Westfries Genootschap
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2017 » Nummer 2 » Pagina 15

Spullen in Westfriesland

Karin Wester, oud-medewerker van het Westfries Museum, bespreekt een voorwerp uit Westfriesland

Een borduurlap uit 1754

De symmetrisch opgebouwde doek is geen merklap, maar een borduurlap, omdat de voor merklappen kenmerkende letterreeks ontbreekt. De doek is ook minder ‘rommelig’ dan de gemiddelde merklap, waarop de motieven willekeurig over de doek verdeeld zijn. De borduurster heeft haar best gedaan de motieven keurig te rangschikken aan weerszijden van een groot middenmotief. Alleen bij de randen kwam ze in de hoeken niet helemaal goed uit. De elkaar spiegelende tulpen in de bovenhoeken wijken af door hun vormgeving. Ze zijn meer natuurgetrouw weergegeven dan de overige, traditionele merklapmotieven.

Naturalistische bloemmotieven komen vaker voor op borduurlappen uit de 18e eeuw. Op deze lap is te lezen: ‘Hoorn / TK / 1754’. De initialen zijn van Trijntje Kraij, geboren in Hoorn in 1741. Toen ze de lap borduurde was ze 12 of 13 jaar oud. Borduurlappen werden waarschijnlijk gemaakt door meisjes die een vorm van vervolgonderwijs ontvingen, op een naaischool of een Franse School voor meisjes. Op deze meisjes(kost)scholen was handwerken, naast Frans, een van de belangrijkste vakken. Ze leerden daar vooral ‘fraaie’, dat wil zeggen niet nuttige, handwerken maken. Het leren breien, naaien en merken was nuttig voor alle meisjes. Zelfs kleine jongens kregen breiles. Het leren maken van decoratief textiel was hoofdzakelijk voorbehouden aan meisjes uit de betere standen. In de winter 2012-2013 is in het Westfries Museum een tentoonstelling gehouden over andere in Hoorn gemaakte borduur- en stoplappen uit de periode 1750-1825, lappen die onderling veel overeenkomsten vertoonden. Uit onderzoek bleek dat ook deze doeken gemaakt zijn door meisjes ouder dan 12 jaar. Vervolgonderwijs was er niet alleen voor meisjes uit de stad. In de negentiende eeuw en later kregen dochters van welgestelde Westfriese boeren les in het maken van fraaie handwerken op bijvoorbeeld een nonnenkostschool.

Andere afleveringen van 'Spullen in Westfriesland':
'14/2 | '15/1 | '15/2 | '15/3 | '16/1 | '16/2 | '16/3 | '17/1 | '17/2 | '17/3 | '18/1 | '18/2 | '18/3 | '19/1 | '19/2 | '19/3 | '20/1 | '20/2 | '20/3 | '21/1 | '21/2 | '21/3 | '22/1 | '22/2 | '22/3

 


Hé, is dat Westfries?

462. 't Kind zat te gnokken (begerig te kijken) naar al dat lekkers.
Als moeder vlees snijdt, staat de hond erbij te gnokken.

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.