Voor een goed onderhoud van dijken en dammen was kennis nodig van de zeebodem, de diepten en ondiepten en het verloop van de stromingen. Er moest dus voortdurend gemeten en gelood worden. Als versiering van de ‘Nieuwe Kaart van het Dijkgraafschap van Dregterland’ tekende landmeter Govert Oostwoud in 1723 zo'n loding. (RANH)