Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 15. Sport en spel » pagina 8-11

15.2 Speelverbod in Enkhuizer Westerkerk

Verbodsbepalingen op bord uit 1594

In de Westerkerk te Enkhuizen bevindt zich op één van de wanden nabij de doop kapel een merkwaardig bord uit 1594 met allerlei verbodsbepalingen op het spelen in en rond de kerk. Het kerkbestuur had de handgeschreven stadskeur van 16 januari 1594 laten overschilderen op een paneel om de gemeente duidelijk te maken dat er krachtig zou worden opgetreden tegen de overlast en ‘moetwilligheyt, soo binnen als buyten de kercken’.

De vroegst bekende West-Friese keuren tegen het spelen op straat dateren uit de 15de eeuw. In dichtbevolkte steden als Hoorn en Enkhuizen verbood men het spelen op straat om de veiligheid van de inwoners van de stad te waarborgen.

Klootschieten

Het klootschieten, waarbij de deelnemers een met lood verzwaarde kogel door de straten wierpen, zal waarschijnlijk als eerste in de ban zijn gedaan. Ooit was klootschieten, naast het colven, volkssport nummer één, maar tegenwoordig wordt het vrijwel alleen nog in Overijssel, Twente en de Achterhoek gespeeld. In West-Friesland kan in het Streekbos en rond Noord- en Zuid Scharwoude nog recreatief kloot worden geschoten.
Het populaire colven, dat voor circa 1750 op dezelfde wijze werd gespeeld als het tegenwoordige golf, zorgde eveneens voor veel overlast. Er werd zo hard geslagen dat rondvliegende ballen regelmatig mensen troffen en er ook schade aan huizen ontstond. Verder mag worden aangenomen dat de loden sloffen aan het einde van de stok regelmatig loslieten, gezien het grote aantal vondsten bij archeologische opgravingen.
De balspelen veroorzaakten in de ogen van de kerkbesturen veel meer dan alleen maar materiële schade. Zij waren ook bezorgd over het morele verval van de jeugd. Op bijna alle spelen werd gewed en op zondagen verstoorde het gevloek en getier van de spelers de kerkdiensten.
Uit de keurboeken blijkt dat het stadsbestuur de kerkenraad vaak ter wille was door het spelen in en rondom de kerk steeds strenger te bestraffen, maar het probleem bleef tot ver in de 18de eeuw onuitroeibaar. Op een onbedoelde manier had de gereformeerde kerk daar ook zelf schuld aan.


De zuidelijke zijbeuk van de Westerkerk met links achterin de doopkapel omstreeks 1950 (Pc) en in 2010. Gereformeerde kerken waren obstakelvrije speelterreinen, want kerkgangers die de mis wilden bijwonen moesten hun eigen stoel meebrengen. (Foto TM)

Onbedoeld speelveld

Het protestantisme werd na circa 1580 als een staats religie omarmd en alle objecten die herinnerden aan de katholieke eredienst, zoals beelden, koorhekken, altaar stukken en de kruisen op het kerkhof, moesten worden verwijderd. Zo creëerde men onbedoeld in en rond de kerk een fraai speelveld voor kaatsers, colvers en kegelaars. Daar er nog geen stoelen of banken in de kerken stonden, was de egaal grafstenen vloer in de kerk uitermate geschikt voor het ‘speelen met cloten, knickerkens, ofte andere instrumenten‘. Het verbod om in en rond de kerk te spelen was gericht tegen jong en oud, maar in de praktijk zullen de kinderen de regels het meest hebben overtreden. Als in Enkhuizen de schout of de ‘Opsiender’ van de kerk hen in de kraag vatte, kregen ze een boete van tien stuivers. Als ze niet prompt konden betalen, werd hun jas in beslag genomen en de boete op de ouders verhaald.

Stoeijen, getier ofte onbehoorlijck geluijt

Is bij mijne heeren de schout, burgemeesteren en schepenen deser stede, gekeurt en geordoneert, keuren en ordoneren bij dezen: dat van nu vortan nijemant, 't sij Jonk ofte out, hem sal vervorderen in de kercken deser stede te lopen, raesen, stoeijen, getier ofte onbehoorlijck geluijt te maeken ofte enige insolentie te bedrijven op pene van 't opperste cleet, of tien stuiver daer voor.

Twee kinderen worden bestraffend toegesproken in de St. Bavo te Haarlem. Het werk is in 1673 geschilderd door Gerrit Adriaensz Berckheyde (1638-1698). Detail. (Pc)

Sal ook nijemant hem verorderen met crijt, houtkool ofte ander materijalen te schrijven aen enigen mueren ofte colommen binnen de kercke deser stede, noch inde bancken ofte houtwerck te sniden op pene als boven. Voort sal oock nijemant, 't sij Jonck ofte out, in de kercken mogen spelen met cloten, knickerkens ofte anderen instumenten op pene als boven.

Omstreeks 1650 schilderde de Alkmaarder Emanuel de Witte (1617-1692) de Oude Kerk in Delft met twee jongens die op een zuil tekenen. Detail. (Pc)

Oock sal hem nijemant vervorderen met slijck, steenen en andere matery te werpen inde kercke glasen noch oock de kercke ofte kerckhove met dreck ofte vuijl te ontreijnigen op pene van drie ponden, en wat de kinderen misdoen an d'ouders te verhalen, d'executie te dreygen an 't opperste cleet. Voort sal hem nijemant vervoorderen te schieten met enige roers ofte bogen aen kercken ofte opde kerckhoven, op pene drie ponden als boven. Ook sal hem nijemant vervorderen enige cleeren te bleken op de kerckhoven op pene van tien stuijvers. Al dese boeten d'ene helft tot profijt van officier en d'andere helft tot profijt van opsiender vande kercken daertoe geordoneert. En wie hem opposeert tegens de verschrevenen, 'tsij met woorden ofte wercken, op pene drie ponde tot profijt als boven.
DEN 16 JANVARIVS, Ao 1594.

 


Hé, is dat Westfries?

400. Die twee oudjes kunnen leuk koetelen (met elkaar hun huishoudelijke bezigheden, enz. doen). We laten ze maar wat koetelen (begaan, hun gang gaan, zonder ons ermee te bemoeien).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.