Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 12. Rond kerk en kroeg » pagina 22-25
Aan de Hoofdstraat in Bovenkarspel staat het Vereenigingsgebouw. In de 19de eeuw stond op deze plek het huis van pastoor Hilbers. Toen Hilbers in 1880 overleed, bepaalde hij per testament dat er op dit erf een school diende te komen: een katholieke jongensschool. Verder liet hij een geldbedrag na dat moest worden besteed ‘aan leermiddelen, stoelen en banken’.
In 1887 werd de school geopend. In het gebouw was ook het Sint Aloysiuspatronaat gevestigd, dat in 1908 een drankvergunning kreeg. Vanaf 1928, nadat de school verhuisde, gebruikte men het gebouw alleen nog voor het verenigingsleven. Vanaf die tijd heet het Vereenigingsgebouw Willibrordus. Het was een multifunctioneel gebouw, waar onder meer een kolfbaan, filmhuis, bibliotheek, hobbyruimte, peuterschool, witte kruisgebouw en boerenleenbank in gevestigd waren. Maar het bekendst is het geworden als jongerencentrum Tuf Tuf en als jongerenpastoraat, waarmee de kerk de jeugd wilde helpen bij de ‘ontdekking van de wereld om hen heen’.
De vorming van de jeugd is voor opvoeders altijd een bron van
zorg geweest. De jeugd wil zich losmaken van de gevestigde orde: ouders, school en andere gevestigde instituten. De kerk
zag een duidelijke rol voor zich weggelegd in deze opvoedingsproblematiek
en probeerde de jeugd vorming en vermaak te
bieden.
In de meeste West-Friese dorpen werden daarom in de vorige
eeuw jongerenorganisaties opgericht, nog keurig volgens de
verzuiling, in verschillende geloofsrichtingen. Onder leiding
van de kapelaan werd de jeugd vermaakt met tafeltennis en
lichte muziek.
Maar het vermaak verschoof, weliswaar onder het genot
van strikt non-alcoholische drankjes, in de loop der jaren
langzaam aan naar film, muziek en dans. De Beatles kwamen
naar Blokker en Herman Brood speelde in Waarland. En de
activiteiten voor de jeugd, van muziekconcerten tot sportevenementen, waren aanleiding om behoorlijk in te nemen,
ook voor kinderen jonger dan zestien jaar.
Maar gelukkig staat de West-Friese jeugd ook bekend om de
werklust en de liefde voor sport. In veel dorpen ben je vanaf je
zesde bijna automatisch lid van de voetbalclub en ben je een
held als je in het eerste elftal meespeelt. De jeugd is fanatiek
en de regio heeft talloze goede schaatsers, wielrenners en
voetballers voortgebracht. Wielrenners als Matthé Pronk en
Steven Rooks en de voetballende broertjes De Boer zijn
lichtende voorbeelden.
Jongerenclubs en sportverenigingen spelen daarom een
grote rol in de opvoeding van de jeugd. Een goed florerend
verenigingsleven is een belangrijke factor in het beleid om
jongeren te verleiden tot ander vermaak dan cafébezoek.
In Bovenkarspel is het Vereenigingsgebouw al meer dan
honderd jaar een goed bezochte plaats van samenkomst.
Veel organisaties vinden er onderdak, van biljartvereniging
Pomerans tot de Spirituele Vereniging Samadi. En natuurlijk
Tuf Tuf.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.