Archivering » WFON » 1972 » Pagina 186-191
Jaarverslag van de secretaris over 1971
Eerder verschenen in West-Frieslands Oud en Nieuw, 39e bundel, pagina 186-191.
Uitgave: Historisch Genootschap „Oud West-Friesland”, 1972.
Auteur: H. J. Avis.
Inleiding
Het zevenenveertigste levensjaar van 'Oud West-Friesland', waarover dit verslag handelt, had, zoals
voorgaande jaren, enkele hoogtepunten. Met verontschuldiging aan hen voor wie er niets boven onze
'volksvergaderingen' of de verschijning van het jaarboek gaat, neem ik de vrijheid de ingebruikneming
van ons eigen kantoor en onze eigen vergaderkamer ditmaal te vermelden als de belangrijkste gebeurtenis.
Deze speelde zich buiten de directe waarneming van de leden af, maar bergt in zich alle mogelijkheden
tot een goede organisatie van het genootschap en verdere ontplooiing en uitbouw van activiteiten van
leden en van het genootschap zelf.
Ledenbestand
Dat dit noodzakelijk is blijkt onder meer uit het ledenbestand, waarvan het verloop sedert het vorige
jaarverslag als volgt is geweest:
ingeschreven | per 1970 | af | bij | per 1971 |
gewone leden | 1753 | 112 | 193 | 1834 |
jeugdleden | 38 | 7 | 22 | 53 |
gemeenten en waterschappen | 63 | 63 | ||
bedrijven, verenigingen en andere instellingen | 72 | 1 | 2 | 73 |
ruilleden | 16 | 3 | 19 | |
----- | ----- | ----- | ----- | |
totalen | 1942 | 120 | 220 | 2042 |
Ledenbestand
Het laatstgenoemde getal staat op papier, maar er zijn nog niet helemaal tweeduizend contributiebetalingen
ontvangen. Dit vergt nog meer medewerking van de leden die 'er nog niet bij zijn'. Door overlijden
ontvielen ons in het afgelopen jaar de heren C. A. Berkhout te Berkhout, G. S. K. Blaauw te Nieuwersluis,
A. Boon te Overijse (België), R. Borst te Schagen, mejuffrouw A. Brander te Hoorn, de heren
S. Breebaart te Schagen, K. Dikstaal te Hoorn, mevrouw E. Doets-Fok te Beemster, de heren J. Groot Czn.
te Heerhugowaard, A. Kaan te Amsterdam, J. Kat te Wormerveer, J. Kleijbroek te Tuitjenhorn, P. Koppies
te Amsterdam, N. Kramer te Noord-Scharwoude, A. H. Kwantes te Heemstede, V. Noordeloos te Hoogkarspel,
J. Pierhagen te Hoorn, M. Renaud te Oost Souburg, P. J. Roessen te Grootebroek, mejuffrouw C. Ruyterman
te Hoorn, de heren H. J. Singer te Andijk, J. S. van der Stok te Nieuwe Niedorp, C. Visser te Gasthuizen
en P. de Vries te Duivendrecht. Wij gedenken hen met waardering.
Bijeenkomsten
Voor de eerste keer werden er drie bijeenkomsten gehouden. Tweehonderdvijfenzeventig leden en genodigden
troffen op 24 april Enkhuizen aan op zulk een intensief regenachtige dag, dat men er aan twijfelt of
het ooit opnieuw mooi weer zal worden. Het gelukte niettemin een kleine groep om niet al te nat van
een wandeltocht terug te komen in de Nieuwe Doelen. Alle anderen bezochten het Zuiderzeemuseum, waar
altijd wat anders of iets bijzonders te zien is. De stemming aan de broodmaaltijd, waarmede de bijeenkomst
werd beëindigd, toonde aan dat de dag welbesteed was. Voor deelname aan de Westfriezendag op 4
september togen 403 personen naar het Park te Hoorn. Bij de bespreking, tijdens de jaarvergadering,
van de plaats, waar in 1972 de Westfriezendag zal worden gehouden, werden er enkele tegenvoorstellen
gedaan en met applaus beloond. Naar de mening van het bestuur deed men een en ander wat lichtvaardig.
Een via het 29ste mededelingenblad gehouderi enquête om te ontdekken welke plaatsen hiervoor
werkelijk in de belangstelling staan en waarin tevens voldoende accommodatie is voor ons - gelukkig -
omvangrijke gezelschap, leverde vier voorstellen op, namelijk Edam-Volendam, Nibbixwoud, Schoorl en
Spanbroek. Het bestuur heeft deze voorstellen overwogen en zal ze in zijn beschouwingen nader betrekken,
evenals Schagen, waarop in dit kader geen stem werd uitgebracht. Het dient evenwel rekening te houden
met factoren, welke niet opvallen wanneer de bijeenkomsten vlot verlopen en geen of weinig reden tot
klagen opleveren, maar die voor een en ander juist een der beslissende rollen spelen. Dit zijn, onder
andere, het beschikbaar zijn van gelegenheid voor 400 à 450 (of misschien nog meer) personen om
te vergaderen en daarop aansluitend een broodmaaltijd te nuttigen, op zulk een gezelschap berekende
garderobe- en toiletruimte, voldoende parkeergelegenheid in de naaste omgeving, de mogelijkheid om
aantrekkelijke excursies in of vanuit de vergaderplaats te organisseren. Aangezien voor dit laatste
ook Hoorn als uitgangspunt vrijwel onbeperkte mogelijkheden biedt, heeft het bestuur het gewaagd deze
plaats ook voor 1972 te kiezen als vergaderplaats.
De jaarvergadering van 1971 kende aan de heer J. van der Vliet te Wcgnum het lidmaatschap van verdienste
en het ere-diploma van het genootschap toe, op grond van zijn door de voorzitter in de herinnering
teruggeroepen bemoeienissen met het amateurtoneel in West-Friesland.
Lid van verdienste werd ook de heer P. Kistemaker te Andijk, wiens belangstelling voor de geschiedschrijving
van West-Friesland tot uiting gekomen is in een aantal goede publicaties.
De periodiek aftredende leden van het bestuur en de Commissie voor landelijk schoon werden bij acclamatie
herkozen. Op dezelfde wijze werd de heer V. J. Nobel te Alkmaar als bestuurslid gekozen in de plaats
van de heer H. Langedijk te Spanbroek (voorheen Spierdijk). De heer Langedijk trad af wegens het bereiken
van de 70-jarige leeftijd. De voorzitter heeft tot uitdrukking gebracht dat dit dan ook de enige reden
was, waarom het bestuur hem heeft willen laten gaan, maar daarbij de wens uitgesproken dat de heer Langedijk
en het genootschap, of West-Friesland, nog lang met elkaar verbonden zullen blijven. Hij feliciteerde
hem met het verschijnen van de tweede druk van het boekje 'Hé, is dat Westfries?', juist omstreeks
deze Westfriezendag en deed tenslotte mededeling van het bestuursvoorstel om de heer Langedijk tot erelid
te benoemen. De vergadering aanvaardde dit van harte.
De huishoudelijke vergadering had een zo vlot verloop dat er een klein hiaat ontstond tussen dit
programmaonderdeel en de broodmaaltijd. Er was drukke deelname aan de excursies in de namiddag. Aan het
diner, waarmede de deelnemers die dat wensten de dag besloten, namen bijna 180 personen deel.
Op 20 november vond de derde bijeenkomst plaats, in het Wapen van Heemskerk te Alkmaar. Het is de
bedoeling deze 'derde dag' afwisselend te plaatsen in het kader van het verleden, de geschiedenis en
het heden of de toekomst van West-Friesland. Begonnen werd met 'De landbouw in de toekomst', onderwerp
van een lezing van ir F. Bontekoe, hoofdingenieur-directeur van de Cultuurtechnische dienst in Noord-Holland.
De spreker en de bijna honderd toehoorders troffen elkaars warme belangstelling voor het onderwerp en
het gewest, vooral bij het stellen en beantwoorden van de vele vragen, naar aanleiding van de lezing.
Wat de deelname betreft, deze was voldoende, maar het vermoeden is gerezen dat 'de leden' nog niet op
een derde bijeenkomst zijn ingespeeld. Mogelijk is uiteraard ook, dat de agrarische inslag van het
onderwerp voor velen niet aantrekkelijk genoeg leek om ook te komen.
Financiën en contributie
Het respons van de leden op het verzoek van het bestuur om over 1971 reeds een contributiebedrag van
ƒ 20,- te voldoen, heeft meer opgeleverd dan bij het afsluiten van het vorige jaarverslag
nog werd vermoed. Dit heeft er mede toe bijgedragen dat de belangrijk hogere kosten, waarvoor het
genootschap zich heeft moeten stellen - eigen huis, intendent - konden worden opgevangen. De contributie
is ingaande 1972 officiëel op het genoemde bedrag bepaald.
Tegen het einde van het jaar is door drie 'vrouwen van de kouwe kant' een inzamelingsactie begonnen
ten behoeve van de inrichting van het Gildehuis.
Documentatie
Het bestuur is in de loop van 1971 tot de stellige overtuiging gekomen, dat er toch niet mag worden
gerekend op de verschijning van een prentenmap van West-Friesland. Het is jammer dat blijkbaar ten
onrechte werd ingegaan op de mooie voorstellen dienaangaande.
Er is in 1971 'gedocumenteerd' op de gewone wijze: de uitgaven van ruilleden werden bewaard en er
werden nieuwe uitgaven aangekocht, welke betrekking op of relatie met West-Friesland hebben. Voorts
is er een begin gemaakt met het overbrengen van de bibliotheek van het genootschap van het stadhuis
te Hoorn naar het Gildehuis.
Belangrijk was uiteraard ook de heruitgave van 'Hé, is dat Westfries?' in de Stolphoevereeks.
Diverse zaken
De pogingen tot samenwerking met plaatselijke en regionale zusterverenigingen zijn in 1971 gestrand.
Bij de besprekingen hierover zijn niet voldoende gemeenschappelijke belangen en wensen tot uiting
gekomen. Van de zaken welke het bestuur zich had voorgesteld hiermede te bereiken wordt een deel toch
verwezenlijkt door het beleggen van de derde bijeenkomst. Van andere, zoals een (gezamenlijke) periodiek,
waarin onze mededelingenbladen zouden kunnen worden opgenomen, zal voorlopig moeten worden afgezien.
Daar er ook in 1971 niets gebleken is van belangstelling bij jeugdleden voor de Nederlandse Jeugdbond
ter bestudering van de geschiedenis, zijn de lidmaatschappen van deze bond per 1972 beeïndigd.
Intussen is er een vorm van organisatie ontstaan onder de jeugdleden van het genootschap zelf. Dit
heeft reeds geleid tot het oprichten van werkgroepen en een opmerkelijke toename van het aantal
jeugdleden. Hopelijk vernemen we spoedig en véél goede dingen van deze beweging.
Het genootschap heeft met stands deelgenomen aan een regionale markt te Grootebroek, georganiseerd
door de Provinciale Bibliotheekcentrale en te Wognum. Er was vooral in Grootebroek veel belangstelling
en bij beide gelegenheden werd een aantal nieuwe leden geboekt.
De heer R. P. Goettsch, oud-bestuurslid en erelid, trad in 1971 af als lid van de commissie van redactie
voor het jaarboek. De heer dr A. J. Kölker, chartermeester bij het Rijksarchief te Haarlem, werd
zijn opvolger. Tegen het einde van het jaar traden, in verband met verhuizingen, de heren C. Maats te
Utrecht en drs H. P. Schmitz te Hoorn als leden van de commissie af. De uit voorraad leverbare jaarboeken
van voorgaande jaren en andere publicaties van het genootschap zijn in verkoop gegeven bij het
V.V.V.-kantoor te Hoorn.
Bestuur
Tot leden van het bestuur werden herkozen mejuffrouw A. P. Klaver, mevrouw A. N. Stam-Scheringa en de
heren D. Breebaart, J. A. Pannekeet en D. Schuijtemaker. De heer V. J. Nobel werd in een vergadering
op 5 oktober als bestuurslid geïnstalleerd.
Het bestuur vergaderde in het verslagjaar vijf maal, waarvan de laatste keer voor het eerst in het
Gildehuis, op 14 december.
De verhuizing van het kantoor uit het Koggenhuis te Medemblik naar het Gildehuis vond plaats op 22
oktober. De zaken zijn daar inmiddels redelijk goed in het gareel gebracht. De intendent heeft
bemoeiingen gekregen met de archeologische werkgroep en de redactiecommissie. Van de vergaderzaal
wordt door commissies en andere organisaties reeds regelmatig gebruik gemaakt.
Het genootschap heeft ook de bij het Gildehuis behorende woning in huur verkregen en deze verhuurd
aan mevrouw G. Timmerman-Bakker, die de conciergediensten in het Gildehuis vervult.
In het bestuur van de Stichting Schermer molens heeft de voorzitter de plaats van Oud West-Friesland
overgenomen van de heer R. P. Goettsch.
De toekomst
De 'bewegingsvrijheid' welke is ontstaan door de ingebruikneming van het Gildehuis is binnen het bestuur
waarneembaar door een vlotte afdoening van zaken en het maken van nieuwe plannen, waarvan de leden
zeker zullen vernemen als daarmee wat meer vorderingen zijn gemaakt. Bekend mag wel zijn dat er ook
reeds gesproken wordt over viering van het vijftig-jarig bestaan van het genootschap in 1974. Deze
mededeling lijkt mij een geschikt besluit van dit verslag.
H. J. Avis.
Medemblik, januari/april 1972
Andere jaarverslagen:
'33/'34 |
'34/'35 |
'38/'39 |
'41/'42 |
'42/'43 |
'43/'44 |
'45 |
'46 |
'47 |
'48/'49 |
'51 |
'53 |
'54 |
'55 |
'56 |
'57 |
'58 |
'59 |
'60 |
'61 |
'62 |
'63 |
'64 |
'65 |
'66 |
'67 |
'68 |
'69 |
'70 |
'71 |
'72 |
'73 |
'74 |
'75 |
'76 |
'77 |
'78 |
'79 |
'80 |
'81 |
'82 |
'83 |
'84 |
'85 |
'86 |
'87 |
'88 |
'89 |
'90 |
'91 |
'92 |
'93 |
'94 |
'95 |
'96 |
'97 |
'98 |
'99 |
'00 |
'01 |
'02
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.