Bibliotheek » Westflinge » 2006 » 25 oktober
Westflinge
De rubriek Westflinge richt de schijnwerper op het verleden van West-Friesland met een actuele aanleiding.
(Eerder verschenen in het Noordhollands Dagblad, woensdag 25 oktober 2006.)
Door Ed Dekker
De 75e verjaardag van de Afsluitdijk staat voor de deur. De dijk werd op 28 mei 1932 gedicht. Over
de aanleg van de dijk werd al eeuwen gesproken. Hendrik Stevin was de eerste ingenieur, die in de
tweede helft van de 17e eeuw een plan ontwierp voor inpoldering van de Zuiderzee.
Eind 19e eeuw, in 1886, werd door een aantal vooraanstaande politici, ingenieurs en ‘projectontwikkelaars’,
het plan nieuw leven in geblazen met de oprichting van de Zuiderzeevereniging. Deze vereniging had het
primaire doel om grote delen van de Zuiderzee en Waddenzee in te polderen.
Hiermee zou nieuw land ontstaan dat gebruikt kon worden voor de voedselvoorziening van de groeiende
Nederlandse bevolking. Civiel-ingenieur Cornelis Lely ontwierp in 1891 in dienst van de Zuiderzeevereniging
een eerste plan voor dit grootschalige project.
De grote watersnoodramp van 1916 was de directe aanleiding om de plannen van de Zuiderzeevereniging
uit de ijskast te halen en versneld te behandelen in de Tweede Kamer. Deze ramp veroorzaakte grote
overstromingen en dijkdoorbraken in het hele gebied rondom de Zuiderzee. Ook in Noord-Holland was er
veel wateroverlast. De Amsteldijk van de Anna Paulownapolder brak door en een groot deel van Waterland
kwam onder water te staan.
Er was nu voldoende politiek draagvlak voor een afsluiting van de Zuiderzee. De nieuwe Afsluitdijk zou
extra bescherming bieden en de primaire waterkering flink inkorten. In 1918 werd de Zuiderzeewet goedgekeurd
en vanaf 1920 kon met de eerste werkzaamheden worden begonnen. De zogenaamde ‘Kleine Afsluitdijk’ tussen
het eiland Wieringen en het vasteland bij Van Ewijcksluis diende als proefproject voor de aan te leggen
grote Afsluitdijk.
De aanleg hiervan bleek al moeilijk genoeg. Een aantal aannemers ging er zelfs door failliet. Ook met
het inpolderen werd ervaring opgedaan. Bij Andijk werd een ‘proefpolder’ aangelegd. Deze polder diende
als voorbeeld voor de aanleg van de Wieringermeer, de polder die in 1930 gereedkwam.
In januari 1927 startten de werkzaamheden aan de Afsluitdijk. Men begon tegelijkertijd te werken vanuit
zowel de Friese- als de Noord-Hollandse kust. De fundering van de dijk bestond uit grote matten van
wilgentenen. Daarbovenop werden stenen geplaatst.
Vijf jaar lang werd door vele arbeiders en machines gezwoegd. Tonnen klei, stenen en wilgentenen werden
verwerkt. Op 28 mei 1932 was het zover: in aanwezigheid van de minister van waterstaat mr. P.J. Reymer
en de voorzitter van de Zuiderzeeraad, dr. H. Colijn en een groot aantal ingenieurs, hoogwaardigheidsbekleders
en journalisten werd het laatste gat tussen het Noord-Hollandse en het Friese dijkdeel volgestort.
Het plan was dat Reymer en Colijn als eersten over de nieuwe verbinding tussen Noord-Holland en Friesland
zouden lopen. Grietje Bosker uit Hippolytushoef was echter de allereerste. Zij was de zus van aannemer
Okko Bosker. Vaak is over haar gezegd dat zij een koffiejuffrouw was uit Den Oever. Dat is volgens een
familielid, J. Bosker uit Hippolytushoef, niet juist.
Op 20 september 1932 werd de naam Zuiderzee gewijzigd in IJsselmeer en ruim een jaar later, op 25 september
1933, werd de dijk officieel geopend. Dit gebeurde met de onthulling van het bekende Monument waarin
nu het koffiehuis van Boudewijn Jongbloed is gevestigd. Ingenieur Lely heeft het gereedkomen van de
Afsluitdijk niet meer mogen meemaken. Hij overleed drie jaar eerder.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.