Archivering » WFON » 1987 » Pagina 154-156
'Oud Andijk': een stichting, een vriendenkring en twee musea
Eerder verschenen in West-Frieslands Oud & Nieuw, 65e bundel, pagina 154-156.
Uitgave: Historisch Genootschap 'Oud West-Friesland', 1987.
Auteur: Gerrit van der Heide.
Te gast bij ons Genootschap
Andijk beschikt bepaald niet over belangrijke bouwkundige monumenten. Een enkele redelijk bewaard
gebleven stolpboerderij. Een leeggesloopte kerk, de zogeheten 'Buurtjes Kerk': de voormalige hervormde
kerk van Andijk-West, die in 1667 werd gesticht en in 1791 met een noordelijk pand werd vergroot.
Voorts nog een paar tegelschouwen. En dat is alles.
Hetgeen is beschreven in de 'Monumenten van Geschiedenis en Kunst van Westfriesland, Tessel en
Wieringen' is een wat geflatteerde weergave van het monumentenbezit van Andijk. De inwendige
ondergang van de 'Buurtjes Kerk' geschiedde dan ook na 1955, het jaar waarin voornoemd werkstuk van de
Rijkscommissie voor de monumentenbeschrijving werd gepubliceerd. Van het oorspronkelijk best
interessante polderhuis, 'De Tent', resteert een verwaarloosde boerderij. De versierende elementen
van de gevel van 'De Tent' zijn in het Westfries Museum bewaard gebleven. En dan is er nog de
eigenaardige strakke, vierkante witte vuurtoren 'De Ven' aan het oostelijke einde, aan de dijk van
Andijk.
Alles bijeen geen monumentaal bezit, dat de bewoners van het langgerekte
dijkdorp in vuur en vlam kan zetten voor behoud daarvan in het licht van
te bewaren dorpsschoonheid. De ruilverkaveling 'Het Grootslag'
veranderde intussen ook het achterliggende polderlandschap aanzienlijk.
Enkele 'historisch bewuste' Andijkers realiseerden zich dat de omvorming
van vaar-tot rijpolder véél verloren zou doen gaan. Zoals bijvoorbeeld
namen van oorspronkelijke landschapselementen en van percelen land. Via
een op gang gekomen veldnamenonderzoek kon nog een aanzienlijk aantal
van die namen op oudere kadastrale kaarten worden ingevuld.
Cultuurtechnische werken in het veld brachten ook andere zaken aan het
licht in de vorm van bodemvondsten. Al duizenden jaren geleden bleken er
mensen in het gebied te hebben gewoond. Er ontstond een tweetal
particuliere archeologische verzamelingen: van H. de Greeuw en van J.W.
Wester. Laatstgenoemde heeft geprobeerd zijn verzameling onder te
brengen in de tot een museum in te richten 'Buurtjes Kerk'. Die museale
bestemming is er echter niet gekomen. Oorzaak: gebrek aan geld. Door
particulier initiatief is de kerk overigens wèl behouden gebleven. Als
woning. Van buiten gerestaureerd, van binnen voor die nieuwe bestemming
geschikt gemaakt.
In het kader van de ruilverkaveling werd een nieuw gemaal gebouwd. Het
oude gemaal 'Het Grootslag' raakte daarmee overbodig. De gemeente werd
uiteindelijk de nieuwe eigenaresse en er werd een stichting geformeerd
om het gebouw een museale bestemming te geven. Maar eerst diende er het
een en ander aan het gebouw te worden opgeknapt en veranderd.
Het voormalige ketelhuis werd omgebouwd tot vergaderlokaal en ruimte
voor het houden van wisselexposities. Er kwam overal goede verlichting.
Er werd op halve hoogte van de machinehal een lange vitrine gemaakt,
waarin een archeologische collectie - inmiddels eigendom - werd geëxposeerd.
Vrijwel alle werkzaamheden werden in eigen beheer door vrijwilligers
uitgevoerd onder vakkundige begeleiding van de heer J. Veenstra en onder
supervisie van de gemeente-architect, de heer N. Selderbeek.
De grote middenzaal werd gevuld met tuinbouwmaterialen, die vroeger in
de vaarpolder 'Het Grootslag' werden gebruikt en waarvan de heer C.
Visser een omvangrijke collectie bijeen had gebracht. Er was slechts
plaats voor een deel er van! De heer C. Kieft maakte een maquette van de
waterstaatkundige situatie in de polder omstreeks 1900. Bij het
organiseren van wisseltentoonstellingen wordt veelal samen gewerkt met
het poldermuseum 'Den Huygen Dijck' te Heerhugowaard.
Het
voormalig poldergemaal ‘Het Grootslag 1’, waarin nu zijn gevestigd het poldermuseum
‘Het Grootslag ’ en het nationaal museum ‘Saet en Cruyt’.
Toen het museum was ingericht en opengesteld - en de bezoekers kwamen -
realiseerde het bestuur van de inmiddels òòk opgerichte vereniging
'Vrienden van Oud Andijk' zich dat er een grote zolder over het gehele
gebouw nog ongebruikt was gebleven. Er kwam kontakt met zaadbedrijven,
die in Andijk waren ontstaan. Bedrijven, die al jaren probeerden een
museum te beginnen over de zaadteelt. Na enige tijd en veel werk kwam
het 'Nationaal Saet en Cruyt-museum' tot stand. Een project, dat
administratief en financieel wordt begeleid door de NTZ, de Nederlandse
vereniging van producenten/kwekers van tuinbouwzaden, alsmede van
handelaren in tuinbouwzaden en overige tuinbouwartikelen. Een nationaal
museum dus over de geschiedenis, de teelt en het gebruik van bloem- en
groentezaden. Een museum van de gezamenlijke zaadteeltfirma's.
'Saet en Cruyt' is de bovenbuur van het poldermuseum, dat geheel wordt
beheerd door vrijwillig(st)ers. De 'Vrienden' maken de
tentoonstellingen, verzorgen eventueel inzendingen op tentoonstellingen
elders, bemannen de balie, zoeken en onderzoeken. Zij brengen gegevens
omtrent de Andijker geschiedenis samen in een jaarboek, waarvan er
inmiddels tien zijn verschenen. Jaarlijks wordt er bovendien een dagtrip
georganiseerd - per bus - naar een bestemming, die zoveel mogelijk enige
relatie moet hebben met het eigen museum of met de vriendentaak rond het
museum. Er zijn al tien van dergelijke (studie)trips gemaakt.
Er bestaan vergevorderde plannen voor de uitgave van een boek over
Andijk. Een groot deel van tekst en illustratiemateriaal is reeds
aanwezig.
De collectie voorwerpen van het museum is juist omvangrijk genoeg om
voor de gestelde doeleinden te gebruiken en stukken in bruikleen af te
staan, waardoor ook elders af en toe de aandacht op het poldermuseum kan
worden gevestigd. Zoals bijvoorbeeld op de Westfriese Flora.
Andijk heeft vrijwel geen belangrijke monumenten van geschiedenis en
kunst. Maar er is wel aandacht voor de eigen cultuurgeschiedenis in de
brede zin van het woord. De bevolking heeft een belangrijke financiële
bijdrage geleverd aan het inrichten van het museum. De gemeente heeft
veel - óók financiële - medewerking verleend en stelde zich garant
voor een eventueel exploitatietekort. Maar door de samenwerking met
'Saet en Cruyt' hopen we tot een sluitende exploitatie te kunnen komen.
Een grote groep Andijkers is met alles wat zich rond het museum afspeelt
bezig. Er kunnen er altijd nog meer bij. Zo is dat met ons dorp.
Gerrit van der Heide
(secretaris)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.