Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2022 » Nummer 3 » Pagina 20-21
In het Westfries Biografisch Woordenboek staan biografieën
van personen die voor Westfriesland, lokaal of regionaal, veel betekend hebben. Heeft u in uw dorp
of stad een persoon waarvan u meent dat deze in aanmerking komt voor het WBW, meldt u die dan, liefst
per mail, aan bij het secretariaat van het Westfries Genootschap.
Alleen personen die zijn overleden komen in aanmerking. Raadpleeg de
website www.westfriesgenootschap.nl, klik op Commissie Geschiedschrijving en vervolgens op
Westfries Biografisch Woordenboek.
Schrijver, dichter, essayist, literatuurrecensent en leraar Nederlands: Robert
Anker was het allemaal.
Hij wordt geboren op 27 april 1946 als Rengert Robert Anker in het timmermansgezin van Jan
Anker en Eefje Jonker te Oostwoud. Robert heeft één zus, de tien jaar oudere
Adri. Na de hbs-opleiding aan het Westfries Lyceum in Hoorn vertrekt hij naar Amsterdam om Nederlands te studeren
en blijft daar wonen. Robert Anker overlijdt op 20 januari 2017,
enkele dagen voor het verschijnen van zijn hooggeprezen laatste
roman ‘In de wereld’.
Robert Anker is al jaren leraar Nederlands in Amsterdam als
hij in 1979 debuteert met de dichtbundel ‘Waar ik nog ben’.
Hij kijkt daarin terug op zijn jeugd in Oostwoud, hetgeen hij
vaker doet in latere werken van zijn hand. Tot zijn prozadebuut
in 1992 publiceert hij voornamelijk dichtbundels, waarvoor
hij verschillende prijzen ontvangt. Ook is Anker vele jaren
poëeuml;zierecensent bij de krant Het Parool.
Thuiskomst van kapitein Rob
In 1993 krijgt Robert Anker de F. Bordewijkprijs voor zijn
prozadebuut ‘De thuiskomst van kapitein Rob’. Met een
jongensnovelle, streeknovelle en een brief van de auteur aan
zichzelf toen hij een jaar of vijf was, verwoordt Anker daarin het
steeds weer in zijn werk terugkerende grote thema: het vertrek
uit het dorp – ‘het paradijs’ – van zijn jeugd en vervolgens hoe je
dan staande te houden in de grote stad.
„Ik ben als 21-jarige van buiten Amsterdam binnengekomen. Ik
kwam vanuit een beschermd overzichtelijk dorpje in de grote,
onoverzichtelijke stad terecht”, zegt de schrijver daarover in
een interview met Het Parool. „Daar je plaats, je plek vinden, in
alle betekenissen, dat is mijn thema. Een geestelijk onderkomen
vinden, vrienden, een huis, werk.”
Libris Literatuurprijs
De veelzijdige auteur Robert Anker zit vaak in de jury van literaire
prijzen en krijgt zelf in 2002 de Libris Literatuurprijs voor zijn
tweede roman ‘Een soort Engeland’ (2001). Volop waardering
dus, nog meer dan voor zijn debuutroman ‘Vrouwenzand’ (1998)
die uiteenlopend beoordeeld wordt in diverse recensies.
In 2004 stopt Anker met lesgeven en is voortaan fulltime
schrijver. Dat levert in 2005 het autobiografische ‘Negen levens’
op. Dit keer een volledige terugkeer naar het Oostwoud uit zijn
jeugd. De ondertitel ‘Een dorp als zelfportret’ geeft aan dat
hij zijn persoonlijke ervaringen en de dorpsgebeurtenissen als
een eenheid ziet. Alle details uit de eerste twaalf jaar van zijn
leven komen als het ware mijmerend langs. Zeer herkenbaar
voor degenen die in de jaren vijftig in een (Westfries) dorp zijn
opgegroeid.
Zijn nog immer voortdurende verbondenheid met Oostwoud
blijkt ook in de loop der jaren uit diverse bezoeken van Anker
aan bijeenkomsten van de Historische Vereniging Midwoud-Oostwoud.
Robert Anker wordt in 2008 voor een jaar stadsdichter van
Amsterdam. Verwijzend naar zijn eerdere dichtbundels met
‘onmiskenbare Amsterdamse straatbeelden’ zegt hij daarover:
„Ik zou het gek gevonden hebben als men voor het kiezen van
een stadsdichter niet bij mij was uitgekomen.”
Dagboek van Eefje Jonker
Ondertussen blijft Anker in die jaren zowel poëzie als proza
publiceren. Dan is er ineens in 2013 een opvallende uitgave: ‘Het
dagboek van Eefje Jonker, bezorgd en van een nawoord voorzien
door Robert Anker’, aldus het titelblad. Weer een terugkeer naar
Oostwoud, maar nu met de dagboeken uit de periode 1928
tot 1956 van zijn achternicht Eefje de Zeeuw/Eefje Jonker, die
Robert Anker op ‘wonderbaarlijke wijze’ via-via in zijn bezit heeft
gekregen.
Een mooi verhaal, vinden sommige recensenten, maar heeft
Anker het wellicht zelf geschreven? En Eefje Jonker is toch ook
de meisjesnaam van zijn moeder? „Rob heeft het dagboek zeker
niet verzonnen”, vertelt zijn zuster Adri Knijn-Anker in het najaar
van 2017. Ze is dan 80 jaar en woont in Hoorn. „Mijn moeder
Eefje Jonker had echt een nicht die ook Eefje Jonker heette. Zij
groeide als (onecht) kind op in een smidsgezin in Berkhout onder
de naam Eefje de Zeeuw.”
Maar dat deze Eefje samen met Adri's moeder te zien is op een
familiefoto van de familie Jonker uit 1920, die in het dagboek is
afgedrukt, klopt volgens mevrouw Knijn-Anker niet. Want pas op
haar achttiende verjaardag, in 1928, krijgt Eefje Jonker te horen
wie ze werkelijk is. Diezelfde dag begint ze aan de dagboeken,
die 85 jaar later in boekvorm uitgegeven zouden worden via haar
achterneef.
In de wereld
Slechts enkele jaren later, in januari 2017, overlijdt Robert Anker
na een kort ziekbed. Tegelijkertijd verschijnt zijn laatste boek,
de historische roman ‘In de wereld’. Superlatieven alom voor de
auteur, die ‘nog eenmaal al zijn schrijftalent heeft willen laten
zien’, aldus een van de recensies. Zijn afscheid van het leven is
in het boek al nabij. In de epiloog kijkt een bijna zeventigjarige
terug: „Zelf ben ik ook bijna voorbij: over een maand word ik
zeventig, ik bevind mij in de antichambre van de dood die mij elk
moment binnen kan roepen.”
Bronnen:
In memoriams en diverse recensies januari/februari 2017, onder
meer in Het Parool en Noordhollands Dagblad.
Koninklijke Bibliotheek (www.kb.nl).
Uitgeverij Querido (www.singeluitgeverijen.nl/querido).
Diverse literaire websites.
Historische Vereniging Midwoud-Oostwoud.
Zie ook: DichterBij Robert Anker - vrije geluiden - VPRO.
Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Peter Smit te Alkmaar (2017).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.