Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2008 » Nummer 1 » Pagina 18
Drs. Harold D.E. Bos, kunsthistoricus, beschrijft voorwerpen uit de West-Friese pronkkamer.
In de pronkkamer, ook wel 'Vorest' van de West-Friese boerderij, werd bij een sterfgeval de overledene
opgebaard. Door de rouw- en trouwdeur verliet de dode de boerderij. Om de doodskist het huis uit te
tillen had men tegen de buitengevel een opstapje nodig, dit vanwege de hoog in de pui aangebrachte
voordeur.
Deze deur werd behalve bij begrafenissen alleen bij een huwelijk geopend. De pronkkamer is bijzonder
vanwege de relatie met het begin van een huwelijk, de mooie voorwerpen tijdens en het eind van het leven.
In het vorige Vierkant beschreef ik de pronkkamer ook als bewaarplaats van het mooie servies, ook
noemde ik het rouwservies. Daar wil ik iets meer over vertellen.
Hoe het idee van het rouwserviesgoed, dat wel werd gebruikt bij begrafenissen, is ontstaan weet niemand.
In het laatste kwart van de 18e eeuw werd in Engeland door Josua Wedgwood een kleisoort gefabriceerd
die door en door zwart was.
Dit materiaal noemde ze Basaltware naar het Etruskische zwarte aardewerk wat men uit de oudheid kende.
Het Basaltware was echter geen aardewerk, maar een harder zogenaamd steengoed en het werd op ca. 1000
graden Celsius gebakken. Het oppervlak is mat zwart en vaak met een eenvoudig reliëf gedecoreerd.
De vorm is strak en geïnspireerd op de Oudheid. Zo zijn dekselknoppen van thee- en koffiepot in
de vorm van een zittende treurende Romeinse vrouw. In Engeland werden ook andere zwarte serviezen gemaakt,
onder meer door de firma's Hackwood en Harding. Deze namen staan vaak ingedrukt met een blindstempel
onder de voorwerpen. Deze serviezen zijn eveneens in reliëf gedecoreerd en voorzien van een
glanzend zwart glazuur.
Rouwservies, Basaltware, Wedgwood, 18e eeuw,
coll. St. Huys Auerhaen, Alkmaar.
(foto Mark A.M. Koning)
In 1836 richtte Petrus Regout een aardewerkfabriek op in Maastricht. De fabricage daar was sterk gericht op de ontwikkelingen in Engeland, waar Regout ook mee wilde concurreren. Ook Regout maakte zwarte serviezen die ze Terre noire of zwartsteen noemde. De scherf is echter niet diep zwart, maar donker grauwbruin. Het oppervlak is glanzend zwart geglazuurd. Regout gebruikte een blindstempel met de initialen PR en een cijfer. De serviezen die Regout maakte bestaan veelal uit een thee en/of koffiepot, melkkan, suikerpot en een spoelkom. Bijpassende kop en schotels komen niet voor. Men gebruikte andere kopjes bij dergelijke serviezen. Dit is aannemelijk omdat een geheel zwart kopje er niet aantrekkelijk uitziet om uit te drinken. Dit in tegenstelling tot de donkerbruine Regout goudsteen/luster serviezen waar wel kop en schotels bij werden geleverd. Ook zwarte kinder-rouwserviezen, zonder kopjes, komen. De eerste voorwerpen van zwart Regout aardewerk dateren uit het begin van de jaren 1850. Zowel de Wedgwood, overige Engelse en Regout rouwserviezen komen we in Noord-Hollandse en West-Friese inboedels tegen.
Andere afleveringen van 'Uit de Pronkkamer':
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.