Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2021 » Nummer 2 » Pagina 4-8
Met ingang van september hopen we dat het weer mogelijk is om onze cursussen te geven, want vanwege corona moesten we de
kostuumcursus twee keer annuleren.
Tijdens de cursus wordt een historisch verantwoord kostuum gemaakt. Goed advies en begeleiding bij de aanschaf van de juiste stof zijn
belangrijk. Ook is het van belang de japonnen zo authentiek mogelijk te maken.
In overleg met de cursist wordt een model uitgezocht, eventueel het patroon op maat getekend, maar er wordt ook met standaard
patronen gewerkt. De patroonkeuze wordt gemaakt aan de hand van oude familieportretten of voorbeelden uit naslagwerken over
historische kleding.
Veel voorbeelden zijn te vinden op Pinterest; via zoekfunctie Kap en Dek zijn de verschillende periodes in de mode terug te vinden. Bij voorkeur begint men met het naaien van onderkleding: een bijpassend korset, hemd, lange onderbroek en twee onderrokken maken
het kostuum compleet en bepalen mede de uitstraling van het geheel.
Alle lessen worden gegeven in het Timmermansgildehuis, Dal 3-achter in Hoorn.
Cursus A bestaat uit zeven delen op maandagavond, aanvang half acht op de volgende data;
13 en 27 september, 11 en 25 oktober, 8 en 22 november en 3 januari 2022.
Cursus B start bij voldoende belangstelling voor twee cursussen. Ook op zeven maandagavonden: 20 september, 4 en 18 oktober, 1, 15 en 29 november en 10 januari 2022.
Overige cursussen
Naast de cursussen voor het naaien van een kostuum worden bij voldoende aanmeldingen cursussen in kap naaien, boerenhoedjes
herstellen en hullen plooien verzorgd.
Kijkt u voor het volledige cursusaanbod op onze website.
De cursisten showen na afloop van de cursus zoals gebruikelijk hun kostuums voor aanvang van de jaarlijkse antiek- en curiosa veiling
van Kap en Dek. De locatie en datum worden later bekend gemaakt.
Aanmelden: Lies Smit, 0229-571909
of via email kap-en-dek@quicknet.nl
Voor meer informatie
www.westfriesgenootschap.nl/kapendek
Dit jaar is de commissie, of het Textieloverleg zoals we het noemen, nog steeds niet bij elkaar geweest en in oktober zal dat vanwege de
coronamaatregelen waarschijnlijk ook niet kunnen. Ons geplande uitstapje naar een museum kon evenmin doorgaan. Onze ochtend over
de zak-neusdoekencollectie van Sara Kalis komt nog even niet aan bod.
Dat wil niet zeggen dat men in de musea niet aan de slag bleef. Inventariseren ging door, met mondkapjes op en op afstand. Selecteren
en opschonen of aanvullen van de collecties, nieuwe ideeën voor indelingen, er is veel werk verzet.
Verschillende tentoonstellingen bleven staan en werden opgepoetst voor betere tijden, andere musea hadden exposities voor een beperkt
publiek. Iedereen maakte plannen voor ná corona en trof voorbereidingen.
Zo ook Museum In het Houten Huis in De Rijp, dat nu een schilderijenexpositie heeft. Een thematentoonstelling
textiel komt er in het najaar: ‘Van Kust tot Kust, streekkleding van oorsprong en toekomst’. Hierbij plaatst men de streekdrachten in breder perspectief. Dat gebeurt
door ook hedendaagse ontwerpers die zich laten inspireren door streekdrachten, erbij te betrekken, onder wie Ward Warmoeskerken en
Ine Keitz. Ook Stella Ruhé, die onderzoek heeft gedaan naar visserstruien, zal deelnemen.
Aaf Steur-Sombroek maakte na intensief onderzoek een Waterlands kostuum naar ontwerp uit de zestiende eeuw. Op dit basiskostuum
waren variaties in hoofddoeken, mouwlengte, knoop-en gespversiering, type rijglijf, kleur en halsafwerking. De verschillen per stad of
dorp blijken uit geschilderde kleine eikenhouten paneeltjes uit het einde van de zestiende eeuw. De meeste kunstliefhebbers kennen ze
wel. Zo zijn er exemplaren van de Enkhuizer vrouw, de Schager vrouw, de Hensbroeker vrouw en de Grafter vrouw met attributen van hun
werkzaamheden.
Het oude zwarte bruidskostuum van Marken lijkt daar het meest op. Op Marken vond in september 2019 de IJsbruiloft plaats, een
geweldige manifestatie van streekdracht die bij zoveel Markers bewaard is gebleven. Jannetje Uithuysje-Schouten en Neeltje van Altena-Boneveld hebben hun beste krachten
aan de organisatie daarvan gegeven. Jannetje is dit jaar geridderd, niet
alleen vanwege haar inzet voor dit
evenement maar ook voor haar vele
andere maatschappelijke activiteiten. Aaf was vorig jaar aan de beurt. We
hebben inmiddels veel mensen met
een lintje in onze gelederen!
Particuliere verzamelaars moeten
soms om persoonlijke redenen hun
hobby op een laag pitje zetten. Mede daarom blijft verzamelen en
bewaren van textiel door onze musea
belangrijk.
Leontine Kuijvenhoven-Groeneweg,
secretaris
De Bouwhistorische commissie gaat gestaag door met het vastleggen van authentieke schuren. Dit voorjaar
zijn twee projecten
toegevoegd aan de inventarisatie: twee kippenschuren in Zandwerven en een tuindersschuur in Opperdoes.
Voor meer informatie zie de website www.westfriesgenootschap.nl,
knop Bouwhistorie.
Kippenschuren in Zandwerven
De lage kippenschuren vallen op tussen de boerderijen en woningen in het lintdorp Zandwerven. De eerste
schuur is gezet in 1966, de tweede, die dubbel zo lang is, in 1969. Githa en Gerard Klaver lieten ze bouwen
met als doel meer inkomsten te genereren in die krappe tijd. Tot 2000 waren de schuren in gebruik voor het
afmesten van kuikens, daarna is het bedrijf beëindigd. Dit jaar worden ze gesloopt in het kader van de
‘Ruimte voor Ruimte-regeling’. Naast het vrijkomende land zal een nieuwe stolpboerderij verrijzen voor een kleinzoon
van Githa en Gerard: de zesde generatie Klaver op Zandwerven.
Beschrijving
De kleinste schuur heeft een breedte van 12 meter en is 32 meter lang, de grootste schuur is 12 bij 64 meter. De zijwanden zijn 1.90 meter
hoog en de nokhoogte bedraagt 3.65 meter.
De schuren hebben een stenen borstwering van ongeveer 50 centimeter hoogte en een houten kozijnframe met asbestplaten als opvulling. Dak, goten en zijkanten zijn van asbest, de vloeren van beton. In elke schuur bevonden zich zeven ventilatoren met kokers op het dak, de
ruimte werd verwarmd door hangende gaskachels.
Gebruik
„Halverwege de jaren zestig zat Gerard samen met twee broers in de bollen”, vertelt Githa
Klaver-de Lange (84). „We kwamen niet rond en we zochten naar iets nieuws. Ik dacht steeds: kon ík
maar wat doen! Een familielid in Heerhugowaard hield mestkuikens in een koolschuur.
Wij gingen er kijken en dat trok ons aan. Dit werk was op het eigen erf en Gerard kon gewoon naar het
land.”
Githa moest alles leren over de bedrijfsvoering. De ventilatie, het voer en het water, het stak allemaal
nauw. „We startten elke ronde met 27.000 mestkuikens, de temperatuur in de schuren stookten we op tot
31 graden. Gerard stelde elke ochtend alles in, daarna kwam het op mij neer. Ik kon eigenlijk nooit van huis
als er kuikens waren.”
Die kuikens, afkomstig van de kuikenbroederij van Meereboer uit Beets, bleven zes à zeven weken in
de schuren. Daarna werden ze 's nachts gevangen, want om zes uur 's morgens moesten ze bij de
slachterij zijn. Als ze weg waren, werd alles grondig schoongemaakt en ontsmet.
Kees Wijdenes Pzn. maakt witlof klaar in de boet Kluiten 30, 21 maart 1967.
Hier is nog een van de oude ramen te zien. (foto familiebezit)
Tuindersschuur in Opperdoes
De boet aan het Kluiten 30 verkeert niet meer in originele staat, maar is wel een voorbeeld van een type boet waarvan er veel in Opperdoes
gestaan hebben. Het bouwjaar ligt rond 1928. De boet is gezet als tuindersschuur voor de opslag van gereedschappen en producten.
Beschrijving
Dit type boet kenmerkt zich verder door het gebruik van een witte kalkzandsteen, ook wel genoemd: dikke witte. Dat was een goedkope
manier van bouwen. De globale maten zijn: lengte 9,25 meter, breedte 5,15 meter en hoogte 2,25 meter (inclusief boeideel ca. 2.35 meter).
Het dak is plat, de dakbedekking is mastiek met grind.
In de boet bevindt zich een houten luik dat toegang biedt tot een lage kelder met op de bodem groene en gele plavuizen en boerengeeltjes.
Vermoedelijk heeft er op de plek van de huidige boet eerder een andere boet gestaan.
Veranderingen in 1966
De boet is gebouwd in opdracht van Cornelis Zwaan Janzoon (1886-1965). Bij zijn overlijden liet Cornelis Zwaan het huis met de boet na
aan zijn oomzegger Cornelis (Kees) Wijdenes Pzn. In 1966 vonden heel wat veranderingen plaats. De vloer werd voorzien van beton en de
zuidelijke zijmuur en de voormuur werden opnieuw opgetrokken. In de voormuur kwamen dubbele deuren in plaats van de oorspronkelijke
enkele deur. Die dubbele deur was nodig omdat Kees Wijdenes werkte met een tweewielige trekker met een tweewielige platte wagen.
Ken Creatief Westfries nag wat doen in deuze zwere toid van opsloten zitte? Gien optredens, gien Skager
Folklore. De skroifgroepe benne digitaal gaan, maar gelukkig, de inspiratie bloift!
Ien ding is ok wel erg opvallend, we worre de leste maande oftig om reid vroegen. Vrage over korte verhaaltjes,
of bekende stukke, maar wie was de geestelijk vader of moeder deervan?
Zô kwam 'n paar keer de vraag: „Wie skreef: Zô is 't net?”.
ôk vertalinge van ouwe woorde werde oftig vroegen via de site of gewoôn e-mail: sprage, laaite,
sels, gloime. D'r werde anwoizinge vroegen: hoe of 'n bedankwoordje op 'n brulleft 't beste dein worre ken!
We hewwe voor 'n personeêlsvereniging van een man of 50 digitale Westfriese roime en verhale brocht,
dat we komme ok bai de mense thuis!
En zô zien je, 't dialect trekt z'n oigen niks an van pandemie of lockdown.
't Dialect trekt 'm woinig an
van buie, sturm of regen.
Weer of soizoen, dat speult gien rol,
deer zit ie niet om verlegen.
Plage, pandemiee wat 'r ok beurt,
hai zel 'r niet om treure.
Want prate in oôs dialect,
dat zal g'rust altoid beure!
Skroivendevort bloift uitkome, de site bloift vuld met nuws.
Met z'n allen wachte we op meer prikke en deerdeur meer soepelhoid in oôs dagelijksleven.
Tot die toid moete we 't hiermee doen.
Bloif gezond en hou je dialect houg!
Jaap Meester,
voorzitter Creatief Westfries
U heeft het misschien al gelezen in de begeleidende brief: in het kader van de overdracht van de werkzaamheden
van Stichting Landelijk Schoon Westfriesland aan Heemschut krijgen alle leden van het Westfries Genootschap
het blad Heemschut cadeau.
Graag verwijzen wij u naar het interview in het blad met Mieke Peetoom en Pieter van den Berge van Landelijk Schoon.
Wij wensen Heemschut veel succes met haar werkzaamheden en vertrouwen op een prettige samenwerking.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.