Textieloverleg » Nieuws » 2015
Aanwezig 28 ‘textiel medewerkers’. Afwezig met bericht: zes medewerkers.
Aaf Steur opende de bijeenkomst met de beste wensen voor het nieuwe jaar.
Het jaar 2015 is uitgeroepen tot het jaar van het handwerk in de breedste zin van het woord.
Omdat het Marker handwerk is opgenomen op de wereld erfgoedlijst wordt deze ochtend aandacht besteed
aan dit handwerk.
De oorsprong, techniek en toepassing gaan eeuwen terug en is door elke generatie overgedragen.
Schoolmeisjes werden al vroeg, zoals bijna overal, onderwezen in borduren, breien, haken, witwerk en
stopwerk. Jongens leerden houtsnijden en schilderen.
De oudste objecten die op Marken te zien zijn stammen uit de 17e eeuw en zijn veelal nog in particulier
bezit zoals de bekende merklappen, op Marken ‘vernaaidoken’ genoemd. Zo leerden de meisjes
de patronen en het alfabet borduren die later op verschillende kleding- onderdelen werden gebruikt. In
heel veel onderdelen werden in rode of zwart zijde de initialen geborduurd, altijd de eerste letter
van de eigen voornaam en de eerste letter van de voornaam van de vader. Dat gold ook voor jongens- en
mannenkleding.
De babykleding in de bakermand droeg de initialen van beide ouders. Pas als het kind in het
“pak” ging kreeg het eigen initialen.
In 17e en 18e eeuwse kleding komt vaak ook een huismerk voor zoals op grafstenen.
De meest bekende vorm van geborduurde kleding is het rijglijf. In de 17e en 18e eeuw werd dat zichtbaar
gedragen maar in de 19e en 20e eeuw verdween het onder de ‘voorpanden’.
Op Pinksteren en met bruiloften worden de antieke rijglijven zichtbaar gedragen als restant van de mode
uit vroeger tijden.
Het snee- en stopwerk wordt veel toegepast op de akerdoekjes, keelbanden en onderdelen van de kap,
terwijl vroeger veel meer onderdelen zo bewerkt werden zoals het ‘doopluur’, bruidswitje,
schorteldoekje en baafje voor pasgeborene.
Er is veel geschreven over de uitgebreide, ingewikkelde en kleurrijke Marker kleding. Voor elke belangrijke
gebeurtenis in het leven is er een voorgeschreven kostuum, maar ook voor zon- en feestdagen. Niemand
weet hiervoor eigenlijk een verklaring. Men komt nooit verder dan het isolement waar nooit iets zou
veranderen. Echter, door de nabije ligging van Amsterdam kon men gemakkelijk aan nieuwe stoffen komen.
Vervoer was geen probleem; men bezat schepen die overal naar toe voeren. Sieraden werden bijvoorbeeld
in Edam en Hoorn gekocht.
De mannen namen nieuwe ideeën mee uit verre landen en op die manier werden stoffen, kralen en
gebruiksvoorwerpen meegebracht.
Nog steeds zien we kleuren en patronen uit verre landen terug in de kleding.
Tot slot werden de door Hans van Berne meegebrachte kapers uitgebreid bekeken.
Vooral de techniek is bijzonder. Er werden mannenhemden, tafel(lakens) enz. door Marianne Havermans
ter beschikking gesteld.
Het WFM wordt hartelijk bedankt voor het gebruik van de Tuinzaal.
De volgende vergadering is op dinsdag 14 april. Dan hopen we elkaar in goede gezondheid weer te
ontmoeten.
Hartelijke groeten van Aaf, Neeltje, Jannetje mede namens Leontien en Suzan.
Markerrijglijven van rond 1700. Foto: Neeltje van Altena.
Markerrijglijven van rond 1700. Foto: Neeltje van Altena.
Markerrijglijven van rond 1700. Foto: Neeltje van Altena.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.