Westfries Genootschap
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2014 » Nummer 2 » Pagina 16

Spullen in Westfriesland

Karin Wester, oud-medewerker van het Westfries Museum, bespreekt een voorwerp uit Westfriesland.

Deel 1, de kappendoos van Kaatje Schipper

Een kappendoos was in de negentiende eeuw onmisbaar voor Westfriese vrouwen. Zij bewaarden hierin de kostbaarheden die, samen de Westfriese hoofdtooi, de kap vormden.
Eigenlijk is het geen doos, maar een houten kistje. Het Westfries Museum bezit meerdere kappendozen van hout en maar één kartonnen exemplaar. Kappendozen kunnen gemaakt zijn van, of gefineerd met, kostbare houtsoorten. Het kistje kan ook gemaakt zijn van goedkoop grenenhout, zodanig beschilderd dat het kostbaar hout lijkt. Deze verftechniek wordt ‘houten’ genoemd.
Onderin zit meestal een laatje dat onzichtbaar, met een pin, afgesloten kan worden. Aan de binnenzijde van het deksel zit een spiegel. Het bovendeel kan met een sleuteltje afgesloten worden. Soms is dit deel ingedeeld in verschillende vakken voor de verschillende onderdelen van de kap.
Luxe exemplaren hebben een apart vak voor het oorijzer. Dit oorijzer vormt de basis van de kap. Oorspronkelijk werd het ijzer ook wel echt gemaakt van ijzer, maar in de negentiende eeuw was het veelal van zilver of goud of verguld metaal, net als de bijbehorende sieraden.

De kappendoos van Kaatje Schipper.

Boerendochter Kaatje Schipper uit Hoogkarspel, mijn overgrootmoeder, bezat een eenvoudige grenenhouten kappendoos. Het kistje is aan de buitenkant gehout als mahoniehout en aan de binnenkant diepblauw geverfd. Op de voorkant zijn met kleine sierletters haar initialen “K S” aangebracht.
In 1881 trouwde Kaatje met boer en broodbakker Willem Dekker. Vermoedelijk heeft zij de kappendoos rond die tijd in bezit gekregen.
Uit overlevering weet ik dat mijn overgrootmoeder een gouden oorijzer droeg. Ze staat er nog halverwege de jaren twintig mee op de foto.
Kaatje Dekker-Schipper overleed in 1947 op 88-jarige leeftijd. Na haar dood kwam haar kappendoos in het bezit van mijn grootouders. Inmiddels werd hij gebruikt voor het bewaren van andere schatten: belangrijke papieren en felicitatiekaartjes, ontvangen ter gelegenheid van een huwelijksjubileum.

Andere afleveringen van 'Spullen in Westfriesland':
'14/2 | '15/1 | '15/2 | '15/3 | '16/1 | '16/2 | '16/3 | '17/1 | '17/2 | '17/3 | '18/1 | '18/2 | '18/3 | '19/1 | '19/2 | '19/3 | '20/1 | '20/2 | '20/3 | '21/1 | '21/2 | '21/3 | '22/1 | '22/2 | '22/3

 


Hé, is dat Westfries?

832. Dat ambtenaartje is zo'n hennemelker (napluizer, muggenzifter).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.