Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2006 » Nummer 1 » Pagina 16-18
Op zaterdag 14 januari heeft de Stichting voor Landelijk Schoon West-Friesland in de Oude Ursulakerk
in Warmenhuizen een symposium gehouden met de titel 'Klimaatverandering en de gevolgen voor het
waterbeheer in WestFriesland'. In het gedeelte voor de pauze zijn drie inleiders, elk vanuit hun eigen
invalshoek, op het onderwerp ingegaan. Na de pauze was er voor 'de zaal' gelegenheid tot discussie met
de inleiders onder leiding van de dagvoorzitter Piet Roele, voorzitter van de stichting De Westfriese
Molens.
De eerste inleider was Jeroen Veraart (Wageningen Universiteit en Researchcentrum). Hij liet zien waarom
ons een verandering van het klimaat te wachten staat en wat de omvang van die verandering in de komende
eeuw zou kunnen zijn.
Heel belangrijk daarbij is de verandering in temperatuur. Het is bekend dat in de afgelopen eeuwen de
gemiddelde temperatuur op elke plek op aarde bepaalde schommelingen heeft vertoond. Wetenschappers hebben
zich een beeld kunnen vormen van de grootte van die schommelingen door bestudering van verschillende
bronnen, zoals oude scheepsjournaals en reisverslagen, en uit onderzoek naar ijsmonsters die op grote
diepte uit het poolijs zijn gehaald. Daaruit is gebleken dat die temperatuurschommelingen vrij klein
waren en zich heel langzaam voltrokken. De laatste tientallen jaren stijgt de temperatuur veel sneller
en ook veel meer. De oorzaak daarvan zijn de zogeheten broeikasgassen die zich in de atmosfeer ophopen.
En dat proces gaat nog steeds door, de verwachting is zelfs dat het proces de komende tijd nog sneller
zal gaan verlopen.
De belangrijkste veranderingen in West-Nederland zullen waarschijnlijk zijn:
De zeereep
Voordat de tweede inleider, Enno Brommet, burgemeester werd van Harenkarspel was hij burgemeester van
Egmond. In die functie maakte hij deel uit van het Provinciaal Overleg Kustverdediging, afgekort POK.
Daarin overleggen de verschillende beheerders langs de Noordzeekust over de aanpak van de kustverdediging.
Technisch gezien is de taakverdeling als volgt: het Rijk (Rijkswaterstaat) zorgt voor het in stand houden
van het strand en de zeebodem vóór het strand, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
zorgt ten noorden van het Noordzeekanaal en op Texel voor het in stand houden van de zeereep (de eerste
duinenrij) en van de zeedijken (zoals de Hondsbossche-, de Pettemer- en de Helderse Zeewering). De
duinen achter de zeereep zijn in beheer bij het Provinciaal Waterleidingbedrijf (PWN) en bij
natuurbeheerders als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Noord-Holland.
De duinen zijn soms kilometers breed, zoals bij Schoorl. Daar kan de zee ruimte krijgen en die heeft
ze ook gekregen met de aanleg van de Kerf, waarbij de zeereep is doorgegraven om bij stormweer een zout
'binnenmeer' te kunnen laten ontstaan. Op andere plaatsen zijn de duinen soms maar één
rij breed, bijvoorbeeld bij Callantsoog. Als daar geen extra maatregelen worden getroffen, is het gevaar
voor een doorbraak bij zware storm niet denkbeeldig. Door het strand te verhogen met zand uit zee
(zandsuppletie) worden de golfaanvallen op de zeereep zo veel mogelijk voorkomen. Toen Rijkswaterstaat
met deze methode begon, was de verwachting dat de volgende suppletie misschien pas zo'n 15 jaar later
nodig zou zijn, maar de praktijk wijst uit dat een nieuwe suppletie om de paar jaar nodig is. Recente
metingen hebben uitgewezen dat de kracht van de golven bij zware storm veel groter is dan aangenomen.
Op dit moment worden plannen ontwikkeld hoe moet worden omgegaan met de verwachte zeespiegelrijzing
gecombineerd met deze extra golfkrachten.
Peilbeheer
De derde inleider, Jan Wijn van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, begon zijn verhaal met
een kort overzicht van de taken van het hoogheemraadschap: de bescherming tegen het 'buitenwater' door
het in stand houden van duinen en dijken, het regelen van de hoeveelheid oppervlaktewater in de boezem-
en polderwateren, het bevorderen van de waterkwaliteit in die wateren, het transporteren en zuiveren
van afvalwater en het beheren van een aantal wegen. De strategie voor het peilbeheer nu en in de toekomst
laat zich vangen in drie woorden: bergen, vasthouden en afvoeren. Dit betekent het volgende. Regenwater
wordt in eerste instantie zo veel mogelijk geborgen (opgeslagen) in het gebied waar het valt. Het wordt
daar ook zo nodig vastgehouden voor gebruik in droge tijden. Alleen water dat echt 'teveel' is wordt
afgevoerd naar de zee of het Markermeer. Voor het hele gebied van het hoogheemraadschap is per peilvak
(gebied met dezelfde waterstand) bekeken of de situatie voldoet als de verwachte veranderingen in het
klimaat zich voltrekken. Daarbij is gebleken dat er op veel plaatsen te weinig open water, of ruimte
voor water, aanwezig is. Daar zal dus open water 'bijgemaakt' moeten worden, in principe binnen het
eigen peilvak. Het landschap zal daardoor veranderen, op sommige plaatsen misschien wel ingrijpend.
Wanneer dat maar enigszins mogelijk is, wordt geprobeerd om tegelijkertijd verbeteringen in de situatie
van de natuur en/of de recreatie te realiseren. De gekozen strategie heeft ook tot gevolg dat de
waterstand meer zal variëren dan tot nu toe gebruikelijk is (flexibel peilbeheer).
Ook dat heeft gevolgen voor het planten- en dierenleven in en langs het water. Binnen bebouwde gebieden
is het vaak moeilijk zo niet onmogelijk om ruimte te vinden voor extra open water. Maar bijvoorbeeld
bij reconstructie van wegen is het soms mogelijk onder het wegdek voorzieningen voor het bergen van
water aan te leggen.
Teun Blokker, agrariër en 'weerman' van Westfriesland Radio liet met een aantal voorbeelden zien
dat er volgens hem vandaag de dag binnen West-Friesland nog niks te merken is van de opwarming van de
aarde. De bollen bloeien nog altijd omstreeks dezelfde datum als vroeger en ook de vogels leggen nog
steeds omstreeks dezelfde dag hun eerste ei.
Na de pauze verzorgde Joop van Diepen met zijn schoondochter Sandra Duin eerst een muzikaal intermezzo
met een door Joop zelf geschreven lied over Rooms Koning Willem II en zijn veldtocht tegen de
West-Friezen. Daarna volgde nog een geanimeerde discussie over West-Friesland, het klimaat en de droge
voeten. Mieke Peetoom-Slooves, voorzitter van de Stichting voor Landelijk Schoon sloot de bijeenkomst
af.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.