Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 15. Sport en spel » pagina 40-45
In de jaren vijftig van de vorige eeuw was De Rijd in Nieuwe Niedorp het centrum van het schoonrijden in Nederland. Daar organiseerde de vereniging ‘IJs en Volksvermaak’ verschillende wedstrijden op natuurijs die de sport voor de ondergang hebben behoed.
In de 18de eeuw zag men het hardrijden op de schaats als een typisch Friese zaak en het schoonrijden als een echt Hollandse aangelegenheid. Zo schreef Le Francq van Berkhey in 1773 dat de Hollanders uitmuntten ‘in het buiten overrijden, het sierlijk en kunstig zwaaien en draaien en 't maken van allerlei krullen’. De Friezen reden ‘meer recht voorruit (…) zij liepen als het ware en daardoor wonnen zij het over 't algemeen in 't hardrijden’.
In de jaren dertig van de 18de eeuw vonden in Holland en
Friesland al regelmatig sprintwedstrijden plaats op de kortebaan. Het zou nog minstens vijftig jaar duren voordat de
eerste officiële wedstrijden in het schoonrijden werden
gehouden.
De eerste wedstrijd was in Schoonhoven in 1876, later
organiseerde men ook wedstrijden in Amsterdam op de
Keizersgracht en in de Zaanstreek. Het aantal schoonrijders
was ondertussen zodanig toegenomen dat in 1895 in Deventer
het eerste nationale kampioenschap voor paren werd gereden
onder auspiciën van de Nederlandsche Schaatsenrijdersbond,
de latere KNSB.
Na een succesvolle beginperiode bleek omstreeks 1930 de
belangstelling voor het schoonrijden flink te zijn afgenomen.
Als gevolg hiervan besloot de KNSB in 1939 de ‘commissie voor
het schoonrijden’ op te heffen. Voor de schoonrijders
betekende dit dat er geen officiële nationale wedstrijden meer
waren en dat er officieel geen titels meer konden worden
behaald.
Op initiatief van de oud-kampioenen werd in 1946 een poging
gedaan het schoonrijden opnieuw bij het publiek onder de
aandacht te brengen. Men organiseerde zelf wedstrijden, gaf
demonstraties en richtte de Landelijke Vereniging van
Schoonrijders (LSV) op. Het doel was het schoonrijden weer als
volwaardige sport binnen de schaatsbond erkend te krijgen.
De Niedorper vereniging ‘IJs en Volksvermaak’ (1886), met een
lange traditie op het gebied van schaats- en schoonrijwedstrijden, nam de handschoen op. In 1955 en 1956 organiseerden de Niedorpers de Nederlandse kampioenschappen schoonrijden op het natuurijs van De Rijd en in de
strenge winter van 1963 nog eens 22 evenementen, waaronder
bijvoorbeeld het kampioenschap van Noord-Holland en het
nationaal kampioenschap voor schoonrijders-paren.
Door al deze activiteiten kreeg de sport een nieuwe impuls en
verwierf Nieuwe Niedorp de geuzennaam ‘het mekka van het
schoonrijden’. Achteraf bleek dat men in Niedorp het
schoonrijden door de moeilijke jaren heen had geloodst. Want
daarna, vanaf de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw,
was het mogelijk te trainen en wedstrijden te houden op kunstijsbanen,
zoals ijsbaan De Meent (1972) in Alkmaar. Voor het
eerst in de geschiedenis werden de Nederlandse kampioenschappen schoonrijden een jaarlijks terugkerend evenement.
De LSV laat nog steeds van zich horen. Op veel banen geven
‘oude meesters’ demonstraties en in het midden van de jaren
zeventig is een showgroep van schoonrijders in klederdracht
opgericht die bij verschillende ijsfeesten optreedt. Recentelijk
gaven ze onder meer nog een demonstratie bij de feestelijke
opening van de nieuwe schaatsbaan De Westfries in Hoorn.
De laatste twintig jaar vonden de nationale kampioen schappen schoonrijden gewoonlijk plaats in Utrecht. De traditie van het rijden op natuurijs probeert men nog levend te houden door in strenge winters dubbele kampioenschappen te organiseren. Zo waren in 1985 en 1987 de Nederlandse kampioenschappen schoonrijden op natuurijs weer in Nieuwe Niedorp, dat daardoor nog steeds de titel ‘het mekka van het schoonrijden’ met ere mag dragen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.