Bibliotheek » WFON » 1985 » Pagina 26-29
Krakers in actie te Twisk
Eerder verschenen in West-Frieslands Oud & Nieuw, 52e bundel, pagina 26-29.
Uitgave: Historisch Genootschap 'Oud West-Friesland', 1985.
Auteur: J. Zwaan.
1945-1985. Veertig jaar geleden werd Nederland bevrijd. Vijf jaren
van bezetting door Duitse troepen waren daaraan voorafgegaan. Er is in
die vijf jaar heel veel geleden. Ook in West-Friesland.
Gedurende deze voor velen zo lange oorlogsjaren - waarin mannen tot werk
in Duitsland werden geronseld en aangewezen; Joden uit de gemeenschap
werden verwijderd om later ver weg in Polen te worden gedood;
geallieerde vliegtuigen op weg naar Duitsland neerstortten; duizenden
mannen voor arbeidsinzet werden opgeroepen en velen onderdoken om zich
aan deze gedwongen arbeid voor de vijand te onttrekken; voedsel,
kleding, brandstof en wat niet werden gedistribueerd; de zwarte handel
tengevolge van de schaarste welig tierde en in de laatste winter
tienduizenden, vooral in de grote steden, van honger stierven - in die
bange jaren ontstond geleidelijkaan verzet tegen de terreur van de
bezetter, de deportaties en de represailles, waardoor velen de dood
vonden of in concentratiekampen werden opgesloten. Hoe gruwelijk het in
die kampen toeging is genoegzaam bekend.
Kleine groepen van moedige mensen begonnen organisaties op te bouwen om
vluchtelingen, Joden en onderduikers te helpen. Adressen waar ze zich
konden verbergen werden gezocht. Voor voedsel moest worden gezorgd. In
het begin lukte dit nog wel aardig met hulp van boeren en
distributieambtenaren. Maar toen hun aantal toenam moest men zijn
toevlucht nemen tot andere maatregelen: tot overvallen op depóts van de
Duitse Weermacht, tqt het kraken van voorraden bij zwarte handelaren of
NSB'ers, of door boeren, tuinders, fabrikanten, organisaties te bewegen
hun al of niet legale voorraden vrijwillig af te staan. In een aantal
gevallen overvielen de ondergrondsen - zo werden de illegale werkers
destijds genoemd - ook distributiekantoren, boerderijen of fabrieken
waar voedsel werd bewaard of vervaardigd.
Het plegen van deze overvallen vereiste wapens, wapenkraken e.d. Tot dit
doel werden door de hulporganisaties overvalgroepen en knokploegen
(KP's) gevormd. Deze laatste groepen fungeerden tevens als beschermers
bij voedselen wapentransporten. En zo groeide de illegaliteit.
Het laatste jaar van de oorlog gingen verschillende gewapende
organisaties, na een door de Nederlandse regering in ballingschap in
Londen daartoe gegeven opdracht, over tot het bundelen van hun krachten.
Ze vormden de BS (Binnenlandse Strijdkrachten). Een ondergronds leger
dat bij de bevrijding van het land de bevrijders, de geallieerde legers,
zou moeten bijstaan ons land van de bezetter te verlossen. Ook voor dit
ondergrondse leger waren wapens nodig, die boven Nederland, in het
bijzonder boven West-Friesland, door vliegtuigen werden afgeworpen
(gedropped). Al deze wapens dienden te worden opgevangen, schoongemaakt,
in elkaar gezet en over grote gebieden gedistribueerd en vervoerd.
Verder werd er gespioneerd voor de regering in Londen. Berichten
(inlichtingen) werden met geheime zenders of via andere wegen naar
Engeland doorgegeven. Er werd sabotage gepleegd aan installaties van de
vijand. Voor al dit werk was een geweldige organisatie met veel
medewerkers nodig. Een natura-apparaat bracht bovendien nog veel voedsel
naar de hongergebieden en legde voor de BS en het steeds groeiende leger
onderduikers voorraden aan.
In de loop van de 1943 ontstond o.a. in Enkhuizen een knokploeg (KP)
onder leiding van Han de Vries. Eén van de eerste in ons land. Naast de
KP vormde de LO (Landelijke Organisatie tot Hulp aan Onderduikers) een
aantal verzorgingsgroepen. Wij willen U na deze korte inleiding over het
verzet niet vermoeien met alle transporten en overvallen van deze
oost-Westfriese knokploeg, maar het zoeklicht richten op één overval,
een voedselkraak.
Het gebeurde eind oktober 1944 te Twisk. De KP-groep te Enkhuizen, toen
onder commando van Adriaan Fluitman (Flip), geholpen door een LO-overvalgroep
onder commando van 'Roel' (Klaas Groenveld) uit Opperdoes, besloot - na
enkele eerder geslaagde voedselkraken - een overval te plegen op de coöperatieve
zuivelfabriek 'Twisk'. Volgens inlichtingen zouden hier grote voorraden
kaas en boter zijn opgeslagen.
In een winderige oktobernacht togen de KP'ers in een T-Ford en hun
helpers met zeven schuiten, waarbij twee 5-tonners 'op pad'. Langs de
weg tussen het radarpeilstation 'Hering' van de Luftwaffe achter de
Wieringermeerdijk bij Opperdoes en de kaasfabriek, werden op enige
afstand van elkaar zgn. fluitposten geplaatst. De schuiten wurmden zich
door de smalle dorpssloot van Twisk naar de in het dorpscentrum
tegenover de kerk gelegen kaasfabriek. Alle deelnemers waren min of meer
zenuwachtig. Het was voor bijna allen de eerste 'grote' onderneming.
De toegang tot de zuivelfabriek was vlug geforceerd. Meer werk was het
de toch nog onverwacht grote buit aan voor de Wehrmacht bestemde 40+
kazen (Edammers) in de schuiten te laden. De verwachte boter was helaas
juist dezelfde dag door de bezetter weggehaald. Een streep door de
rekening! Maar een troost voor deze tegenvaller was de enorme voorraad
kazen. De zeven meegebrachte schuiten konden de voorraad niet meenemen.
Honderd kazen moesten bij gebrek aan ruimte worden achtergelaten. Het
inladen van de schuiten ging, daar de kazen nog al eens weg rolden,
gepaard met nogal wat lawaai, veroorzaakt door het bonzen van de kazen
op de houten bodems van de schuiten. Bovendien stortten in hun haast en
zenuwen de 'plunderaars' soms manden vol kazen vanaf de wal in de
schuiten.
Het gedreun en gerommel deed een in het huis naast de fabriek wonende
heer ontwaken. Gewapend met een oud pistool, waarvan de trekker niet
gespannen was en de loop was afgesloten met een prop papier, kwam hij te
middernacht poolshoogte nemen. Hij bleek een edelachtbare heer te zijn.
Hij onthulde namelijk in het gesprek, dat volgde op zijn vraag wat al
die herrie midden in de nacht wel te betekenen mocht hebben,
burgemeester Teer te zijn.
De woordvoerders van de KP, 'Otto und Hermann', twee in Duitse militaire
uniformen gestoken pseudo-bewakers van het transport, riepen er hun
'commandant' bij. Hakkenklakkend, zoals het goede Duitse militairen
betaamt, sprongen de 'wachtposten' in de houding. Stram salueerden ze hun
meerdere. 'Heeft u telefoon?' vroeg de 'officier'. Dat had de
burgervader. 'Kunnen wij uit Uw woning met de Ortskommandant in Alkmaar
bellen, Herr Burgemeister?' 'Jawohl Herr Leutnant' (de conversatie werd
uiteraard in het Duits gevoerd). Dat kwam goed uit, want er moest nog
even met de chef in Alkmaar gebeld worden. 'Otto und Hermann' volgden
zijne Edelachtbare in huis, met de bedoeling de telefoonverbinding af te
snijden.
Binnen werden de 'Duitse militairen' (één in een Grüne
Polizei-uniform, de ander in het zwart van de SS-Totenkopf-Standarte)
bij ontstentenis van Schnapps onthaald op hangop. Een in die tijd
populair melkproduct. Eén van hen kreeg het er evenwel te kwaad mee.
Vergezeld van de burgemeester snelde de man naar het aanrecht, waar hij
tevergeefs pogingen deed zijn maag te ontlasten. De ander ging als een
haas op zoek naar de telefoon. Niet te vinden. De vermeende deur naar de
gang bleek toegang te geven tot de echtelijke slaapkamer, een ander tot
die van de dochters des huizes, die allen rustig door sliepen. De
telefoon bleek bij nader onderzoek in een kast te zijn verborgen. Na
enige tijd verlieten de van zenuwachtigheid wat lacherige 'militairen',
uitgelaten door een toch wat achterdochtig geworden burgemeester, de
'gastvrije' woning.
De schuiten met kaas waren toen al onderweg, terug naar hun uitgangspunt
in Opperdoes: de zuurkoolfabriek van Rustenburg. Daar werd de buit
tijdelijk verstopt in de zuurkoolputten. Nadien zijn de kazen met
voedseltransporten o.a. naar enkele ziekenhuizen in Amsterdam en 't Gooi
vervoerd. Tot vandaag de dag vragen de KP' ers zich nog altijd af of die
burgemeester nu zo stom was of deed alsof. Het lijkt mij voor de man in
kwestie bij nader inzien toch een vrij angstig avontuur te zijn geweest.
Een onaangenaam kwartiertje beleefden ook twee fluitwachten. Ze hadden
opdracht bij het brandspuitboetje van Opperdoes te posten. Zodra zij
Duitse patrouillanten zouden signaleren die in de richting Twisk gingen,
moesten ze de volgende post (bij de spoorwegovergang naast het Twisker
station aan het Westeinde) via een fluitsignaal waarschuwen.
Omstreeks middernacht doken uit de richting Opperdoes, fietsend langs de
Nieuweweg in de richting Twisk, twee Duitse militairen op. Wat te doen?
De twee postende KP' ers verstijfden. Fluiten? Het signaal zou de
Duitsers alarmeren. En zou het nodig zijn? Tussen de post bij het
brandspuithuisje en de fabriek waren immers nog twee doorgaande
zijwegen.
Ze lieten de Duitsers passeren en wachtten tot ze de bocht, waar het
Westeinde begint, hadden bereikt. Niets vermoedend peddelden de
edelgermanen richting spoorwegovergang. Toen ging het fluitsignaal. De
post bij het station nam het meteen over als waarschuwing voor de
volgende wachtpost bij de T-kruising Westeinde-Twisk-Zuiderweg, die op
hun beurt de makkers bij de Noorderweg weer toefloten. Gelukkig nam de
laatste post voor de fabriek in het dorp Twisk het sein niet over, zodat
de Duitsers - misleid door deze seinen, nerveus met hun felle zaklampen
de straat en boerenerven beschijnend in Twisk rechtsaf sloegen, de
Noorderweg op, richting Wieringermeerdijk en radarpeilstation.
Een later uitgezonden Duitse patrouille ontdekte niets verdachts, zodat
het avontuur goed afliep. Het systeem van de fluitwachten, zo toonde de
opgedane ervaring, bleek niet bijster veilig te zijn. Pas de volgende
dag zullen de Duitsers, toen ze hoorden van de kraak in Twisk, hebben
begrepen wat dat geheimzinnige gefluit van de afgelopen nacht had
beduid.
Ziehier een voorbeeld, één uit vele, van een voedselkraak tijdens de
Duitse bezetting in West-Friesland. Als U nog eens door het mooie nu in
zijn geheel tot monument verheven dorp Twisk rijdt, zult U daar
weliswaar de kaasfabriek niet meer aantreffen, maar misschien zult U nog
eens terugdenken aan de bange jaren 1940-1945 en aan de moedige mannen
van het verzet.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.