Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2019 » Nummer 3 » Pagina 16-17
In het Westfries Biografisch Woordenboek staan biografieën
van personen die voor Westfriesland, lokaal of regionaal, veel betekend hebben. Heeft u in uw dorp
of stad een persoon waarvan u meent dat deze in aanmerking komt voor het WBW, meldt u die dan, liefst
per mail, aan bij het secretariaat van het Westfries Genootschap.
Alleen personen die zijn overleden komen in aanmerking. Raadpleeg de
website www.westfriesgenootschap.nl, klik op Commissie Geschiedschrijving en vervolgens op
Westfries Biografisch Woordenboek.
Theo Broersen is in 1923 in Grooteboek
geboren en stierf in 2015 in Lutjebroek. Hij
was de zoon van Gert Broersen (1881-1962) en Divera Koopman (1886-1978). Theo trouwde met Gonny Scheer (1924-1988). Zij
kregen negen kinderen. Na het overlijden van Gonny hertrouwde Theo met Riek
Noordeloos.
Bankdirecteur
Vanaf 1948 hielp Theo zijn schoonvader, schoolmeester B.J. Scheer,
bij het kassierschap van de Boerenleenbank in Lutjebroek. In 1951 werd hij assistent-kassier. (Opmerkelijk genoeg werd door het
plaatselijke bankbestuur Theo's loon afgetrokken van het loon van zijn schoonvader.)
Vier jaar later werd Theo de eerste directeur van deze Boerenleenbank.
Onder zijn leiding maakte de bank een omwenteling door. In 1962 werd
de huiskamer in een burgerwoning aan de P.J. Jongstraat (nummer 121) verruild voor
een modern bankgebouw aan de Fresialaan. Er was meer ruimte en veiligheid nodig door de groeiende geldstroom.
De opbrengst van de veilinggelden kwam voortaan via de bank naar de tuinders. Het aantal spaarrekeningen nam explosief toe. Voor de groeiende kredietverlening en nieuwe functies als de makelaardij werd
de bank in 1979 vergroot. Hiervoor verhuisde de familie Broersen van de woning boven de bank naar een nieuw huis ernaast.
Werd in 1949 nog met veel moeite de eerste telmachine gekocht, tien jaar later kwam er een zeer moderne automatische boekhoudmachine.
De bank in Lutjebroek trok hiermee landelijke aandacht en mocht de proefbank worden in het project ‘automatisering en kleine banken’.
Theo had visionaire kwaliteiten. Zo zag hij eerder dan anderen de betekenis van automatisering voor de samenleving.
Hoe kreeg Theo dit alles voor elkaar? Als ‘Streker’ verstond hij de taal
van de leden van de bank en van het bankbestuur goed. Zuinigheid was
niet langer het enige criterium. Verantwoord investeren en uitbreiden werden minstens even belangrijk. Met trots volgden de leden deze groei. De Boerenleenbank, later opgegaan in de Rabobank, werd het
symbool van de welvaart die zij in Lutjebroek en omgeving opbouwden.
Ook Theo kon niet zonder ‘zijn’ bank, hij liet er een promotie binnen het Rabobankwezen voor liggen.
Patronaatswerk
In 1951 kwam Theo als financieel deskundige in de patronaatscommissie.
(Een patronaat is een katholieke instelling voor onderwijs en vorming.) Al snel begeleidde hij ook jeugdactiviteiten, van huis uit kende hij dit
werk. Om het uit 1904 stammende patronaatsgebouw aan te passen aan de eisen van de tijd, richtte hij samen met anderen een stichting op voor het vernieuwen van het verenigingsgebouw. In 1959 legde Theo de basis voor de nog steeds bestaande Lutjebroeker vakantiespelen onder leiding van ouders.
In 1960 verdronken in de gemeente Grootebroek zeven jonge kinderen van wie drie in Lutjebroek. Om kinderen beter te beschermen moest er een peuterspeelzaal komen. Daartoe was zestienduizend gulden nodig,
vanwege de aankoop en wederopbouw van een oud schoolgebouw uit Reuver. Door de gratis medewerking van vakmensen in Lutjebroek
bleven de kosten van wederopbouw laag. Via collectes in de kerk, het
ophalen van lompen en wol en door de verkoop van 144 obligaties van honderd gulden werd dit bedrag bijna bereikt. Het R.K. Armbestuur en de Boerenleenbank leverden het laatste geld. Theo, een van de initiatiefnemers, zag van nabij hoe goed deze formule werkte. Hij zou
haar nog een aantal keren met succes gebruiken.
Inzet voor de St. Nicolaaskerk
In 1961 kreeg Theo de belangrijke functie van secretaris-penningmeester in het parochiebestuur, een teken dat hij, Grootebroeker van geboorte,
het vertrouwen in Lutjebroek had verworven. In 1966 was de kerk
dringend aan restauratie toe, kosten 350.000 gulden. Om het geld
bijeen te brengen werd de parochie Lutjebroek in wijken verdeeld. Theo
lichtte per wijk de plannen toe en gaf vervolgens vanaf de preekstoel
informatie over het plaatsen van een lening tegen twee procent rente.
En hij werd op zijn woord geloofd, de lening slaagde.
Tijdens een beperkte restauratie in 1982 bleek dat de toren bouwvallig
werd. Met de andere leden van het parochiebestuur verzette Theo zich
fel tegen het voorstel de kerk te slopen voor een nieuwe, kleinere kerk.
Voor het plaatsen van een nieuwe lening ging Theo - met flinke twijfel
- opnieuw de preekstoel op. Binnen veertien dagen werd 350.000 gulden geleend en 50.000 gulden geschonken. Zijn reactie: „Wat ben ik trots op deze gemeenschap. Altijd klaar staan, altijd helpen.”
Naar een middelbare school in oostelijk Westfriesland
Bijna onvermijdelijk raakte Theo ook betrokken bij het onderwijs. De vergaderingen van het parochiebestuur en van het lagere schoolbestuur in Lutjebroek vielen namelijk altijd samen. Al gauw kwam ook het
secretaris-penningmeesterschap in het bestuur van de Odulphus
Mulo, later de Mavo, erbij. Vanaf 1963 zette Theo zich krachtig in voor een middelbare school voor leerlingen uit de dorpen in oostelijk
Westfriesland. De tegenwerking vanuit scholen in Hoorn en Enkhuizen was groot. Om de bezwaren weg te nemen werd met goedkeuring van Nederlandse bisschoppen de eerste Oecumenische School, het Marcus
College, opgericht. De school startte in 1974 in Grootebroek, Theo zat
in de bouwcommissie. In 1980 ging de Odulphus Mavo in deze school
op.
De Wurf en De Woid, voor het algemeen belang
In 1976 was het parochiële verenigingsgebouw echt versleten.
Men wilde een nieuw, multifunctioneel gebouw voor alle leeftijden en alle verenigingen, geschatte kosten een miljoen gulden. Door slim te handelen wist Theo, nog steeds penningmeester van het
parochiebestuur, de kosten sterk te verlagen. De inrichting van het
gebouw werd in handen gelegd van vrijwilligers. Het meubilair kon voor weinig geld worden gekocht in de opslagplaats voor teruggehaalde goederen van de Centrale Rabobank.
Theo ontfutselde de gemeente de toezegging dat het bedrag dat het
parochiebestuur zelf wist op te halen, zou worden verdubbeld. Dankzij
zijn goede contacten lukte het Theo om ruim 300.000 gulden op te halen. In 1978 verkochten de zusters Augustinessen verpleegtehuis
Sint Nicolaas aan een regionale stichting. ‘Onverwachts’ schonk deze zusterorde 175.000 gulden voor het nieuwe verenigingsgebouw. Ruim
30.000 gulden schonken de dorpelingen. De nieuwe eigenaar van het verpleeghuis wilde uitbreiden en was bereid het aangrenzende
patronaatsterrein voor een hoog bedrag, 100.000 gulden, te kopen. In 1981 werd het nieuwe gebouw De Wurf geopend.
Theo's laatste grote klus werd de stichting van het park De Woid achter de Kerksloot, een beoogd ontspanningsgebied voor inwoners van het nabije verpleeghuis en voor de hele bevolking van Lutjebroek. In het dorp kreeg dit plan afkomstig van de Rabobank, van ‘die aardige man met zijn zwarte bril’, veel steun, maar de financiering leek eerst onhaalbaar. Nadat Theo burgemeester Haanstra persoonlijk had
overtuigd dat het project zou gaan drijven op de inzet en bijdragen van vele vrijwilligers, gaf de gemeenteraad geld voor de startkosten.
Andere subsidiegevers kwamen toen ook over de brug. Tussen 1985 en 2010 groeide De Woid uit tot een waar volkspark met vele voorzieningen en activiteiten. Een van de talloze vrijwilligers werd Theo
Broersen.
Na zijn pensionering
In 1985 ging Theo met pensioen. Onverminderd bleef zijn aandacht
voor de dorpsgemeenschap. Zo kreeg hij via een dorpsactie voor elkaar dat het terrein van de vroegere Mavo-school niet met woningen werd volgebouwd. Het voorstuk (nu Beursplein genoemd) kon worden gekocht om het open te houden voor de kermis en andere dorpsactiviteiten. Voor de kwetsbaren werd ‘Hulpnet’, een burenhulpproject,
opgericht. Theo wist precies bij wie hij aan de bel moest trekken en wat er moest worden geregeld. Tot op hoge leeftijd had Theo
aandacht voor mensen die het moeilijk hadden, vooral in verpleeghuis
Sint Nicolaas. Daar sloot hij ook zijn eigen leven af.
Bronnen:
Biografie van Theo Broersen, samengesteld door zijn schoonzoon Frans Ligthart.
Een aardige doener die van zijn Lutjebroek hield, Martin Menger, in Het
Noordhollands Dagblad, 16 september 2015.
De man met de zwarte bril, Henkie Fax, in De Cirkel, parochieblad
Lutjebroek, september-oktober 2015.
Al deze Stenen voor Sparen en Lenen, samensteller Hans Molenbel,
Hoorn, 1998.
Broersen Gerard (1881-1962), tuinder, gemeenteontvanger en gemeenschapsmens. In Westfries Biografisch Woordenboek.
Gegevens samengesteld en aangeleverd door: Peter Wester, Beuningen (Ov), 2016.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.