Westfries Genootschap » Educatie » Geheimen van de dijk » Hoofdstuk 1 Andijk (1916): Het water komt…
Samenvatting verhaal
Alie bevrijdt tante uit haar eigen huis. Kan die dijk soms wandelen?
In de nacht van 13 op 14 januari brak de dijk bij Andijk bijna door. Hele dijkstukken verschoven of
spleten overlangs en er werden grote gaten in geslagen. Alie moet 's nachts mee met de schuit, want
het gezin redt zich door door de polder naar De Streek toe te varen. Later keert ze terug om te zien
waar haar vriend Meindert is. Samen lopen ze over de dijk terug en bekijken de ravage die de storm
heeft aangericht. Het huisje van tante Neeltje is ingestort. Gelukkig kunnen Alie en Meindert haar
redden, opgesloten als ze zit in haar eigen bedstede, sinds de dijk haar huisje is binnengeschoven.
Extra informatie
De Westfriese Omringdijk
De Westfriese Omringdijk ‘omringt’ Westfriesland: 126 kilometer dijk van Alkmaar langs
Medemblik, Enkhuizen en Hoorn terug naar Alkmaar. Meer dan 1200 jaar geleden was Westfriesland nog een
veenmoeras, dat boven de zeespiegel lag. De eerste pioniers ontwaterden het moeras door sloten te graven.
Dat was om het overtollig water af te voeren. Zo legden ze ook dijkjes en kaden aan. Buren moesten
daarbij samenwerken. Wie verder van zee zat, moest ook zijn water kwijt. Uiteindelijk moest alle water
naar de Zuiderzee.
Als je water uit veengrond laat lopen, zakt die in. De veenplantjes komen ook boven water en verteren
door de zuurstof in de lucht. De Westfriese bodem klonk steeds meer in en daalde tot onder zeeniveau.
De Zuiderzee vrat aan Westfriesland. Er ontstonden ook grote meren, zoals de Schermeer en de Beemster.
Als verdediging daartegen legden de Westfriezen dijken aan. Rond 1200 vormden die samen de eerste
Westfriese Omringdijk. Daarover later meer.
We gaan naar het jaar 1916, toen de Omringdijk bij Andijk bijna doorbrak.
Andijk 1916
De noordwesterstorm van begin 1916 duurde al veertien dagen. Op 13 januari groeide hij uit tot een
superstorm. Het Noordzeewater werd opgestuwd, de Zuiderzee in. Mannen bewaakten de dijken en hielden
scheppen, zandzakken en zeilen klaar. De zee stond zo hoog dat de golven gaten in de stenen bekleding
sloegen. Het zeewater plensde op bovenkant en de binnenkant van de dijk. Daar zat geen stenen bekleding.
Het hoge water drukte tegen de dijk aan. Stukken dijk schoven bij dijkhuizen naar binnen. Bij Andijk
konden ze de gaten dichten en de binnenkant met zeilen beschermen. Bij vuurtoren De Ven, op de
noordoostpunt van de Omringdijk, spleet de dijk. De binnenste helft zakte weg, de buitenste bleef staan.
Daar bleef het gelukkig bij.
De Anna Paulowna Polder, Waterland en Marken liepen wel onder. Dat redde de Westfriese Omringdijk. Door
die doorbraken zakte het zeewaterpeil, ook bij Andijk. Bij de reparatie van de dijk verdwenen de
dijkhuizen en werd de dijkgracht gedempt. De dijk werd breder en hoger en de weg liep voortaan onderlangs.
Bijna tweehonderd huizen en schuren werden verplaatst, met dekschuiten of op houten rollers over de weg.
Na de overstromingen werd de Afsluitdijk tussen Noord-Holland en Friesland aangelegd: het begin van de
Zuiderzeewerken. Er kwamen nieuwe polders, allereerst de Wieringermeer. Het afgesloten stuk Zuiderzee
heette voortaan IJsselmeer.
Excursie met historische vereniging
Vereniging Vrienden van Oud Andijk
Dijkweg 319
1619 JH Andijk
Museumbezoek
Poldermuseum
Dijkweg 319
1619 JH Andijk
www.poldermuseum.nl
Het Poldermuseum in het voormalige stoomgemaal van de Vier Noorder Koggen in Andijk biedt een mooie
presentatie over het leven in de dorpen en de polder van vroeger. Bovendien bezitten ze een fotocollectie
van de ‘bijna-ramp’ van 1916.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.