Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2021 » Nummer 3 » Pagina 17-19
In het Westfries Biografisch Woordenboek staan biografieën
van personen die voor Westfriesland, lokaal of regionaal, veel betekend hebben. Heeft u in uw dorp
of stad een persoon waarvan u meent dat deze in aanmerking komt voor het WBW, meldt u die dan, liefst
per mail, aan bij het secretariaat van het Westfries Genootschap.
Alleen personen die zijn overleden komen in aanmerking. Raadpleeg de
website www.westfriesgenootschap.nl, klik op Commissie Geschiedschrijving en vervolgens op
Westfries Biografisch Woordenboek.
Alie Smeding wordt wel een
‘vergeten schrijfster’ genoemd.
Dat is zeker niet het geval tijdens
haar (korte) leven. Diverse van
haar boeken zijn in die tijd zeer
geruchtmakend. Alie Smeding
wordt op 17 juli 1890 in Enkhuizen
geboren in het gezin van Take
Smeding en Aaltje Rietbergen.
Zij overlijdt op 5 juli 1938 in 's Hertogenbosch en ligt begraven
op dodenakker Kovelswade te
Utrecht.
Alie Smedings vader is kompasmaker en heeft in Enkhuizen een
zaak in scheepsbenodigdheden. Op school wordt ze uitgelachen.
Ze is ‘dat domme kind’. Dominee en een ouderling halen haar op
bezoek bij het gezin nog verder naar beneden. Ze heeft weinig
reden tot vreugde, alleen opstellen schrijven vindt ze leuk.
Zuiderzeevissers
Vooral in de winter zit de huiskamer bij de Smedings vol met
Zuiderzeevissers die hun inkopen hebben gedaan en vele
verhalen vertellen. Alie luistert mee, hoort genoeg stof om te
schrijven en gaat dat ook doen. Voornamelijk voor zichzelf, maar
soms leest ze wel eens wat voor aan de vissers die bij haar thuis
op bezoek zijn. En dat wordt gewaardeerd.
Ze wil schrijven, heeft God gebeden om de gave van het schrijven,
maar haar eerste verhaaltje wordt door de krant als ongeschikt
teruggestuurd. Vele jaren later komen die eerste verhalen – met
pentekeningen geïllustreerd – terecht in ‘Grillige schaduwen
– Enkhuizer vertelsels’ (1930), een bundel met mysterieuze
Enkhuizer geschiedenissen uit haar jeugd.
De tien verhalen krijgen een voorwoord mee van, dan inmiddels
domineesvrouw, Alie van Wijhe-Smeding te Nieuwveen:
„Zo voldoe ik dan ook eindelijk aan het verzoek de ‘Grillige
Schaduwen’, die weliswaar dateren uit de aanvang van mijn
schrijversloopbaan, thans gebundeld uit te geven.”
‘Het boekje is in mineur geschreven’, stelt de kritiek vast,
‘Enkhuizen is zoo te zien ten eeuwigen dage dood, zonder kans
op opstanding’.
Tweede prijs
Terug naar het begin van haar schrijverscarrière: dat is als zij
in 1916 de tweede prijs krijgt voor het verhaal ‘Verdonkerd
leven’ dat ze schrijft voor het christelijke geïllustreerde blad ‘De
Spiegel’. De eerste prijs werd overigens niet toegekend.
Aanvankelijk wil Alie Smeding een ‘christelijke’ schrijfster worden,
maar na botsingen met de christelijke bladen waar ze voor
schrijft, breekt de redactie van zo'n blad met de ‘revolutionaire’
schrijfster. Die laat vervolgens het specifiek christelijke los en gaat
– wellicht geprikkeld – meer realistisch schrijven dan aanvankelijk
haar bedoeling was.
Dat doet ze al in haar debuutroman ‘Tusschen de golven’ (1918),
waarin de dochter in een vissersgezin zwanger, maar zonder
man, terugkomt uit de grote stad. Dat thema kan geen genade
vinden in de ogen van christelijk Nederland, ze schrijft te ‘vrij’.
Alie Smeding gaat daarna haar eigen weg in de tweedelige
roman ‘Menschen uit een stil stadje’ – haar doorbraak in 1920 –
waarin ze schrijft over de mensen in het Enkhuizer buurtje waar
ze als kind heeft gewoond.
In ‘Sterke webben’ (1922) schetst ze
huichelarij van de gereformeerde Enkhuizer gemeente waar ze
zelf lid van is geweest.
Haar boeken verschijnen in een strak tempo, maar in Enkhuizen
wordt ze steeds minder gewaardeerd. Inwoners herkennen zich
in de personen in haar verhalen en zijn daar niet blij mee. Na ‘Het
Wazige Land’ (1925) wordt het haar te zwaar in Enkhuizen. Ze
krijgt anonieme brieven, wordt uitgescholden en een Enkhuizer
boekhandel moet haar boek uit de etalage halen, vertelt ze in
een interview. „Ik kon daar niet langer blijven, ben in 1926 naar
Rotterdam gegaan”.
Storm rond ‘De zondaar’
De landelijke kritieken op haar boeken worden wel steeds
positiever, maar dan verschijnt een jaar later in 1927 ‘De zondaar’
en barst de storm los. In deze tweedelige roman van maar liefst
730 pagina's, waar Alie Smeding vier jaar aan heeft gewerkt,
vertrekt boerenzoon Dirk Hartsen uit zijn dorpje Stompetoren
in de Schermer als leraar naar Amsterdam. Een ongelukkig
huwelijk, een zondige relatie met een dienstmeisje, prostitutie,
abortus en voorbehoedsmiddelen zijn enkele ingrediënten van
dit onverbloemd opgeschreven verhaal.
Enkele kreten uit de kritieken: ‘Het geheele boek is geschreven
met een vrijzinnigheid, die voor zoover wij ons herinneren, geen
weerga heeft in onze litteratuur’, ‘Zelfs in het eerste en verreweg
minst brutale gedeelte van haar roman maakt Alie Smeding
noodeloos gebruik van ruwe woorden in verhaal en dialoog’,
‘Een onrustbarende roman’ en ‘Een onzeedelijke roman’. Zelfs
het woord ‘pornographie’valt hier en daar.
Uitgever Nijgh en Van Ditmar speelt hetzelfde jaar nog in op
alle reacties met een boekje van 35 pagina's onder de titel ‘Wat
de pers zegt van ‘De Zondaar’ door Alie Smeding’. Citaat uit de
inleiding: ‘De letterkundige beoordelingen van een roman zijn in
den regel tegenstrijdig. Met ‘De Zondaar’, naturalistische roman
van Alie Smeding, is dit in bijzondere mate het geval. Dit geeft
ons aanleiding een prospectus verkrijgbaar te stellen, waarin een
aantal goede en minder goede beoordeelingen onverkort zijn
afgedrukt.’
‘Onrustige kapoenen’
Schrijver en criticus E. du Perron gaf de geschrokken critici
ervan langs in een vrolijke ‘Ballade der Polderlandsche onrustige
kapoenen’:
Mejuffrouw Smeding heeft het boek gebaard
Dat Polderland een noodkreet zou ontlokken.
Elk kunstman heeft er zich op blind gestaard
Om er zijn klein artikel uit te fokken.
Ook al in 1927 verschijnt bij Hollandia-Drukkerij Baarn van Johan
Schwencke ‘De terreur van dagblad-critiek’, een essay van 32
pagina's naar aanleiding van de kritiek van de Haagse schrijver
en journalist Henri Borel op ‘De Zondaar’.
Alie Smeding reageert zelf dat jaar in een interview met het
Maandschrift voor Boekenvrienden Den Gulden Winckel: „Het is
moeilijk in Holland een eerlijk boek te schrijven. Iedereen heeft
zich tegen me gekeerd. Na elk boek heb ik kennissen verloren.
Door het schrijven van ‘De Zondaar’, het boek dat ik schrijven
moest, heb ik alles verloren en is de naam Alie Smeding erger
geworden dan een gemeen woord.”
Huwelijk met ds. Van Wijhe
Na haar realistische roman ‘De zondaar’ verzoent Alie Smeding
zich in 1928 met de lezers die daardoor geschokt bleken via de
geschiedenis van ‘Tijne van Hilletje’ over een deugdzaam en
vroom Marker meisje. Datzelfde jaar trouwt ze met haar ‘rode
dominee’ Marie Cornelis – Kees – van Wijhe, met wie ze in contact
komt nadat hij het in een kritiek voor haar heeft opgenomen. De
ruimdenkende en vrijzinnig hervormde dominee en de schrijfster
vestigen zich in de pastorie van standplaats Nieuwveen (ZH).
Daar schrijft ze onder meer ‘De ontmoetingen van Rieuwertje
Brand’ over een ‘afgetakelde Enkhuizensche visscher’ die
gevangen zit in het web van God, duivel en drank.
Haar boek
‘De domineesvrouw van Blankenheim’ verwijst naar haar eigen
situatie. In Nieuwveen krijgt ze bezoek van Frans van Dam uit
Alkmaar. Hij vertelt daarover in het boekje ‘Alie van Wijhe-Smeding
in haar letterkundigen arbeid’ uit 1930. Natuurlijk wordt
daarin nog even teruggeblikt op ‘De zondaar’: ‘Na den Groten
Oorlog was er, na de politieke verwikkelingen met België, geen
kwestie die in Nederland de openbare mening zoo in beroering
bracht, als deze moderne zedenroman. En tot in Zuid-Afrika werd
er over gesproken, schreef de Volkskrant in februari 1929.’
Ook in 1932 is het weer onrustig rond de schrijfster. Het paar
is dan net in standplaats Vught beland als het boek ‘Naakte
waarheid’ van de domineesvrouw verschijnt. ‘Een boek dat
winkelmeisjes en verpleegsters graag aan elkaar uitlenen”, aldus
een recensie. Zelfs het provinciale kerkbestuur bemoeit zich met
de ophef over de ‘naturalistische’ inhoud van het boek.
Sympathie Oxfordbeweging
Met de regelmaat van de klok blijven nieuwe uitgaven verschijnen
tot en met ‘Bruggenbouwers’ in 1938, waarin Alie van Wijhe-Smeding
haar sympathie toont voor de Oxfordbeweging (godsdienstigethische
opwekkingsbeweging, voorloper Morele Herbewapening). Op 5 juli van datzelfde
jaar overlijdt zij na een operatie op 47-jarige
leeftijd in het Protestants Ziekenhuis te 's Hertogenbosch. Weduwnaar
dominee Van Wijhe laat na de begrafenis een In Memoriam met de
teksten van de rouwdienst in drukvorm verschijnen.
Ter nagedachtenis van de honderdste geboortedag van Alie van Wijhe-Smeding
is in 1990 een optocht gehouden in Enkhuizen. Een
gepland beeld en een naar haar vernoemde straatnaam zijn er nooit gekomen. In Rotterdam
is wel een pad naar haar vernoemd. Op 7 juli
1988, vijftig jaar na haar overlijden, vindt de onthulling plaats van een schilderij
van de schrijfster in (het inmiddels niet meer bestaande) restaurant Richards in Enkhuizen.
Voor literatuur en bronnen verwijzen wij u graag naar de website:
https://www.westfriesgenootschap.nl/geschiedschrijving/biografie/biografie_alie_smeding.php
Gegevens verzameld en bewerkt door:
Peter Smit te Alkmaar (herziene versie – 2018).
Eerste versie van deze biografie samengesteld door Suus Messchaert-Heering te Enkhuizen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.