Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 12. Rond kerk en kroeg » pagina 30-33
De makelaardij aan de Dorpsstraat 612 in Noord-Scharwoude heeft een statige trapgevel. Vroeger prijkte de naam van Jacob Jong op die gevel. Het pand was ooit in gebruik als kruidenierszaak. Deze werd in 1899 door Jacob overgenomen van Piet de Wit die er een kruidenierswinkel annex zaadhandel bestierde.
Jacob Jong uit Schellingwoude was, net als zijn vader,
brandstoffenhandelaar en visser. Vader Jong handelde in hout
en turf, maar Jacob koos voor modernere producten zoals
bruinkoolbriketten, steenkool, cokes en antraciet. Het zware
werk trok hem echter niet en ook in de visserij kon hij zich niet
vinden. Het vieze pak van de brandstofhandelaar of het natte
pak van de visser ruilde hij met plezier voor een eigen zaak.
Een kruidenierszaak als het kon. Jacob zette een advertentie
om er één te vinden die beschikbaar was voor overname. Hij
kreeg een tiental aanbiedingen. Omdat zijn verloofde op het
platteland wilde wonen, kwam Jacob in Noord-Scharwoude
terecht.
Zijn voorganger Piet de Wit was actief in de zaadhandel, een
bezigheid waar Jacob Jong grote mogelijkheden in zag. Hij
specialiseerde zich vooral in koolzaad en had een neus voor
succesvolle soorten. Zo importeerde hij vanuit Duitsland
bijvoorbeeld de poepewitte (de eerste kool die klaar is in het
najaar, een zachte, witte soort; om zo te eten, maar ook
geschikt voor het bereiden van zuurkool). Deze koolsoort
werd in West-Friesland op grote schaal geteeld. De zaadhandel van Jong werd steeds belangrijker en in 1918 besloot
hij het kruideniersgedeelte van zijn zaak af te stoten. Steeds
meer West-Friese koolbouwers maakten gebruik van zijn producten.
Jacob Jong was niet de enige die kansen zag. Cor Beemsterboer, een bakker uit Zijdewind, ging dezelfde
weg. Ook hij slaagde er in een succesvol zaadbedrijf te stichten. Aan de Dorpsstraat in Warmenhuizen
staat zijn oude bedrijfspand, nu omgebouwd tot appartementencomplex en wereldwinkel.
Beemsterboer begon hier een zaadbedrijf. Ook zijn zaak dijde uit en de bakker en de visser vonden elkaar.
Zij gingen samenwerken en hun bedrijf kreeg de naam Bejo Zaden (Beemsterboer en Jong). Het staat nu aan
de Trambaan in Warmenhuizen en groeit nog steeds als kool.
De moderne zaadmarkt vroeg en vraagt om grote investeringen in de veredelingstechnieken. Cor Beemsterboer
zei ooit: ‘Vroeger gooide je tien soorten bij elkaar en dan kwam er wel iets moois uit.’
Dat kan nu niet meer. Hybridisatie technieken eisen een wetenschappelijke benadering. Grote laboratoria
met specialisten in resistentieveredeling, weefselkweek en celbiologie moeten via onderzoek de prominente
plaats in de markt waarborgen.
Onderzoek neemt daarom een grote plaats in in de bedrijfsstrategie van het nu wereldwijd opererende bedrijf.
Het heeft ruim 850 werknemers in dienst in vestigingen in zo'n 25 landen. Het assortiment omvat meer
dan achthonderd rassen, verdeeld over zo'n 45 gewassen.
Het verhaal van Beemsterboer en Jong staat symbool voor de imposante groei van bedrijven in West-Friesland.
Dorpjes met kleine winkeltjes en bedrijfjes in het centrum zijn alleen nog te vinden in het Enkhuizer
Zuiderzeemuseum. In de meeste grotere dorpen nam een supermarkt de plaats in van de kleine middenstanders.
De bakkers en slagers die er nog zijn, specialiseerden zich in ambachtelijke producten, maar ze moeten
doorlopend vechten voor hun bestaan. De kleinere dorpen en buurtschappen stellen het al jaren zonder
winkels. Een enkele vasthoudende bakker bezorgt nog aan huis, maar dat is een uitzondering.
Ook de buitenkant van eens pittoreske plaatsjes veranderde. Grote bedrijventerreinen met rechte wegen
voor de vrachtwagens, die de producten naar distributiecentra vervoeren, klonteren om de dorpen heen.
Natuurlijk zijn er nog wel prachtige dorpsgezichten met de karakteristieke stolpen en de altijd herkenbare
kerk als middelpunt. Maar al te vaak zijn de dorpjes sinds de jaren zeventig uit hun voegen gegroeid.
En dat betekent keurige witte woonwijken en hoge vierkante loodsen die het zicht ontnemen op de oude
kerkjes. Op de plaats waar vroeger de volkstuintjes werden bewerkt of de voetbalvereniging de derby
tegen de buurgemeente uitvocht, staan nu huizen en bedrijfsgebouwen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.