Westfries Genootschap
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2015 » Nummer 1 » Pagina 16

Spullen in Westfriesland

Deel 2, Slapen in de kast

Tot in de twintigste eeuw sliepen de meeste Westfriezen in bedsteden, grote ingebouwde kasten. Een legplank op ongeveer een derde van de hoogte van de ‘kast’ bood een slaapplaats aan twee volwassenen. De ruimte onder de plank was bedoeld als bergruimte, maar in grote gezinnen werden daar ook wel kleine kinderen te slapen gelegd. Aan het voeteneinde was soms nog een houten bak, een krib of kreb, getimmerd, waarin een peuter kon slapen. De slaapkast werd afgesloten met een stel gordijnen of deuren.
Natuurlijk werd niet zomaar op de kale legplank geslapen. Eerst werden er een matras, een peluw (een langwerpig onderkussen) en een stel hoofdkussens op neergelegd. Die konden gevuld zijn met stro, veren of kapok. Het stro of de veren zaten in een zak van gewaxte, dicht geweven, gestreepte stof: beddentijk. Dit om het prikken van strootjes of veertjes tegen te gaan. Om de stro- of verenmatras, -peluw en -kussens ging een gekleurd overtrek. Op het matras lag een dikke onderlegger met daarop een wit onderlaken.

De bedstee in het Westfries Museum.
De bedstee in het Westfries Museum. (foto Westfries Museum)

De witte kussenslopen hadden in één korte zijkant, de kant waar je tegenaan keek, een opengewerkte rand en waren daarboven soms ook versierd met borduurwerk. Het bed werd gedekt met een wit bovenlaken met een versierde omslag, passend bij de witte slopen. Daarop lag een stel dekens, waarvan de bovenste de mooiste was.
Een losse beddenplank hield het beddengoed op zijn plaats. Dekens waren meestal van wol, maar er werden ook doorgestikte dekens en lappendekens gebruikt. Dat blijkt wel uit een aantal miniatuuruitzetten die rond 1840 in Venhuizen zijn gemaakt. Bij elke uitzet zit een miniatuurlappendeken.
Bedsteden waren knus en warm, maar ook bedompt. Aan het eind van de 19e eeuw begon men te beseffen dat frisse lucht belangrijk was voor een goede gezondheid, waardoor de bedstee in onbruik raakte.

Karin Wester

Andere afleveringen van 'Spullen in Westfriesland':
'14/2 | '15/1 | '15/2 | '15/3 | '16/1 | '16/2 | '16/3 | '17/1 | '17/2 | '17/3 | '18/1 | '18/2 | '18/3 | '19/1 | '19/2 | '19/3 | '20/1 | '20/2 | '20/3 | '21/1 | '21/2 | '21/3 | '22/1 | '22/2 | '22/3

 


Hé, is dat Westfries?

361. Hoe ver ben je heen met je was?
't Loupt op 't lessie ('t loopt naar 't einde, 't is gauw klaar).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.