Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2018 » Nummer 3 » Pagina 17-18
In het Westfries Biografisch Woordenboek staan biografieën
van personen die voor Westfriesland, lokaal of regionaal, veel betekend hebben. Heeft u in uw dorp
of stad een persoon waarvan u meent dat deze in aanmerking komt voor het WBW, meldt u die dan, liefst
per mail, aan bij het secretariaat van het Westfries Genootschap.
Alleen personen die zijn overleden komen in aanmerking. Raadpleeg de
website www.westfriesgenootschap.nl, klik op Commissie Geschiedschrijving en vervolgens op
Westfries Biografisch Woordenboek.
Hermanus Langedijk, geboren te De Weere op 12 januari 1902.
Overleden te Spanbroek op 15 oktober 1992.
Hij was de jongste zoon van Manus Langedijk
en Aagje Schipper. Hij mocht als jongste telg
natuurlijk meer dan de ouderen daarvoor. Zijn
band met zijn moeder was heel sterk. Moeder
was ‘kuin’ op hem. Hij heeft veel gepresteerd in
zijn 90-jarig leven.
Na de lagere school wilde hij studeren en nam bijlessen bij meester
De Boer in Abbekerk. Maar toen hij 12 jaar werd, brak de Eerste
Wereldoorlog uit. Hij moest zijn studie stopzetten omdat hij op de boerderij zijn broers moest vervangen die gemobiliseerd
werden. Het was een domper voor hem, maar het uitstel bleek
geen afstel. In 1918 pakte hij de draad weer op en op 16-jarige
leeftijd ging hij naar de Normaalschool, voorloper van de kweekschool,
in Hoorn. Ook behaalde hij het praktijkdiploma boekhouden.
Dat kwam hem later goed van pas toen hij, samen met
meester Tinus Dam uit Spanbroek, mensen in klassenverband opleidde
voor het middenstandsdiploma. En dat van 1942 tot 1967.
Op 23 juni 1924 slaagde Hermanus voor zijn onderwijzersakte. Al
snel werd hij gevraagd om in Ursem aan de Bavoschool meester
Vlugt te vervangen wegens ziekte. Hij had al wel vrijwillig onbetaald
stage gelopen op een lagere school te Abbekerk. Met deze
ervaring werd hij in Ursem onderwijzer en meteen ook waarnemend
hoofd der school. Omdat de afstand De Weere-Ursem zo'n
achttien kilometer was, bleef hij door de week bij twee oudere
dames in de kost.
Na een half jaar solliciteerde hij naar de betrekking van onderwijzer
aan de Sint Martinusschool te Spierdijk, waar hij werd
benoemd op 25 augustus 1927. Zijn baas was meester Anton
Overtoom, een beminnelijk mens. In 1930 wist hij zijn hoofdakte
te halen. Meester Bos, een goede collega uit Berkhout, had
examenvrees en was na twintig jaar hoofdaktestudie nooit op
examen gegaan. Die bewuste examendag zijn Hermanus en Anton
naar Berkhout gegaan, hebben meester Bos van zijn bed
gelicht en meegenomen naar het examen in Haarlem. Alle drie
slaagden.
Op 18 augustus 1932 trouwde Hermanus te Heiloo met Siebertha
Koppes en ging wonen in de burgemeesterswoning die hij had gekocht voor 1900 gulden. Ze kregen tussen 1932 en 1950 twaalf kinderen. Toen in 1941 meester Overtoom overleed, werd
Hermanus gevraagd het hoofdmeesterschap op zich te nemen. In
1942 werd hij officieel benoemd en verhuisde hij naar de schoolwoning
naast de kerk. Tot zijn pensioen in 1967 is hij daar in die
functie gebleven.
Voor de gemeenschap heeft hij veel betekend. Meester Langedijk
was een uitstekend onderwijzer, didacticus en vooral een
rasechte verteller. Zijn geschiedenis- en aardrijkskundelessen
waren befaamd bij zijn oud-leerlingen en leerlingen. Hij kon kinderen
alles leren. Zijn uitleg was zodanig dat je het wel snappen
moest. Geschiedenisjaartallen zaten er geheid in. Zonder jaartallen
heeft geschiedenis geen zin. Zonder topografie heeft aardrijkskunde
geen zin.
Kinderen die verder wilden studeren, kregen na schooltijd twee
keer in de week bijles in Frans, rekenen en taal. Er zijn maar weinig
van zijn leerlingen gezakt voor het toelatingsexamen voortgezet
onderwijs. Hermanus wist een uitstekende basis te leggen voor
verdere studie. Hij bereidde zijn lessen altijd zorgvuldig voor. Hij nam er de tijd voor en die had hij ook, want van vergaderen op
school hadden ze nog nooit gehoord en gymnastieklokalen waren
er niet, dus deze lessen vervielen.
Naast zijn schoolwerk was meester Langedijk in het dorp en wijde
omgeving een vraagbaak voor velen. Menigeen heeft steun
bij hem gezocht en gekregen. Hij was ook graag bezig met het Westfries als dialect, wat tot uiting kwam in diverse publicaties.
Tijdens zijn pensioenjaren heeft hij ook nog drie stambomen gemaakt.
Hij was een werkzaam mens, altijd bezig. Op latere leeftijd
ging hij met zijn vrouw alle klaverjasdrives in Westfriesland
af. Daarnaast had hij nog een quadrille-rondje. Ook quadrille is
een kaartspel.
Hij was een Westfries in hart en nieren. Westfriesland was alles
voor hem. Zo was hij vijftien jaar lang, van 1958 tot 1973,
bestuurslid van het Westfries Genootschap. Voor zijn vele
diensten voor het genootschap werd hij in 1973 benoemd tot
erelid. Ook na zijn bestuurslidmaatschap was hij een trouw bezoeker
en een graag geziene gast op de jaarlijkse Westfriezendag.
Op 90-jarige leeftijd, op 15 oktober 1992, is hij overleden. Velen
zullen zich meester Langedijk herinneren. Zo wilde hij ook aangesproken
worden en laten we eerlijk zijn: iedereen is mijnheer,
maar niet iedereen is meester.
Publicaties:
Hé, is dat Westfries?(Stolphoevereeks, uitgegeven onder
auspiciën van het Historisch Genootschap Oud
West-Friesland, 1963).
Meester Langedijk vertelt (Uitgeverij Pirola, Schoorl, 1989).
Genealogische uitgaven:
De familie Langedijk (uitgegeven in 1974).
De familie Koppes (uitgegeven in 1975).
De familie Schipper (Uitgeverij Pirola, Schoorl,1990).
Gegevens aangeleverd door: Ad Langedijk te Blokker (2007).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.