Westfries Genootschap » Educatie » Geheimen van de dijk » Didactiek
Voorleesboek
U kunt als leerkracht het boek ten eerste als voorleesboek gebruiken. Bij onderwerpen die bij geschiedenis
of aardrijkskunde aan bod komen of bij taal en lezen.
Het boek past ook goed in uw schoolbibliotheek.
Het voorlezen kunt u ook door leerlingen laten doen. Bijvoorbeeld door twee leerlingen die het samen
voorlezen en de bespreking van het verhaal voorbereiden en dan voor de klas uitvoeren.
Klassikaal of In groepjes
U kunt als u meer wilt met het boek en het ook in andere lessen wil integreren, een klassenset kopen,
waardoor voor ieder kind een boek beschikbaar is. Met deze set kunt u jaren lang aan het werk, ondersteund
door deze Lesbrief. U kunt een aantal hoofdstukken verdelen onder kleine groepjes leerlingen, maar u
kunt ook per verhaal plus informatieve paragraaf klassikaal aan het werk gaan.
Meer dan het boek
U kunt er voor kiezen om alleen met het boek in de klas te werken of dit programma uit te breiden met
excursies op de historische locatie's en/of museumbezoek.
In deel D van deze Lesbrief dat over de afzonderlijke hoofdstukken gaat, vindt u hier meer tips en
informatie over.
Klassikale start en introductie
Als u het boek klassikaal gebruiken gaat, of u nu in groepjes gaat werken of niet, alle verhalen gaat
doen of een deel of slechts eentje: een algemene klassikale start en introductie werkt altijd goed.
Deel de boeken uit en laat de kinderen er doorheen bladeren en er in duo's hardop over praten. Laat
ze dan de dubbele pagina voor zich nemen met de getekende kaart plus namen van dorpen en steden waar
de verhalen zich afspelen. Leg uit hoe het werkt. Verhaal 1 bijvoorbeeld speelt zich af in Andijk.
Zoek samen met de kinderen Andijk en nummer 1 op de getekende kaart. Welk verhaal uit de inhoudsopgave
hoort hierbij?
Ga naar dat hoofdstuk en bekijk de illustraties en ontdek samen met de leerlingen dat er een avontuurlijk
verhaal in staat plus achtergrondinformatie. Bespreek ook wat de geocaching in kan houden, zie knop
‘geocaching’
en excursies op locatie of museumbezoek.
Maak vervolgens over de getekende kaart een reisje met de klok mee langs de Westfriese Omringdijk.
Welke plaatsen liggen dichtbij? Staat de plaats waar onze school ligt er ook op? Kennen ze alle tien
plaatsen al? Begrijpen ze als ze dit kaartje zien wat het begrip Omringdijk letterlijk wil zeggen?
Het gebied binnen de Omringdijk wordt Westfriesland genoemd. Kennen ze dat begrip al? Hoe komt de regio
aan die naam?
U kunt dan dit onderdeel uitbreiden door de atlas van Nederland er bij te nemen en getekende kaart en
die uit de atlas met elkaar te vergelijken. Is de Omringdijk goed op de kaart uit de atlas te volgen?
Bekijk samen met de kinderen nog eens wat grote illustraties bij de verhalen. Spreken de afbeeldingen
hen aan? Wat kun je uit losse afbeeldingen al opmaken?
Bespreek wat het verschil is tussen het verhaal en de informatieve tekst onderaan elk verhaal. Dus qua
stijl en wat er mee overgebracht wordt. Doe dat ook met de illustraties. Illustraties bij de informatieve
tekst zijn anders dan die bij het verhaal. Wat zijn de verschillen? (inleving versus informatie
verduidelijken etc.)
Verwerking verhaal en informatieve paragraaf
Verhaal en informatieve paragraaf lenen zich goed voor allerlei vormen van verwerking in de klas. Niet
alleen presentatie- en taalgerichte, maar ook kunstzinnige, zoals stripverhalen maken, de hoofdrolspelers
als pop maken, maquettes maken etc.
Hieronder een aantal tips.
Klassegesprek
In elk verhaal zit behalve een sterke historische component ook een die je kunt omschrijven als
‘karakters’, hoe ze met elkaar omgaan, vriendschap en verliefdheid, vertrouwen in je ouders
etc. Meer algemeen menselijke (op kinderniveau uiteraard) zaken dus.
Verwerkingsmogelijkheden
Stripverhaal
Laat de kinderen een stripverhaal in vier of zes tekeningetjes met tekstballonnen of onderschriften
maken op grote vellen wit papier.
Nieuwe illustraties
Laat ze de illustraties bij het verhaal goed bekijken. Waarom heeft de tekenaar dit moment gekozen,
denk je? Laat ze dan in eigen stijl andere illustraties maken bij een andere belangrijke episode.
Dialogen schrijven
Laat ze dialogen schrijven tussen zelf gekozen twee personen uit het verhaal. Laat ze zelf een fragment
uit het verhaal kiezen en dat uitwerken. Goed voor het inleven in personen.
Poppen maken
Laat ze poppen maken (van allerlei materiaal) van de personen uit het verhaal. Als ze daar dan ook
dialogen bij schrijven, zou je in een soort eenvoudige poppenkastvoorstel voor de klas fragmenten uit
het verhaal kunnen laten presenteren.
Affiches maken
Een affiche laten maken waarin het verhaal wordt aangeprezen aan andere mogelijke lezers. Of een affiche
dat in het verhaal dienst had kunnen doen, bv een waarschuwing voor dijkbreuk, een oproep om dienst
te nemen bij de VOC of een oproep om allen mee te betalen voor dijkonderhoud, waar je ook maar woont
in Westfriesland.
Tijdbalk gebeurtenissen maken
De informatieve paragraaf en het verhaal onderbrengen in een tijdbalk op een groot vel papier.
Stukje schrijven voor plaatselijk blad of schoolkrant
Als journalist het verhaal en de extra informatie gebruiken om een stukje te schrijven alsof ze zelf
dit hebben meegemaakt als journalist van toen.
Een of meerdere hoofdstukken?
De meeste Westfriese basisscholen hebben wel een locatie in de buurt die bij een van de verhalen uit
het boek past. U kunt dus van dat verhaal plus informatieve tekst uitgaan als u het boek in de klas
gebruikt. Maar het boek leent zich ook heel goed voor het verdelen van werk en verantwoordelijkheden
in de klas. U verdeelt de verhalen (hoeven niet alle te zijn, bijvoorbeeld vier verhalen die bij uw
regio passen) dan onder groepjes in de klas.
Zij lezen eerst stil en bespreken het verhaal dan. Vragen die u hierbij kunt meegeven zijn:
1 Wie spelen de hoofdrol in het verhaal? Wat voor karakter hebben de kinderen? Vind je de hoofdrolspeler(s)
aardig? Zou je zelf ook zo willen zijn? Hoe doen ze tegen elkaar? Wat had jij gedaan?
2 Maak een schema van het verhaal.
3 Maak een stripverhaal in zes tekeningetjes met tekstballonnen of onderschriften van het verhaal.
4 Wat leer je uit het verhaal over de Westfriese geschiedenis?
5 Lees samen de informatieve tekst onderaan het verhaal goed door.
6 Vul je kennis aan, die je al eerder bij vraag 4 hebt opgeschreven.
7 Bereid een presentatie in de klas voor. Hierbij kun je het stripverhaal, je schema en wat je voor
informatie hebt opgeschreven gebruiken. Verdeel het werk. Eentje vertelt het verhaal bijvoorbeeld na,
een ander houdt het stripverhaal daarbij op. Weer een ander geeft een lesje over de historische informatie
en gebruikt het schema daarbij.
8 Elk bestudeerd verhaal wordt gepresenteerd in de klas.
Elk groepje is eventjes expert geworden op het gebied van het verhaal en de extra informatie. Omdat de
experts hun kennis bij de presentatie delen met de anderen in de klas, kent iedereen in de klas na afloop
alle behandelde verhalen plus informatie. Dit wordt in de didactiek de expert-methode genoemd. Het
versterkt het verantwoordelijkheidsgevoel voor het leren.
Presentatie op locatie of in museale omgeving?
Besluit u tot een excursie of museumbezoek als vervolg op het bestuderen van het boek, dan kunt u de
presentatie ook heel goed op de historische locatie of in het museum laten plaatsvinden. U overlegt
met de vrijwilliger van de historische vereniging of de medewerker van het museum welk moment in het
programma daar geschikt voor is. De kinderen presenteren dan hun verhaal en hun informatie zo dichtbij
als mogelijk is bij de historische plek of objecten waar hun verhaal zich afspeelt.
Geocaching
Het is heel spannend om geocaching te gaan doen. U kunt verwijzen naar de website van het Westfries
Genootschap. Met behulp van een gps-apparaat of geavanceerde telefoon kunnen de coördinaten worden
opgehaald. De gezinsleden kunnen op pad gaan.
Museumbezoek en excursie op locatie
In overleg met de lokale historische vereniging of het museum van uw keus organiseert u een excursie.
In Deel D van deze Lesbrief worden per hoofdstuk de gegevens van de betreffende historische verenigingen
gegeven en van musea, waarvan de presentatie of het educatieve programma aan kan sluiten bij het hoofdstuk.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.