Grondlegger van een betere bemaling
Geboren op 16 januari 1797 in Opperdoes, enige kind van Maarten Haringhuizen en Eva Tiese of Tiel, overleden op 7 mei 1863. Begraven op de algemene begraafplaats in Oostwoud. Gehuwd met Aafje Meurs (1802 -1871). Het echtpaar krijgt zes kinderen.
‘Grondlegger van een betere bemaling der landerijen in het gebied van de Vier Noorder Koggen’ luidt de tekst op het straatnaambordje van de Cornelis Haringhuizenlaan in Midwoud. Maar het was op een steenworp afstand in Oostwoud, waar Cornelis Evertszoon Haringhuizen zijn ideeën over onderbemaling in de praktijk bracht.
Molenacte
Hoewel een afzonderlijke peilbemaling door middel van een onderbemaling streng verboden was op grond van een molenacte uit 1537, ging de strijdbare boer ‘Grote Kees’ Haringhuizen uit Oostwoud omstreeks 1840 hiertoe over door enkele voorzieningen in de sloten rondom zijn land te maken en er in één nacht een molentje op te zetten dat het water uit het aldus ontstane poldertje kon wegmalen. Dit leidde tot aanmerkelijk betere bedrijfsresultaten.
De buren, die bang waren voor wateroverlast, alarmeerden het polderbestuur en het provinciaal bestuur. Langzaam drong echter het besef door dat een goede onderbemaling voor iedereen voordelig zou kunnen zijn. In 1851 kwamen meerdere landeigenaren en Haringhuizen overeen om voor gezamelijke rekening een onderbemaling in te richten met behulp van plaatselijke omkading en een groot aantal molentjes van het Haringhuizense model, waarbij het uitgemaalde water niet op het land van de buurman, maar in de Hauwerter sloot terecht kwam.
Vervijzeling
Intussen verbeterde het polderbestuur de bemalingscapaciteit, door vervijzeling (voltooid in 1863) van de poldermolens die op de Zuiderzee uitmaalden. Vijf jaar later werd bovendien een hulpstoomgemaal bij Medemblik gebouwd. De vooruitstrevendheid van Cornelis Haringhuizen werd achteraf meer en meer ingezien en geprezen.
Op het graf van ‘Grote Kees’werd een steen geplaatst met een afbeelding van zijn watermolen en de tekst ‘Hy was de grondlegger tot verbetering der landeryen in geheel de 4 Noorderkoggen’. Toen het oude kerkhof aan zijn bestemming zou worden onttrokken, brachten vrienden van de overledene zijn stoffelijk overschot en de grafsteen in het holst van de nacht over naar de nieuwe begraafplaats bij de Oostwouderkerk.
De onderbemalende wipmolens van de Middenpolder zijn verdwenen, maar de geest van Cornelis Haringhuizen is het meest aanwezig in het molentje aan de Broerdijk. Deze Klikjesmolen, geplaatst in 1987, werkt mee in de onderbemaling en is in bezit van de stichting ‘De Westfriese Molens’.
Literatuur:
N. J. Groot, Evertes Kees, in: West-Frieslands Oud en Nieuw (WFON) 56 (1989), p. 129-131.
G. C. van Balen Blanken, Oostwouds Opbloei, in: West-Frieslands Oud en Nieuw (WFON) 4 (1930), p. 79-80, bepaaldelijk p. 80.
A. J. Kölker, De Westfriese windmolens in 1924, in: West-Frieslands Oud en Nieuw (WFON) 51 (1984), p. 103-119, bepaaldelijk 112 en 118n.82.
Gegevens aangeleverd door: Louis Groen te Hoogwoud en bewerkt door Peter Smit te Alkmaar (2012).