot de hardnekkige gewoonte om met je maten de eerste twee biertjes van de dag op de vloer uit te gieten. ‘De eerste twee smaken toch niet, dus beginnen we maar met de derde’ is de onderkoelde verklaring. Voer voor psychologen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.