Bibliotheek » Westflinge » 2008 » 19 maart
Westflinge
De rubriek Westflinge richt de schijnwerper op het verleden van West-Friesland met een actuele aanleiding.
Vandaag aandacht voor een voettocht die Willem Vriend uit Oosterblokker vorig jaar maakte over de
gehele, monumentale Westfriese Omringdijk.
(Eerder verschenen in het Noordhollands Dagblad, woensdag 19 maart 2008.)
Door Ed Dekker
OOSTERBLOKKER – Voor Willem Vriend (36) uit Oosterblokker is de eerbiedwaardige Westfriese
Omringdijk geen statisch monument. De eeuwenoude waterkering is voor hem een levendige dijk. De titel
van zijn boek over de jarige dijk – 25 jaar provinciaal monument – luidt dan ook ‘De
levende dijk’.
‘Ontmoetingen op de Westfriese Omringdijk’ is de ondertitel van het boek dat vanavond wordt
gepresenteerd in Herbergh ‘t IJsselmeer in Oosterleek. Sonja Bakker krijgt het eerste exemplaar. Het
is geen toeval dat de presentatie in Oosterleek is. Het café van kastelein Klaas Vis was voor
Willem Vriend een van de pleisterplaatsen op zijn voettocht vorige zomer over de Westfriese Omringdijk.
Voor hem was de tocht over de 126 kilometer lange dijk een ontdekkingsreis. Zijn avonturen beschrijft
hij in ‘De levende dijk’. Het boek is bedoeld als inspiratie voor anderen om ook de ‘dijk
der dijken’ te ontdekken, wandelend of fietsend. Centraal staan allerlei ontmoetingen onderweg en typerende
beschrijvingen van het hem omringende landschap.
Het wandelen is Willem Vriend niet vreemd. Voor zijn werk bewandelde hij vele paden en ontmoette
een verscheidenheid aan mensen in de meest uiteenlopende gebieden van Afrika. Over zijn ontmoetingen
met mensen in dorpen in landen als Uganda, DR Congo, Zambia, Gambia en Zuid-Afrika schreef hij verscheidene
boeken. Met zijn eigen bedrijfje Sondela richt de West-Fries zich op lezingen, trainingen en boeken
over Zuid-Afrika. Ook organiseert hij er reizen.
Na zijn terugkeer in zijn geboortedorp Oosterblokker vond hij het hoog tijd worden zijn eigen regio
West-Friesland te verkennen. In de zomer van 2007 wandelde hij in acht dagen tijd in alle rust over
de Omringdijk. Hij deed wat hij al jaren doet in Afrika: genieten van het landschap en praten met de
lokale bevolking. Onderweg eten en overnachten in een herberg, pension of bed & breakfast.
Willlem deed wat hij anderen aanraadt: „Neem de tijd. West-Friezen zijn wel in voor een praatje.”
Dat blijkt ook uit zijn boek. In Oudendijk heeft hij zijn eerste ontmoeting. In de boerderij waar
karnemelk te koop is, spreekt hij met de boer over zwaluwen die op de dijk om hem heen bleven cirkelen.
„De zwaluwen vangen insecten die uit het gras omhoog komen als je er doorheen wandelt.”
Met deze wijsheid op zak vervolgt hij zijn tocht richting Rustenburg. De naam van een huis in Ursem
– ‘Eerst gespaard, dit vergaard’ – is de aanleiding voor een uitgebreid gesprek
met bewoner Jan Meester over risico's nemen, investeringen en autorijden. Op de Schermerdijk springt
een sprinkhaan van de ene naar de andere kant van de weg. Bij het vallen van de avond in Alkmaar hoort
Willem in een café mooi West-Fries. Een vrouw zegt tegen een andere vrouw: „Wat ‘n grôte
bak koffie, ik ken me biene d'r bedat in wasse.” Willem lacht samen met hen.
Veel van zijn ontmoetingen heeft hij in dialect op papier gezet. Joop Masteling in Koedijk vertelt de
belangstellende reiziger alles over het Gouden Engel-feest, het Koedijker sinterklaasfeest op 31 december.
„Met de middag den zitten we an de ôliebolle en seivens rond ‘n uur of zeuven beginnen we
met de surprises en zuk.”
In Eenigenburg kabbelt het leven rustig voort. In een oase van rust praat Willem met Theo en Pim, die
hem gastvrij ontvangen in hun bed & breakfast, over het dorp en het leven. Totdat de zon achter een
terp verdwijnt.
Onderweg naar Schagen geniet Willem van de vergezichten. Een buizerd vliegt boven een weiland en heeft
een haasje in het vizier. Boven een kop soep, later op de dag, vraagt hij zich af of de buizerd zijn
prooi al te pakken heeft.
Neem de tijd, voor de dijk en voor de mensen van de dijk, Willem Vriend raadt het iedereen aan. En:
stap op mensen af, maak een praatje. Daarom weet hij nu alles over het huis ‘Pietsie skeef’
aan de Kreil nabij Barsingerhorn. „Moin huis heb ik zelf bouwt, maar staat niet hillegaâr
recht. As we an ‘t behangen benne, den moet de behangrol nag wel ‘ns skuin ofsneeën worre.”
De biefstuk met champignons in café-restaurant De Roode Leeuw in Kolhorn smaakt best. De kok,
Arie Kooij, is een man die het verschil kan ruiken tussen paling die is gekweekt en paling van zee.
In dit vroegere vissersdorp ligt de humor op straat. Als Willem de volgende ochtend buiten op straat
gaapt, zegt een voorbijgangster: „Wakker? D'r staat wat open, hoor!”
De laatste sluiswachter van gemaal De Waakzaamheid in Lutjewinkel (‘Ik ben van een uitstervend
ras’), de gemoedelijke Aartswouder boer die zijn schapen op de dijk voert (‘Al dat gehaast,
dat stelt hillegaar niks voor’), tuinder Kees Bos in Opperdoes (‘As ik een Opperdoezer Ronde
op moin bord kreg en proef, den ken ik je zô vertelle van welk stukkie grond ie komt’),
Willem Vriend doet verslag van uiteenlopende ontmoetingen.
In café-pension ‘t Ankertje in Andijk van Conny Knip en Jaap Buis volgt de pelgrim de biljarters
Piet Buis uit Andijk en Vok Berkhout uit Wervershoof. De commentaren van beide mannen vliegen over het
biljartlaken. ‘Hai ken om ‘t hoekie snaaie’, hoort hij Piet zeggen. Met meerkoeten dobberend
op de golven van het onstuimige Markermeer en een naaktslak die over de weg kruipt, denkt Willem bij
Venhuizen aan een vrouw die hij in Kolhorn ontmoette. Zij vertelde dat de dijk bij haar woonplaats
Venhuizen niet recht loopt: ‘Kromme pôte kroig je as je aldeur langs de kant van de weg
lope, op ‘t skuine gedeêlte’. Willem gaat midden op de weg lopen. Witte schuimkoppen komen
op hem af.
‘De levende dijk’ van Willem Vriend is voor 12,50 euro verkrijgbaar via
www.delevendedijk.nl.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.