biografie pieter van akerlaken

bron: Westfries Museum

Geboren te Hoorn op 15 juli 1792. Overleden te Hoorn op 20 september 1862.
Zoon van Dirk van Akerlaken en Geertruida Impetat. Studeerde rechten te Utrecht en vestigde zich als advocaat in zijn geboortestad. Was van 1838 tot 1842 burgemeester van Beets en Schardam. Werd in 1838 tevens lid van de Tweede Kamer. Werd in 1838 lid van de Tweede Kamer. Daar speelde hij een vooraanstaande rol bij de behandeling van de grondwetsherziening in 1840. Een van de grondwetsherzieningen betrof de splitsing van de provincie Holland in een provincie Noord- en Zuid-Holland. Pieter van Akerlaken en zijn Westfriese achterban waren tegen de splitsing. Men vreesde dat Amsterdam het dan voor het zeggen zou krijgen. Wel maakte hij zich sterk dat, indien de onverhoopte splitsing toch doorgang zou vinden, dan ook West-Friesland en het Noorderkwartier een zelfstandig bestuur zouden krijgen en daarmee de status van provincie. Een van de argumenten waarmee hij zijn voorstel ondersteunde was dat West-Friesland en het Noorderkwartier meer belastinggelden in het laatje brachten dan provincies als Groningen, Drenthe, Overijssel, Utrecht en Zeeland. "Piet Almachtig" bleek toen toch niet zo oppermachtig dat hij de Kamer kon overtuigen.

In 1844 voorzitter van de Tweede Kamer, nadat hij een jaar eerder in de adelstand was verheven vanwege zijn succesvolle bemoeienissen ter verbetering van de slechte financiële toestand van het land. Sloeg aanbod om minister van Binnenlandse Zaken te worden af, wegens benoeming tot burgemeester van Hoorn kort daarvoor. Nam wel zitting in de Eerste Kamer (1847) en was lid van Provinciale Staten van Noord-Holland.
Maakte deel uit van diverse polderbesturen, o.a. van het waterschap Drechterland, waarvan hij in 1854 tot dijkgraaf werd benoemd. Vanwege zijn grote politieke invloed kreeg hij de bijnaam van "Piet Almachtig". Hij overleed in 1862 te Hoorn op 70-jarige leeftijd. Zijn geschilderd portret hangt in het Westfries Museum.

Literatuur:
Tj.P.J. Talsma, " De Groote Heeren moeten het maar weten". De Tweede Kamer vertegenwoordiging uit het noordelijk deel van Noord-Holland tussen 1840 en 1870. (Waarland, 1986)
H. van Felius en H.J. Metselaars, Noordhollandse Statenleden 1840-1919. (Hollandse Historische Reeks 21, Den Haag, 1994).
Jaap Raat: Pieter van Akerlaken (1792-1862) "almachtig" en veelzijdig, in: ALT W-F 19. Kleurrijke Westfriezen, 2000.
NNBW I